Notarieel U77b1 / 33 Utrecht | 30-05-2010 pag. 1 |
alsoo in den heere was gerust Anna van den Berch latende tot haere weduwnaer ende boedelharder Jan Jansz van Fransburgh woonende bij Utrecht buijten de tollichsteech poort op de hellinch nu tot hare erfgenamen maria, anthoni en jan jans van Frans-burgh desselffs drie onmondige kinderen verweckt bij den vers[chreve] Jan Jansz van Fransburgh dat den selve Jan Jans van Fransb[urg] naderhantt weder was komen te hertrouwen met Jannichie Ghijsbertsen van den Boer als doen weder was comen te overleijden latende tot haren weduwnaer ende boedelharder den vers[chreven] Jan Jans van Fransburgh ende tot haer erffgenaem Anna Jans van Fransburgh hare onmondige dochter geprocre-ert bij den selven Jan Jans van Fransb[urg] naderhant weder was comen te hertrouwen aen Huijbertien Ariens van Capellenhofstede sijn darde huijss-vrouw nu dat de selve Huijbertje Aries van Cappelenhofstede op den sevenden october XVIe drie ende t seventich oock was comen te overleijden naelatende tot haren weduwnaer ende boedel-harder den vers[chreven] Jan Jansz van Fransburgh ende tot haer erffgenaem als natuurlijck ofte bastaert kint voor dato deses huwelijcks uijt haer geprocreert bij Cornelis Ghijsberts Stultingh met name Jan Cornelis Stultingh noch onmondich sijnde dat mede den voorn[oem]de Jan Jans van Fransburgh op den negenden october XVIe drie en t seventich daer aen .. oock was comen te overleijden latende tot sijne erffgenamen de vers[chreven] Maria, Anthoni, Jan ende Anna Jans van Fransburgh sijne vier onmomdige kinderen geprocreert uijt sijn vers[chreven] eerste ende tweede overledende huijssvrouw ende dat over de scheijdinge ende deijlinge der goederen ende erffe-nissen specterende tot de voorn[oem]de Maria, Anthoni, Jan en Anna Jans van Gransburgh der eersten vier onmondigh ter eenre ende der goederen ende erffenisse specteren tot Jan Cornelis Stultingh de lasten onmondigh ter ander sijde geschapel[ijk] waren verschijde questien te sullen verrijsen soo sijn Peter Jans van Fransburgh potten backer woonende alhier buijten Utrecht inden gerechte van de bemuerede weert als bloet oom ende legitime momber over Maria, Anthoni, Jan ende Anna Jans van Fransburgh de vers[chreven] vier eerste onmondigen geprocreert bij Jan Jans Fransburgh sijnen broeder uijt sijn eerste ende tweede overledene huijssvrouw ende Jan Ghijsbert van den Boer van Jutphaes als mede bloet oom ende legitime momber over de voorn[oem]de Anna Jans van Fransburgh geprocreert uijt de vers[chreven] Jannichie Ghijsberts van den Boer sijne suster zal[iger] ter eenre; Ende Cornelis Arisz van Cappelenhofstede anders genaempt Cornelis Aris Vonck huijsman woonende in de ger[echte] van
Capellenhofstede sijne suster ter andere sijde nae voorgaende examtijatie? ende deliseratie van den inventaris daer ... den sevenden maij XVIe vier en tseventich gemaeckt ende overlevert die voor op cracht ten deuchdelijck werdt gehouden overkomen en veraccor-deert bij forme van uijtcoop in manire als volcht te weten dat de voorn[oem]de Maria, Anthoni, Jan en Anna Jans van Fransb[urg] de eerste vier onmondigh aen haerlieden alleen sullen behouden alle de goederen ende effecten soo roerende als onroerende actien en creciten bij den selve invantaris vervath uijtgesondert den silveren penninck in het tweede capitule van gelt silver ende goutwerck gespecificeert ende het geheele vierde cap[ite]l van den selve in-ventaris van de klederen ende het geene tot lijve van den selven Jan Jans van Fransburghs eerste tweede en darde ofte leste overle-dene huijsvrouw heeft behoort en empt? een huijck ende een iack daer bij vervath mitsg[ade]rs de actie die noch staet te beuren van Corne-lis Ghijsberts Stultingh en Jan van Werck-hoven uijt crachte van den accoorde van den sevenden april XVIe t seventich en het tiende capl[itu]le van den selven inventaris cap[itu]le van den schulden die den boedel moet hebben ven verscheijde posta secunca vervath welcke silveren penninck mitsg[ade]rs vierde cap[itu]le (ex empt alleen den vers[chreven] eenen huijcken jack die aende eerste vier onmondigen mede blijven sullen) alleen hebben sall het voorn[oem]de naturelijcke ofte bastart kint van Huijbertje Aries van Capellenhofstede ende nopende die actie van Cornelis Ghijsberts Stultingh en Jan van Werckhoven de selve sall aen viere d elken int gemeen blijven alle een deel voor de vier eerste onmondigen ende een deel Sulcks dat de vier eerste onmondigen alle de costen hier over en over de approbatie te vallen sullen moeten betalen sullende den voorn[oem]de Cornelis Aris van Capel-lenhofstede anders Cornelis Aris Vonck de selven silveren penn[ing] get vers[chreven] belooffde vierde cap[itu]le met de drie ende dartich guldens in q[ualitie]te vers[chreven] ontfangen soo haest desen accoorde ofte bij den ed[ele] hove ofte vroetschappe der stadt Utrecht sal sijn geapprobeert en deer nochte anders niet waer mede partijen blijven ver accordeert renuntierende shij daermomme den voorn[oem]de Cornelis Aris van Utrecht en alle andere hoven heere rechteren ende gerechten renuntierende oock te samen en ieder int bijsonder van den exceptie van .. sullen volgen dan den vers[chreven] inventaris niet deugdelijck soude hebben geweest ofte niet genoechsaen ten wedersijts conde wesen geresijmeert ende als ten oircon-de is desen bij parijten onderteeckent in Utrecht op den 25e februarij XVI vijff ende t seventich oude strijll nae dat partijen van de vers[chreven] exceptie met g..l van t eff[ect] ter renunti-eren van dien wel waren onderricht Peeter Ijansen van Fransbeurch Jan Ghijsbertsz van den Boer Ons presenten AVCouwenhoven |