| 529
no 140 141 Den 26 en november 1793 __vegten Compareerden voor mij Nicolaas Wilhelmus Bud dingh notaris 's hoofs van Utrecht etc[etra] De eersame Gijsbert van Dam woonende onder den gerechte van Harmelen in q[aulitei]t als ececuteir |
|
| van testamente en nalatenschap van wijlen Maria Knijf laatst weduwe Jan Wilschut te kennen gevende dat voornoemde Maria Knijf weduwe Wilschut bij testamentaire dispositie den 26 en maart 1791 voor mij notaris en zekere getuijgen gepasseerd hadde gelegateerd
aan Gerrit Knijf, Gijsbert Knijf, de kinderen |
| van Joris Knijf bij representatie in haer vaders plaatse Geertrij Knijf wed[uw]e Jacobus van Dam en Zweer Knijf ieder voor een vijfte partie den eijgendom van een hofstede met achtien mer gen weij en hooijland ofte zo groot en klein dezelve gelegen is onder Reijerscop en Haanwijk bewoond wor dende bij Bart Knijf voorts het ongemunt goud en zilver mitsgaders kleederen en lijftoebehooren voor de aldaar testatrice voor zo verre zij over de laats gemelde niet nader zoude hebben gedisponeerd op den last dat de voorgestelde legatarissen binnen den tijd van ses maanden zouden moeten voldoen en uijtkeeren aan Johanna Knijf huisvrouw van |
|
530 Cornelis van Bijleveldt een somma van een duij zend guldens Dat voorts gemelde testatrice bij den zelven testamente hadde gelegateert aan Zweer Knijf (en vermits zijn vooroverlijden) was door haar zo ten aansien van het voorgemelde als nog volgende legaat bij codicil laire dispositie den 25 e februarij deezes jaars voor mij notaris en getuijgen gepasseerd verklaard dat de kinderen van wijlen Zweer Knijf zoude moeten komen in al zodanig recht als waar toe hunne vader indien hij de aldaar comparante hadde overleeft uijt krachte van de voorsz[egd]e testamentaire dispositie gerechtigd zouden zijn geweest het zelve alzo op de lasten bij dien testamente vermeld |
| en specialijk van de natemelde agt mergen hooijland
nog op zodanige last van huur als met het overlijden van de aldaar comparante bevonden zoude worden daar aan te behoren aan voornoemde kind of kinderen van Zweer Knijf legateerende den eijgendom van agt mergen weij en hooijland gelegen onder den indijk Hollands op den last van een uijtkering eener somme van vijff hondert gulden te destribueren aan de per soonen bij dien testamente breder gemeld hebbende voorts de testatrice begeert dat het collate raal door de legatarissen zo verre dat van hun gelegateer de zal komen te verschuldigen voor eijgen rekening zoede moeten voldoen zonder daar van iets te kunnen repeteeeren van de legatarissen aan win zij verpligt zijn uijtkeeringe te doen |
| 531 verklaarende dienvolgens de comparant in zijne qualiteit
aan de voornoemde legatarissen aftegeeven onder den gerechte van Creuningen s[in]t Pieters een hofsteede met zijn betimmering bepoting en beplan ting mitsgaders ses morgen zo weij als hoijland strekkende voor uijt de halve cade slooth over den dijk tot achter en de halve cade slooth toe daar westwaards Jan Velthuijzen en oostwaards de roomsche armen van Harmelen naast gelegen zijn Drie mergen weijland strekkende als de voorn[oemd]e zes mergen daar westwaards Arie de Lange en oostwaards den roomschen armen van Harmelen naast gelegen zijn onder Reijerskop Creuningen 's gerecht Drie mergen weijland waar van een en een half mergen
gelegen onder Creuningen Indijk onder de provintie van Holland welke drie morgen belend zijn westwaards de |
| roomschen armen van Harmelen en oostwaards de erfgenaamen van de heer Martens onder den gerechte van Harmelen en Haanwijk zes mergen hooijland strekkende uijt de halve wetering tot in de Reijerscopper wetering of Hollandsche kade toe daar ten westen Gijsbert Kiddelkoop en ten oosten Gerrit van Eijk naast gelegen zijn nog verklaarde de comparant in zijne heer voorbe schreeven q[ualie]t aan zich zelfs als voogd over de kinderen van Zweer Knijf en alzulks ten behove van dezelve kinderen af te geeven
Agt mergen weij en hooij land gelegen onder den Indijk hollands daar westwaards Tijmen Hammoen en oostwaards Willem Schinkel naast gelegen zijn voorts compareerde mede voor mij notaris en getuijgen |
| 533 Gerrit Knijf,Gijsbert Knijf Gijsbert Knijf Jorisz, Maarten Hol laar als in huwelijk hebbende Rijkje Knijf en dezelve Rijkje Knijf, Gijsbert Vendrig als in huwelijk hebbende waar bij hij geboorte in lelven heeft Annigje Knijf om dezelve Annigjen Knijf Bart Knijf Arie Vendrig als in huwelijk hebbende Lijsje Knijf waar bij hij geboor te in lven heeft Cornelis van Bijleveld als in huwelijk heb bende Johanna Knijf waar bij hij geboorte en leven heeft en Tijs Knijf
zijnde voorn[oemd] e Gijsbert, Rijkje, Annigje, Bart, Lijsje, Johanna en Tijs Knijf de eenige en alle meerderjarige kinderen van Joris Knijf, Geertruij Knijf wed[uw]e Jacobus van Dam en eindelijk Gijsbert van Dam in q[ualitei]t als aangestelde voogd over de twee minderjarige kinderen van Zweer Knijf met naem Lijsje en Jannigje Knijf en alzo te zaamen gerechtigd tot de voorsz[egd]e legaaten verklaarendezoo in prive als q[]ten dees ag_____ de voorbesz[chreven] hofsteede en landerijen op de lasten en uijtkeeringen bij den testamenteen codicille vermeld overgenomen specteerende zo verre die in den boedel gevonden zijn bekennende |
| alzulks van de voorn[oemd]e legaat voldaan aan betaalt te zijn met
renuntiatie van alzodanig actie recht en pretensie als hen zo in prive als q[]t eenigsints uijt hoofde voorsz[egd] op den boedel van wijlen Maria Knijf wed[uw] e Jan Wilschut hebben gecompeteerd iputeerende des wegen volko men bij dezen verklarende voorts de eerste comp[ara]nt Gijsbert van Dam te authoriseeren om uijt de kooppen[ing]e welke bij verkoop van de voorsz[egd]e hofsteede met achtien morg[en] land zullen wederen geprovenieerd te voldoen het legaat van een duijzend gulden aan Johanna Knijf huisvrouw van Cornelis van Bijleveld gelegateert als meede om daar van te detrakeeren het beloop van zodanig collateraal en onkosten als de voorn[oemd]e Gijsbert van Dam wegens der comp[ara]ntes gelegateerde zal hebben uijtges schoten
nog versoekende hier van dit instrument met consent dat het zelve onder de gerechten waar onder de goederen gelegen zijn werde geregistreet gepasseert te Harmelen present Izaak van Alphen en Willem van Berke stein als getuijgen Geijsbert van Dam |