105 107
Op huijden den 18 nov[em]b[er]
17 acht en vijftigh

compareerden voor mij Johannes Kelffkens not[ari]s en de voor de nagenoemde getuij- gen

Pieter Kippersluijs de welke ver- klaarde gehuurt te hebben van juffrouw Baatie van Waaij wed[uwe] Frans van Everdingen sekere huijsinge bergen en schuur __ns twintigh morgen soo weij als bouwlanden en boomgaard staande ende gelegen onder den geregte van The- maat dan nogh vier morgen bouwland gelegen onder den geregte van Vleuten den huurder bekendt en tans door hem in hure gebruijkt wordende en dat voor den tijd van ses agter een volgende jaren die haren ingangh nemen sullen in reguar- de van de landerijen met petri en ten aansien van de huijsinge met primo maij des jaars 1759 jaarlijx en een ider jaar voor en omme de somma van drie hondert en veertigh gulden eens geld zulx dat allen

de ongelden blijvende voor rekening van de verhuurderse uijtgesondert de XX st[uijve]rs per morgen personeel die alleen blij[ven voor] rekeningh van de huurder te betal[en] beloofde pagtpenningen __n twee t____- mijnen alsse de eene helfften op den 1 des jaare 1759 ende wederhelfft en den 1 jan[uari] des jaars 1760 en soo vervolgens voor jaar tot jaar de huurjaren gedurende voorts __ geconditioneerd dat den huurder verpligt het huijs glas en vloerdigt te houden uit- gesondert indien bij starke wind enige glasen daar uijt mogte waaijen de welke g___ g____ de welke indien gevallen de verhuurderse weder digt sal laten maken den huurder sal de sloten aan dit vrijen de specterende wel moeten onderhouden mitsg[ader]s alle jaren t land gruppelen da den eijsch als mede de wijlanden be- hoorlijk bloten en mesten ook het voorsz[egde] gehuurde land te houden uijt alle soh_ __ slagen dijken dammen en sanden bruggen en watergangen welke het ge- huurde hoe genaamd enigsints onder he- vigh mogten sijn en dat alles tot des huur- ders kosten wijders sal den huurder het gehuurde moeten gebruijken als een goed huurman schuldig is behoordt te doen

en ten gemelde huurjaren behoorlijk en ten opleveren de messie al___ hoffstede moeten laten den huurder _____ dat aan hun bij t aanvaarden deser huren gelevert is het navolgende koort te delen alsse twee morgen zaed anderhalff morgen gaast ___ mogen weijd_ welke v__ __ koorn in mergen tale de huurder bijt eijnde of verlaten deser huurjaren weder aan de verhuurderse sal moeten opleveren int vorde- re sal den huurder sig moeten reguleren na de ordinan[tien] en placaten op de abuijssen en ineen__ __ ___ der huijsluijden gemaakt en nog te maken
tot naarkominge en prestatie van t gene voors[chreven] staat verbindende computen sijnen hare personen en goederen de selve onderwerpende de indicature van den ed[ele] hove van utregt en allen anderen heren hoven regteren en geregten en omme dese ten allen tijden na den geregtelijk te reitereren renoveren en beken- nen mitsgaders hem huurder in den inhou- de van dien vrijwilligh te doen en laten con- demneren van alsmede omme inde ontwaringh te consenteren soo verklaarde hij bij desen onwederroepelijk te constitueren en magtig te maken Bernardus Sluijterman procu[reurs] voorden ed[ele] hove van Utrecht offte ijmand van de vordere procur[eur]s in den tijd aldaar poste- lerende hier toe eers versogt belovende de rato versoekende hier van acte die dese is

Aldus gedaan en gepasseert b___ voorsz[egd] ter presentie van Goverd van der _ Ijssel en Jan Willem van Achterberch getuijgen hier toe versogt

Pieter Kippersluijs

  B:V:Waaij
weddu[we] V.Everding

G:van Den ijssel
1758

J:W:V:Achterberg
          1758
    Johann:Kelffkens
        not[ari]s