Notarieel U77b1 / 24 Utrecht pdf 17-05-2010 pag. 1

Sigr

Boedelcedulle staet en inventaris doen maecken bij Peter Jansz van Franse-burgh pottenbacker alhier als bloet oom ende over sulcks legitime mombour over Maria, Anthoni, Jan en Anna Jansz van Fransburgh de vier onmondige kinderen van Jan Jansse van Fransburgh, Anna van den Bergh ende Jannichie Gijsbertsz van den Boer mitsgaders bij Jan Gijsbertsz van den Boer huijssman van Jutphaes als mede bloet oom en legitime mombair over de voorn[oem]de Anna Jansz van Fransburgh geprocreert uit de vern[oem]de Jannichie Gijsberts van den Boer des voorn[oem]de Jan Janssen van Fransburghs zali[ger] tweede overleden huijsvrouw van den selfss Jan Jansz van Fransburgh ende sijne drie respective overleden huijsvrouwens boedels sulcks die noch sijn bevonden geweest te sijn op den .. octob[er] 1673 bij het overleijden van hem Jan Jansz van Fransb en dit alles om verminderden outschen soo sijn recht tot het voordeel ende de voorkinde-ren tot haer smoeders goet als ander sints

Omme dan tot verstant van desen inventaris te comen soo is het sulcks dat den voorn[oem]den Jan Jansz van Fransburgh op den ..

wed Anna Jans van den Berg sijn eerste huijsvrouwe sonder huwelijckse voorwaerden tusschen den anderen opge-recht is comen te trouwen uijt welck huwelij waren geprocreert de voorn[oem]de Maria, Anthoni ende Jan Jansz van Fransburgh de drie eerste onmundighe tusschen welcke drie onmondice als erffgenamen haers moeders ter eenre en des boedelharder ter ander sijde over sulcks uijt crachte van ordonnantie deser stadt was gemeenschap van goet

dat vooren den zelven Jan Jansz van Fransburg met Jannichie Gijsbertsz van den Boer ten tweeden huwelijck gaande alvoorens op den 25e maij 1666 in presentie van Heijman van Capel notaris shooffs van Utrecht opgerecht sijn huwelijkse voorwaarden brengen daer bij hij Jan Jansz van Fransb ten huwelijck aen alle sijne goederen hoe die waeren geinventariseert sonder die te specificeren en sij Jannichie Gijsberts van den Boer boven een vrijen bruijt alle soodanige goe-deren soo van wollen, linnen als t geene t haeren lijve was behoort sijnde bij de selve huwel[ijkse] voorwaarden oock onder anderen gecontitioneert dat indien een van de toecomende echtel[ieden] deser werelt quaam te overleijden kinderen uijt dat huwel[ijk] verweckt naelatende (gelijck is geschiet) dat als dan de langstlevende uijt de eerste overledens goe-deren trecken ende genieten soude een kints gedeelte blijvende winst ende verlies staende huwel[ijk] te vallen halffs halfss tot welck kints gedeelte hij Jan Janse van Fransb bij het sterven van dese sijne tweede vrouw gerechticht was

Hebbende dan de voorn[oem]den Jan Jansz van Fransburgh uijt de voors[chrev]e Jannichje Gijsbertsz van den Boer sijn tweede overledene huijsvrouw geprocreert een dochter met naeme Anna Jansz van Fransburgh soo is die dochter over sulcks als erffgenaem haers moeders tot haer moeder goet mede gerechticht

Dat Naederhant den vers[chrev]en Jan Jansz van Farnsb met Huijbetrgen Aries van Capellenhofstede ten darden huweli[jk] gaende al voorens op den darden januarij 1670 ten overstaen van den not[ari]s Elias van Eck op gerecht waeren huweli[jkse] voorwaerden brengende daerbij den bruijdegom ten huweli[jk] all sulcke goederen, molen, huijsch, schueren, meubelen, actien ende creiten als hij was hebbende ende de bruijts ouders een vrijen bruijt nae haeren staat eerel[ijk] gekleet bij welcke huweli[ijk] voorwaerden onder ander was geconditioneert dat soo de bruijt voor den bruijdegom quame te overleijden sonder kint ofte kinderen uijt desen huwelijck verweckt nae te laeten (gelijck is geschiet) dat als dan haere erffgenamen uijt sijn bruijdegoms gerechte goederen boven haere klederen haer bij de bruijdegom gegeven ende bij haer aengebracht genieten sullen de so[mm]e van vierhondert guldens sijnde mede winst ende verlies staende huwelijck te vallen halff ende halff

ende omme dan onvermindert den outssen soon sijn recht tot sijn voordeel en de voorkinderen tot haers moeders goet als andersints pertinente staet ende inventaris der voors[chreven] resp[ectievelijke] boedels

silver van de eerste en tweede vrouw gecomen om daer metde den voorn[oem]den Jan Jansz van Fransbrugh ende sijne eerste ofte darde vrouw te begraven en hebben daer als ont fangen acht ende veertich gul[den] zeven st[uiver]s vermogens memorie daer van sijnde welcke penn[ingen] in plaetse van dat gout ende silver alhier uit sullen worden getogen dus

