gros 6 st[uivers] zegel
den geregte van vleuten lighaam van | 13 Compareerden voor mij Gerard Jan van Spall not[ari]s etc[etr]a en voor denabe noemde getuijgen Maria van Es wed[uw]e van Arien Wilschut Aeltie van Es meerderjarige jongedogter Herman van Rhijn als in huwelijk hebbenede Cornelia van Es daar hij ten deezen tijd levende geboorte bij heeft wooendenden geregte van alle onder de Hooge weijde
mitsg[ade]rs Joost van Senten^soo voor sijn selven enals man en voogdt over sijne huijsvrouw Hanna van Es daar hij ter deezenins gelijktijd levende geboorte bij heeft woonen de onder Woerden dog jegenwoordigh alhier te zaamen nagelaten kinderen^en erfgenamevan haaren vader Arien van Es op den 2en april deses jaars 1741 op de hofsteede genaamt den Hoedt overleeden tekenne gevende dat den selvehet doode haaren vader ofwel desselfs doo nog boven aerde staande enna christelijk gebruijk ten aerde diende te worden bestelt endat de comp[ara]nten welgeneegen waaren omme het selve te willen doen dog dat sij lieden sulx niet anders wilden doen dan ex pietatis intuitu sonder haarlieden voor
als nog voor erfgenaamen te willen declareren ofte haar in ofte met gemelten boedel te willen univiseren daar van bij deeze wel expresselijk protesteerende alwaart schoon dat de comp[ara]nten eenige doodt schulden quamen te betaalen sulx niet anders te willen doen dan omreedenen voorschreve en opdat dit ten allen tijden soude komen blijken soo constenteerden de comp[ara]nten hier van acte die is deeze aldus gedaan ende gepasseert op coorgemelte hofstede den Hoet geleegen onder den geregte van Vleuten ter presentie van Cornelis Lam en Jan Krijn als getuijgen hier toe versogt op den 5en april 1741 Maria van Es dit merk x is gesteld bij Aeltie van Es de tweede comp[ara]nte
| |