Notarieel U97a7 / 33 Utrecht pdf 10-10-2007 pag. 1

dit gros op een zegel
a 5gl

Op huijden den XXIIIJ junij XVJ C drie en t negentich ouden stijl compareerden voor mijn Pieter Leechburch notaris s hooffs van Utrecht alsmede bij de ed[ele] ende achtb[are] heeren burgerm[eeste]rn ende vroedschappen des selver

stadt gepermitteert binnen Utrecht resider[end] in presenentie van de naarbenoemde getuijgen hier toe versocht Adriaan Heijndricksen van Schuijlenburch voor sich selver voor t eerste sesde part Merrichje Heijndricks Schuiijlenburch weduwe ende boedel harster van Cornelis Crijnen Verlaan voor sich selven ende als moeder ende wettige voochdesse over hare negen onmundige kinderen mitsgaders der voorn[oemde] Adriaan Schuijlenburch als gecon- stitueerde momber ende voocht over de selve onmundigen voort tweede sesde part mitsgaders Dirck Pietersen van Harmelreweert ende Geertgen Heijndricks Schuijlenburch echtel[ieden] ijder voor haar selven ende gemelten Adriaan Schuijlenburch noch als momber over de vier onmundige kinderen van bemelte Geertgen Heijndricks Schuijlenburg verweckt bij Jan Dircksen Blom haar voor overleden man za[liger] voor t darde sesde part, ende Luijt Dircksen Verwoert soo voor sich selven ende als man ende voocht van Maria Heijndricks Schuijlenburch sijn huijsvrouw daar hij blijckende geboorte bij heeft voort vierde sesde part Item noch Heijndrick Jacobsen Verlaan bijna mundig sijnde ende voor soo veel sijn minderjaricheijt aangaat in desen geassisteert met gemelgen Adriaan Schuijlenburch sijnen oom ende momber ende Elizabeth Jacobs Verlaan mundige dochter kinderen van Metgen Heijndricks Schuijlenburch te samen voor het vijffde

 
 

 
 

T gewoont hebbende
in gerwerscoop
onder den gerechte
van den Indijck

sesde part alsmede Sijmon Elbertsen den voorn[oemde] Adriaan Schuijlenburch alsmede Jongh als vader ende legitime voocht over Elbert Sijmonsen de Jongh sijnen onmundigen zoon neeff geprocreeert bij Annichje Heijndricks Schuijlenburch alsmede der meergemelten Adriaan Schuijlenburch als mede momboir over den selven onmundige voor sesde ende laatste sesde part alle te samen kinderen, kints kinderen ende erffgenamen van Heijndrick Adriaansen Schuijlenburch ende Aaltgen Luijten in haarl[ieden] leven echtel[ieden] T haar computen vader moeder, schoonvader, schoonmoeder ende groot ouders za[iger] respective de welcke verclaarden metten anderen in der minne ende vrientschap de sleve boedels gescheijden ende gedeijlt te hebben in wegen als volcht voor eerst dan soo bedragen de cooppenn[ingen] des hoffstede ende landerijen ondert 1e cap[itu]le van inventaris geex- presseert behalven t rantsoen de somma vijffduijsent vijff en twintich gul[den] t uitgetoogen contant gelt onder t 2 de cappittule van den vern[oemde] inventaris vervat beloopt sestien gulden twaalff st[uive]rs de haaff ende vee, hoij ende stroij inde bergen, beddens kussens deeckens en imboedel ende huijsraad van cooper ijser en houtwerk bouwgereetschap ende molckegoet aardewerck ende provisie onder 3e, 4e, 5e, 6e, 7 e, 8e XIe, XIJe en XIIJe cap[itu]len van de vern[eomde] inventaris gementioneert sijn bij Adriaan

Heijndricksen Schuijlenburch ende Hendrick Jacobszen Verlaan niettegenstaande de selve tot minder soms waren geestimeert bij accoort in eijgendom aangenomen voor de somma van twee duijsent gulden noch hier bij gevoecht de somma van vijff duijsent drie hondert gulden ter saacke van t geen everschijde kinderen van de overledenen bij haar uijttrouwen tot houwelijcx goet hebben genooten ende in collatie moet comen conform t XVe cap[itu]le vab deb inventaris mon- terende vijff duijdent drie hondert guldens bedragendeover sulcx de voorn[oemde] uitgetoogen effecten te samen halve calculo de somma van twaalff duijsent drie hondert een en veertich gulden twaalff st[uive]rs waar van alvoorens affgetoogen sijn de somma van seven hondert een en veertich gulden twaalff st[uive]rs tot betalinge der loopende schulden des boedels int XVIIJe cap[itu]le van den inventaris voormelt als die sich naar dato van t maken van de inventaris hebben geopenbaart ende de geene die noch op mochten komen welcke seven hondert een en veertich gulden twaalff st[uive]rs Adriaan Heijndricksen Schuijlenburch bekent ontfangen te hebben die daar van tot vermaninge oock behoorlijcke reeckeninge ende verantwoordinge sal doen blijvende oversulcx de totale uitgetogen effecten