48-7-0

Aen gelt in het sterffhuijs vande weff gul[den] negentien st[uijvers] dus

11-19-0

IIIe cap[it]el

van de klederen ten lijve van den voorn[oem]den Jan Jans van Fransburgh behoort hebbende die den outsten soon voor voordeel houde competeren

een grouwen hoet een swarten hoet
een swarten Laeckenen mantel
een gecolourden laeckenen mantel
een gecolourden laeckensen rock
meet een broeck daer toe
twee gecoleurde laensen rocken
een vergaen hemp rock
een swart kleet van laecken
een swaeren laeckensen rock

een out laeckens onder wambas
een gecoleurde laeckense broeck
twee paer grouwe hoosen
een paar swarte hoosen
een paar witte hoosen
een paer gebreijde handtschoenen
een linnen hemptrock
een gecoleurde laeckensebroeck
een slechten rock met een slechten
heptrock
een heeren onderbroeck
een homasijnen onderbroeck
seven hemden
aent boffen waer onder twee waren met kant

IIIIe cap[it]el

van de klederen het geene tot lijve van den selven Jan Jansz van Fransburgh en ter tweede darde ofte leste overledene huijsvrouw heeft behoort

Twee swart huijcken
drie linne schorredoecken
elff linne neerstels
acht hantejen waer onder sijn vier
met kant

twee moukens
twee tippen van linnen
vier treckmutsen
een linne en een kamerdoeckje huijst
acht neuscoecken in de sack
vijff neusdoecken om den hals
drie nachthals doecken
een spaanse cap
seven sack neusdoecken
een laeckens mutsje
een vronck met een swarten tijs
een paer vrouw hoosen
twee gecoleurde turckse jacken
een swarten turcksen jack
twee blouwe stoffe rocken
een sergue schort
een blouwen schorteldoeck
een blouwen pletssrock
een geblompt satijn manteltgh
een regenkleet
een swaerte schoot
een root onder werstel
een sijde schorteldoeck
een sij kapie

van de klederen ten lijve van kinderen behoorde en wordt geen menrie ge-maeckt alsso sij die aff sullen dragen end dient

per mermorie

Ve cap[it]el

van bedden peuluween kussens gordijnen kleedtjens en de eenich linnen

een voordeel voor
den outsten soon
uten
uten


drie bedden
vier peuluween
vijff dekens
twee rechten

twee uten
uten

acht oorkussens
vier sloopen
vier sittekussens
noch vijff sloopen
ontrent twaelff pont fijn ge-
sponne garen
vijff gesteeche mutsen
eenige prullen van linnen
een blouw schoorcken kleesie

een uten
uten

vijff raeffel laeckens waer
onder een greood was
vijf handtdoecken
tien angenaijde neusdoecken

een paar

voordeel

seventien slaeplaeckens

een servet
tiendalff el linden daer hemden aff gemaeckt worden voor de kin-deren
noch twee gestreepte gardijnen

VIe cap[it]el

van houtwerk schilderijen boc-dekens eenige papiren ende schultboecken

een eijcken kast
een swart cruijsiefix
twee keers laijen
een spiegel
een scheerbort
een melck mouw
twee melck emmers
drie kleijne tonnekens
een pottenbanck
een juck
een was tobbe
twee waater emmers
twee vaelbancken
drie melck tonnen
negen stoelen
een baeckermat

twee halff vaeten
twaalf houte bordekens
een houten inck koocker
een keesbackje
thien houte taeffelborden
noch twee melck emmers
twee botter koppen
twee maeten
een botter nappe
een seeff
een was tobbe
een karne
twee kuijpen
een schaet mantgen
een mant om aenden arm te dragen
noch vijff slechten taeffelborden
een glaesekast
een spinnewiel
een eijcken taeffel
een eijcken kast
drie schotelreckjens
negen papiere printen
noch vijff printe

drie slechte schilderijen

voordeel voor de eersten soon

Een biljet waer op gescheven stont dat ter een snaphaen uijt stadthijse was gebracht
een reijssack
twee doosen met een wat klijnder
een sackjen daer de schultbaeten in waeren
eenige papiren van geen imper-tantie
eenich hout timmermans ge-reetschap edoch van geen impor-tantie

