Op huijden den 26 oktober des jaars 1765 compareerden voor mij Jan Tieleman Blekman notaris s hoofs van Utrecht etc[etr]a ende getuijgen nabenoemd hier toe versogt Aaltje van Jaarsveld weduwe en boedelharster van Cornelis Gijsbertsz Verweij wonende onder den gerechte van den Ouden Rhijn ter eenre r Aerjan Blokland als in huwelijk hebbende Agatha Cornelis Verweij en dezelve Agatha Cornelis Verweij nagelaten dogter van voorn[oemde] Cornelis Gijsbertsz Verweij in eerder huwelijk verwekt gij Maria Gijsbertsz van Heusden Item Gijsbert Cornelisz Verweij en Jan Cornelisz Verweij bijde nagelaten zoonen van gemelte
Cornelis Gijsbertsz Verweij in een twede huwelijk geprocreert bij Cornelia Jansd van Maurik Mitsgaders Gerrit Dingensz van Jaarsveld als geassumeerde voogd over Dingen Cornelisz Verweij en Maria Cornelisd Verweij onmundige nagelaten kinderen van meergem[elde] Cornelis Gijsbertsz Verweij bij de boedelharster in echte geprocreert volgens acte van assumtie den 11 maart dezes jaars voor mij notaris en getuijgen onder den gerechte van ^ter andere zijde den Ouden Rhijn gepasseert ^ te kennen gevende dat den voorn[oemde] Cornelis Gijsbertsz Verweij den
31e december 1764 onder den voorsz[egde] geerechte van den Ouden Rhijn is komen te overlijden nalatende tot zijne erfgenamen ab intestato de evengenoemde Agatha, Gijsbert, Jan Dingen en Maria Cornelisz Verweij Dat de comparanten met genoegen zijnde langer in de gemeenschap des boedels van de eerste comparante en haare gemelte overleden man te blijven maar dezelve in der minne te verdelen zo hadde de eerste comparante aan de comparanten zo in prive als q[ualitei]t ter andere zijde ten eenemaal opengelegt en bekend gemaakt den staat en gelegentheid des voorsz[egde] boedels mitsgaders daar van doen maken een behoorlijken staat en inventaris de welke de comparanten ter andere zijde verklaarden geexamineert en
bevonden te hebben dat de lasten en schulden des boedels de boedels goederen in waarden komen te egaliseren waaromme de comparan- ten zo ter eenre als andere zijden wegens de nalatenschap van meergemelde Cornelis Gijsbertsz Verweij met den anderen hadden aangegaan een minnelijk accoord zoo als 124 de gezamentlijke comparanten bij dezen verklaarden met den anderen overeengekomen en geaccoordeert te zijn in dezer voegen dat de comparante ter eenre zijde alleen en in t geheel in vollen en vrijen eijgendom zal hebben en behouden alle de goederen des voorsz[egde] boedels zo wel t contante geld gemaakt goud en silver haaff vee gedorst en ongedorst koorn melk en bouwgereedschap huijsraad en imboedel als de provisie bij
het 1e, 2e, 3e, 4e en 5e capittulen van den voorsz[egde] inventaris gespecificeert geene van dien uijtgezondert waar tegens de comparante ter eenre zijde dan ook alleen en in t geheel zal moeten lasten en voldoen zo als zij verklaarde aan te nemen bij dezen alle de schulden en lasten deszelven boedels als mede de doodschulden meede geene uijtgezondert verklarende de eerste comparante daar en boven aan Agatha, Gijsbert en Jan Cornelisz Verweij mitsgaders aan haare voorn[oemde] twee onmundige kinderen te bewijzen voor derzelver vaders besterffenis ider een silvere ducaten belovende dezelve onmundige kinderen na haar vermogen te zullen opvoeden en noodwendigheden versorgen mitsgaders een behoorlijke kostwinning te zullen laten leeren
wijders verklaerde de comparante ter eenre zijde aan Gijsbert en Jan Cornelisz Verweij zo lange dezelve bij haar zullen blijven inwonenen en haare bouwerij helpen waarnemen te samen te zullen goeddoen en uijtkeeren de suijveren ^ in helfte van t geenen ^ haaren boedel na dato dezes zal bovende werden overgewonnen te worzijn verbindende de gesamentlijke comparanten tot nakominge en voldoeninge dezer hunne perzonen en goederen dezelve onderwerpende den ed[ele] hove en gerechte van Utrecht voorts allen anderen heeren hoven rechteren en gerechten verzoekende hier van acte die deeze is
aldus gedaan en gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Anthonie van Blok- huijsen en Jan Mulder als getuijgen |