Als t genooten houwelijcx goet te samen de somma van elffduijsent ses hondert gulden de selve verdeelt in ses deelen cont ijder sesdepart daar in te bedragen de somma van eenduijsent negen hondert drie en dartich gulden st[uive]rs tien penn[ingen] omme nu elcx sijn contingent daar van te voldoen soo wort voor eerst aan Adriaan Schuijlenburch toegescheijden de helfte der coop penn[ingen] van de haaff ende vee bouwgereetschap ende molckegoet imboedel ende huijsraat bij hem genooten ter somma van een duijsent gulden item noch seven hondert drie en tachtich gulden ese st[uive]rs elff penn[ingen] die Hendrick Jacobsen Verlaan op sijn loth toe be___ off portie uit keeren moste sulcx dat den selven Adriaan Schuijlenburch noch in contant ende gereet gelt moet toebeuren de somma van een hondert en vijfftich gulden die den selven bekent ontfangen te hebben Merichje Heijndricks Schuijlenburch weduwe ende boedelharster van Cornelis Crijnen Verlaan in q[ualitei]t als voorn comt insgelijcx voor haar sesde part de somma van een duijsent negenhondert drie en dartich gul[den] ses st[uive]rs tien penn[ingen] en heeft de selve tot houwelijcx gelt genooten de somma van een duijsent gulden in wegen de selve in contant gelt moet toebeuren de somma van negen hondert drie en dartich gulden ses st[uive]rs tien penn[ingen] die deselve in contant gelt heeft ontfangen

Dirck Pietersen van Harmelreweert ende Geertgen Heijndricks Schuijlenburch echtel[ieden] mede in q[ualitei]t als boven comen oock voor haar sesdepart de somma van negentien hondert drie en dartich gulden ses st[uive]rs tien penn[ingen] en heefft de selve Geertgen schuijlenburch tot houwelijcx goet genooten de somma van vijftien hondert gulden sulcx dat de selve in contant gelt moeten toebeuren de somma van vier hondert drie en dartich gulden ses st[uive]rs tien penn[ingen] die wegen de selve oock bekennen ontfangen te hebben Luijt Dircksen Verwoert getrouwt met Maria Heijdricks Schuijlenburch comt mede voor sijn sesde part de somma van negentien hondert drie en dartich gulden ses st[uive]rs tien penn[ingen] en heeft tot houwelijcx goet genooten drei hondert gulden in wegen den selve suijver in contant ende gereet gelt moet toebeuren de somma van een duijsent ses hondert drie en dartich gul[den] ses st[uive]rs tien penn[ingen] die den selven ontfangen heeft Heijndrick Jacobsen Verlaan zoone van Metgen Heijndricks Schuijlenburch heeft aan haaff en Vee bouwgereet- schap ende molckegoet imboedel en huijsraad genooten de somma van een duijsent gulden en moet in collatie brengen t halve houwelijcx goet bij sijn moeder genooten tot seven hondert en vijfftich gulden beloopende te samen een duijsent seven hondert en vijfftich gulden waar van getoogen de helfte van

Ontvangen bij mij onders[chreven] uijt handen van Hendrick Jacobsen Verlaan mijn neeff de somma van drie hondert gulden en ses gulden stuijvers volgens q[uitan]tie in dato den 5en febr[uari] 1695 en op heden vier hondert drie en tachtich gulden elff penn[ingen] tot volle betallinge van t geene den selven aan mijn most uijtkeeren volgens dese scheijdinge actum Utrecht den 25en maij 1695 en is oock q[uitan]tie op het dubbelt gegeven die met dese maar voor een wort gehouden