VIIe cap[it]el

van eijser cooper ende timerwerck

vier eijsere halen
een eijseren roosters
een eijseren treeff
een heerteijser
twee eijsere tangen
een koper schuijmspaen
acht tinne lepels
een tinnen beecker
twee tinne brandewijns maetjens
veertien tinne schotelen

ses tinne rekueren
ses tinne kannen
twee tinne hantvaeten
twee tinne kandelaeren
acht tinne kommen
drie bedtpannen
drie koopere blaeckers
een koperen kandelaar
een koper vijseltje
een strijck eijser
twee gebroocke cooperen kandelaers
twee beckers
drie asschoppen met koper daer aen
een koperen stulp
twee tangen met kopere kuipen
twee eijsere voet hengels
een eijsere vleijsgavel
een eijseren haelboom

voordeel

een roode koperen pot
een kooper confoortje
een kooper potketeltgen

twee eijsere potjens
een kooperen mercht emmer
eenich eijser timmer gereetschap edoch van geen importantie

VIIIe cap[it]el

van eerde werck

elff eerde schulp schotelen
seven en twintich eerde reljuers
seventien boter schoteltgens
vier eerde kopgens
ses jaciertgens
een eert werijwaters vat
vier tosten
vijff schotelen
ses eerde wijnkannen
drie bierkannen
drie botter potten
noch veertien schotelen

VIIIIe cap[it]el

van koijbeesten ende provisie

vier koijbeesten die de selve kinder-ren hebben vercost tot de lijcken ter aerde te brengen voor de somme van twee ten tachtich gulden tien st[uivers] die hier inphootse van de beesten uijt gezigen sullen woorden

dus -82-10-0

noch een veeren t welck is geslacht de helfte daer van kuijp gestoken en .. opgeg... sijnde de vijfde selve daer van overgedaen aende huerst van de molen voor de so[mm]e van twaelff gul[den] die hij aen molen met wercken soude verdienen dus dient per


Seventien stucken soo geroockt vlijs als speck door den anderen

m[em]o[rie]

Xe cap[it]el

van de schulden die den boedel moet hebben van verscheijde

Eersten moet de boedel hebben van Johan van Werckhoven ter causse ende als rest van seecker accoorde van dato 7e aprill 1670 de so[mm]e van vijftich guldens dus

50-0-0

noch een hondert gul[den ten laste van Cornelis Gijsbert Stultingh ter cause ende als rest van vers[chreven] accoorde dus

100-0-0

van Brandt van Huessen

3-3-0

van Rochus van Eede

17-0-0

van van Aecken

van Frederick de kleermaker

15-8-8

van de Rademaker te Breukelen

9-8-8

Meester Gerrit Rademaecker
vijftich gul[den] twaelff st

15-12-0

van Henderick van Bunnick

8-15-0

van Isaac van Broemer aen de vaert

3-0-0

van Jan Verweij tot wijck te Durstede

116-0-0

van Dirck Jans van Eede tim-merman binnen utrecht selve cal-culo van arbeijtsloon de so[mm]e van ses ende dartich gul[den] dus

36-0-0

349-7-0

204-18-0
249-7-0
454-1-0

XIe cap[it]el

van de lasten des boedels soo reel als personeel

een capitaal van twee duijsent vier hondert guldens op de vers[chreven] huijss[ing]e erve ende moolen ten behoeven van de hr Henderick van Pothuijsen raast in de vroetschappe en comesaris der stadt Utrecht gevesticht vermogens plechtbrieve van dato den 24e Oc-tober 1662 bij den voorn[oem]de Jan Jans van Frans[burg]

2400-0-0

verender daer op tegens vijff per cento jaerel[ijks] sijn verloopen van den 24 octob[er] 1668 ende die gerrekent to 24e octob[er] 1673 sijn vijff jaeren ende in gelden ses hondert gul[den] dus

600-0-0

nu moeten de renten noch gerekent worden van den 24e octob[er] 1673 tot den 24e feb 1674 als wanneer den cooper in de vorder renten tradt ende te aprael? t sijne lasten noch dat van gereeckent brencht uijt de so[mm]e van veertich gul[den] dus

40-0-0

een rentm[eeste]r de Reuver moet hebben van t restant van t jaer pacht 1671 tien gul[den] dus