Adriaen
Heijndrik
sen
mij present
P:Leeckburch nott
neffens sijn vader

onmundigens

een sesde part van negentien hondert drie en dartich gulden ses st[uive]rs tien penn[ingen] sijnde voor sijn twaalffde portie negen hondert ses uit sestich gulden dartien st[uive]rs vijff penn[ingne] soo wort bevonden dat den selven suijver moet uijtkeeren de somma van seven hondert drie en tachtich gulden gulden ses st[uive]rs elff penn[ingen] die den selver tot vermaninge belooft te voldoen aan Adriaan Schuijlenburch sijnen oom Elisabeth Jacobs Verlaan dochter van Metgen Heijndricks Schuijlenburch comt insgelijcx voor haar twaalffde part de somma van negen hondert ses en t zestich gulden dartien st[uive]rs vijff penn[ingen] daar van gesubstraheert de helfte van t houwelijcx goet bij haar moeder za[liger] genooten bedragende voor de helfte seven hondert en vijftich gulden soo blijckt dat de seleve suijver most toebeuren de somma van twee hondert sestien gulden dartien st[uive]rs vijff penn[ingen] die de selve heeft ontfangen eijntelijck soo competeerde Elbert Sijmon de Jongh zoon van Annichje Schuijlenburch mede voor sijn haar sesdepart de somma van een duijsent negenhondert drie en dartich gulden ses st[uive]rs tien penn[ingen] en heeff des selffs moeder tot houwelijcx goet genooten de somma van duijsent gulden de welcke daar van getoogen sijnde soo wort bevonden suijver in contant gelt over te schieten de somma van negen hondert drie en dartich gulden ses st[uive]rs tien penn[ingen] de welcke Sijmon

Elbertsen de Jongh desselffs vader ende legittime voocht Dirkgen Hermans van Swanevelt sijn aanbehouden moeder bekennen heeft ontfangen te hebben volgens ifformatie van computen ende mij notario bekennende vorders de computen boven dien onder hun ses staacken noch verdeelt te hebben t rantsoen der coop penn[ingen] van hoffstede ende vercoste vasten goederen alsmede t geene van t XVIJe cap[itu]le van inschulden van vercoste kaas en hennip is geprocedeert en heeft ijder voo sijn sesde part naar afftreck der verteeringe op de vercoopinge der hoffstede en de landerijen gevallen suijver ontfangen de somma van t sestich gulden gelijck mede het tinnewerck linnen tot de huijshoudinge mitsg[ade]rs linnen en wolle clederen ten lijve van de overledene behoort hebbende als andersints tusschen de resp[ectievelijk]e computen is verdeelt en sij ijder sijn portie daar van bekent naar sich genomen te hebben waarmede verclaren de vern[oemde] condividenten en subdienten finalijck nopende t geene voors[chreven] staat metten anderen geliquideert geschift gescheijden ende gedeijlt te sijn beloovende mits dien naar dato deses diens aangaande geene andere ofte nadere scheijdinge deijlinge ofte subdivisie te sullen eijsschen ofte dern eijsschen directelijck ofte in directelijck in eenigerleij manieren renuntierende over sulcx d een tot des anders behoeve van elcx toegescheijden portie alles

onder t verband van der computen elcx in hun regard en q[ualitei]t hare respective persoonen ende goederen met submissie s hooffs ende gerechte van holland ende Utrecht ende allen anderen heeren hoven rechteren ende gerechten met renuntiatie van alle exceptien weeren uijtvluchten en desentien ter contrarie blijvende alleenlijck tusschen de computer noch overdeijlt de drie stuck- gens gout onder t 2e capittule van den inventaris on uitgetoogen sijnde alsmede t geen Adriaan Schuijlenburch als boven tot betalingen boedels lasten moet verantwoorden versoeckende de condividenten hier van gemaackt ende gelevert te worden scheijdinge en acte in forma die ick not[ari]s vergoust hebbe ende is dese aldus gedaan ende gepasseert binnen Utrecht ter comptoire mijns not[ari] staande aldaar in de lijn- merck ter presentie van Jacobus vab Broeck- huijsen eb Hermanus van Waninck clerquer getuigen van geloove hier toe versocht

Adriaen Heijndricksen
Merrigien Heijndricks

Dit merck gestelt
bij Dirck + Pietersz
   van Harmelreweert
   Luijt Dierksch Verwoert
   Heijndrick Jacobsen
   Lisabet Jacobsen


Gertgen Heijndricks

     J:V:Broeckhuijsen

     H:V:Waninck

     P:leechburch nots
       1693


Homepage | E-mail