10-0-0

nu staen noch open de jaeren pacht ten tijde van den oorloch gevallen en het dispuijt van vorder huer te hebben off niet dus dient per

memorie

Aen Adriaen Pouw Laeckencoper van gelevert laecken

10-0-0

Aen den schout Baeck

4-0-0

Aen Meerten Luijten Decker voor een molenroij

45-0-0

Aen de schoenmaekder van geleverde schoenen

12-0-0

Aen de sijlemaecker

125-0-0

Aen cornelia van gehaelt bier

13-15-0

Aen de smit

15-1-0

Aen de wed[uw]e Coddenoort

1-16-0

Aen Gerrit Thijmens

6-16-0

noch aende smit voor eenige sagen

25-15-0

Leendert Werjus Laeckencooper

34-10-0

noch een reecken van turcks baij als andersints

21-5-0

Adriaen van Meerlo voor arbeijts loon

8-3-0

Willem Mouris voort graven van een sloot

4-0-0

Aen den apothecaris lauter

8-2-0

voor vijff jaeren omgelden tot het jaer 1673

25-5-0

aen de wed[uw]e van apothecaris Druten

2-9-0

aen Nicolaus van Roijen van gel-levert draft

5-10-0

Gerrit Thijmens voor Kaersen

6-16-0

De wed[uw]e van Philips Robbaert van gelvert garen en lint

0-17-8

Jaepie Jan van Merevelt voor Kaas
aen Jan de With hooutcoper per rest
aen de barbier voor een jaer scheer loon

1-5-0
10-0-0
2-0-0

aen Frederick de Suijder voor arbeijts loon

81-17-0

aen Cornelia Coster van gehaelt meel
aen Dirck Jans van Ede voor hout
aen Cornelis Jans Kelstken
aen nots Merkerck van salaris van vers[chreven] lijst

0-10-0
48-0-0
- -0
20-0-0

noch moet het weeshuijsch hebben eenige jaren erffpacht edoch niet wetende hoeveel dus dient per

memorie

XIIe cap[it]el

van de dootschulden van beijde de leste overledenen

aen den do[kto]r Rossum van gedane visite

12-6-0

twee doodkisten

14-0-0

aen de vordere dootschulden vermogens reeckeningen ende quitantien daer van sijnde

59-17-0

86-3-0

welcken inventaris den voorn[oem]de Peter Jans van Fransburgh en Jan Gijsberts van den Boer in q[ualitei]te als in den tert hebben doen maecken nae haer besten kennisse ende wetenschappe sonder daer inne iet was dolo? malo? ofte ten quader trouwe achter gelaten off verswegen te hebben protesterende daeromme dat be.. den ..staanden in dien naemaels bevonden mochte worden dat dese inventrais met eenige goede-ren in ofte uijtschulden behoorden te worden vermindert ofte vermeerder dat sij dan sulken daer nae sullen dresseren sonder daer inne te willen wesen achter-haelt des ten oirconde is dese bhij ons ondertekent in utrecht op den den voorn[oem]de Peter Jans van Fransburgh ende Jan Gijsberts van den Boer ondertekent in utrecht op den sevenden maij XVIe vier ende t seventich oude stijll

Peeter van Fransburch

Jan Ghijsbertsen van den Boer

Mij present    
F Merkerck
nots  

3050-0-0
327-1-0
208-11-0
3585-12-0
86-3-0
3671-15-0
459-1-0
3217-14-0

Staet van goedern van Jan Jans van Fransb[urg] en sijne kinderen

de molen met huijss[inge] ende gereetschap nu vercost voor

3600-0-0

affgetogelde

lasten daer op gevesticht

2400-0-0

dus blijft suijver

1200-0-0

waer van de voorkinderen van eerste vrouw voor haer moeders goet moeten hebben boven de herlfte van inboedel en des moeders kledinge

600-0-0

de volgen helftequam dan aen Jan Jansz van Fransb[urgh] die aldoch weder troude sijn tweede huijssvr[ouw] welcke tweede vrouw die als doen werde comende te overleijden conform de huwel[ijkse] voorwaerden de helft van de ..ste vers[chreven] ses hondert is gecomen op dat kint uijt dat tweede huwel[ijk] verweckt

300-0-0

hier moet nu affgaen de helfte van een jaer renten jaerl[ijks]tegens 120 gul[den] sijn 60 gulden soo blijft

240-0-0

vant vercoste silverwerck copt tot tweede voorkint ontrent

30-0-0

dus blijckt dat den voorn[oem]den Jan Jans van Fransb[urg] ten tijde van sijn derde huwelijck niet meer hadde dan een vierde part in de molen tot

300-0-0

.40-0-0
.0-0-0
.9-0-0
..-19-0
.2-0-0
.8-7-0
.0-0-0
.4-6-0

mede affgetogen de selffe van een jaer renten als vooren tot sestich gulden blijft

240-0-0

Noch competeert den lesten gemeen boedel uijt crachte van acoort met Cornelis Gijsberts Stultingh de so[mm]e van 150 gul[den] daer niet veel affcom

150-0-0

aen boeckenschulden

199-0-0

in casso aen gelden ten .. vant overlijden

11-19-0

boven de helfte van inboedel

601-3-0

keijen verscost voor

82-0-0

verscost silverwerck

18-7-0

gehelfte van inboede bij geslage

100-0-0

801-10-

het kint van Stultingh moet aenden boedel

goet doen de genoten montkosten ende klederen sedert het overleiden van sijn grootmoeder gevallen

staten van boedel int geheel

801-60-0

Betaelde dootsgulden ende vordere lasten ende schulden

1238-3-0

Dus blijckt dat de lasten meer belopen als de effecten

437-3-8

2 goude ringen een silveren lusknoop ins xijler? een
een rode copere ketel sonder hengsel
een gecoleurde martelje? bij ..le.. brouwe schort
een eijcken kist
een mesch

corten staet des boedels van Jan Jans van Fransb[urg] soo die was opt overlijden

de molen met het huijsch aengecost voor twee duijsent vier hondert guld[den]

2400-0-0

alle de boedel ende huijsraat uit ge sondert het voordeel van den outste soon

100-0-0

aen vercost gout ende silverwerck

48-7-0

Aen 4 vercoste roijen

82-10-0

Aen gelt in boedel

11-19-0

enden

uijt staende schulden

349-4-0

ende widenden?

2992-0-0

lasten des boedels

..78-3-8
..92-0-0
..86-3-8

Op de molen staat gevesticht ten betaelen van hr Pothuijsen
Renten tot den sterffdach
vordere lopende schulden di all bekent sijn

2400-0-0
640-0-0
638-3-8
3678-3-8

ergo soo soude den boedel boven de onbekende schulden volgens inh.. dese calculatie te cost

comen

686-3-8

nu autem soo hebben mij de vers[chreven] mole cost voor 3600 gul[den] ende over sulcks 1200 gul[den] meer als nu bovenstaande calculatie

1200-0-0

1200-0-0
686-3-8
..8-16-8

aff getogen de 680-3-8 die den boedel als voors[chreven] te cort quamen soo hadden de boedel sel..

513-16-8

...... .... van den rente

dit
dartiende part en kan pot met oor hebben ten sij de vers[chreven] 680-3-8 die de oudste van verscheijde debiteuren moet hebben eerst ende all voorens zijn ingemaant twelcke bij dese tijt als meest quade schulden sijnde quaat sall sijn om den kinderen over sulcks niet sien dat het selve bastert kint niets trecken kann ist in tegendeel aen de boedel noch debet houde wesen van cost gelt dat het meeste verteeren volgens accoorde daer van sijnde

ni moeten de eerste voor kinderen voor haer moeders goet de helfte van de molen hebben het tweede voor kint mede haer part d.. inde halve molen sulcks dat hier alrede ve..rt ...t

nu sijnder noch eenige pachten ongelden erffpachten te betalen als mede een reecks aen Cornelis Jansz niet voors[chreven] het we.. ende nopende de 349-4-0 die den boedel meer hebben moeten noch gemaant worden ende wordt vernout niet vull? aff te sullen comen

grouwen hoet
een silver orijser
een silveren jas knoop
agnus die
2 gouden h..pringen
silveren pinnen



IIIe

een swarten pruijk
een groenen turckse jack
swart jack
een blauen sloff...
een .erg.. schort
een swarte schort
een zijde schortedoeck
...

IIe Cap[itu]le huij...

een silveren penninck

ongedeijlt IIe Cap[itu]le

een silver ooreijsers
silveren tas knoop
agnus dei
twee gouden ha.pringen

IIIIe Cap[itu]le

een swarte huijch?
een swarte turckse jack
een sergue? schort
een blouwen pleten rock
een regen kleet
een swarte schort
een sijde schorteldoecks met een
sijde kap

IIIIe Cap[itu]le

een swarte huijch
een gecleurt manteltgen ende
een blouwe stoffentoce ?

een swarte hoet

Ve Cap[itu]le

reijssack

twee groote tinne schotelen

Ve Cap[itu]le

een eijckenkast

VII

copere stulp
een tange
keele t koper

een h.. voor ons
een gecoleurde iiack voor ons

het 4de cap[itu]l sall t.. hebben uijtgesondert de enne ..uijck een den iaeck ende boven dien de gesocte van den acte Stulting ende dan zo geen opg.. 33 gul[den]

II Cap[itu]le

het silveren oorijser
een


Homepage | E-mail