Op huijden den darden Maert seventien honderd drie en vijftigh compareerde voor mij Dirk Ofkamp notaris s hoofs van Utrecht residerende en bij de edele groot achtbare heren en vroedschap derselver stad gead- mitteerd en voor de nabenoemde getuijgen Pieter Kippersluijs de welke verklaerde gehuurt te hebben van juff[rouw] Baatje van Waaij wed[uw]e Frans van Everdingen sekere huijsingen bergen en schuur nevens twintig mergen soo weij als bouwland en boomgaerd staende ende gelegen onder den
geregtje van Themaet dan nog vier mergen bouwland gelgen onder den geregte van Vleuten den huurder bekend dat voor den tijd van zes aen een volgende jaren die haren aenvang genomen hebben in reguaard van de landerijen met Petri en ten aensien van de huijsinge nemen zullem met p[rim]o meij beijde deses jaars 1753 jaarlijx en ijder jaer voor en om de sommen van drie hondert zes en dartig gulden eens geld zulx alle de ongelden blijven voor rekening vande verhuurderse uijtge- sondert de XX st[uive]rs penningen personeel die alleen blijven voor rekening van den huurder te betalen de beloofde pagtpenningen in twee termijnen alsse de eene helfte op den 1e julij deses jaers 1753 en de wederhelfte op den 1e jan[ua]rij des jaers 1754 en soo vervol- gens van jaer tot jaer de huurjaren gedurende voorts is geconditioneert dat
den huurder ____ __g__ ___t___ __ff__ twintig ____ in kas de ___ ___ ___ berg off _____ t selve tot zijnen kosten z___d__ ___ ___________ ___ ___ zal zulx d____ ____ ____ ____ ___ ook belovende reparatie verhuurder ____ den huurder is mede verpligt is het huijs glas en vloerdigt te houden uijtgesondert indien bij sterke wind eenige glasen daer uijt mogte waijen de welke indiengevalle de verhuurderse wederdigt zal laten maken den huurder zal de slooten aen dit verhuurde specterende wel moeten onderhouden mitsgaders alle jaren t land gruppelen naden eijs als meede de weij- landen behoorlijk blooten en mesten ook t voorz[egde] gehuurde land te houden uijt alle schouwen slagen dijken dammen zandpaden bruggen en watergangen welke het verhuurde hoe genaamt eenigsins onderhevig mogten zijn
en dat alles tot des huurders koste wijders zal den huurder het gehuurde moeten gebruijken als een goed huurman schuldig is en behoort te doen en ten eijnde de huur jaren behoorlijk moeten opleveren ende mo__ al __ op de hofsteede moeten __ opleveren ende messie als dan op de hofstede moeten laten den huurder bekend dat aen hem bij't aenvaerden deeser huure gelevert is het navolgende coorn te velde alsse twee mergen zae__ ander half mergen gerst en een mergen weijt t welk verheur van Coorn en mergen talen de huurder bij t eijndigen of verlaten deser huure weder aende verhuur- dersse zal moeten opleveren in t verdere zal den huurder zig moeten reguleren na de ordonnantien en placaten op de abuijsen en inconvenienten der huijsluijden gemaakt en nog te maken
tot nakominge van t geene voors[chreven] verbindt
den comparant zijne persoon en goederen de selve onder werpende de inducature van den ed[ele] hove van Utregt en alle anderen heeren hoven regteren en geregten en omme deese ten allen tijden nadergeregtelijk te reitereren renoveren bekennen mitsgaders hem huurder in den inhoude van dien vrijwillig te doen en laten condemneren als meede omme in de ontwaringe te consenteren soo verklaerde hij bij deesen onwederroepelijk te constitueren en magtig te maken Bernardus Sluijterman pro[cureu]r voor den ed[ele] hove van Utregt ofte ijmand van de verdere pro[cureu]rs in der tijd aldaer postulerende hier toe eerst vershogt belovende de rato versoekende hier van acte die is desse
aldus gepasseerd binnen Utregt ter presentie van Diederik Constant en Rijk van Vliet Pieter Koppersluijs
D Constant
1753
RvanVliet
Dirk Ofkamp
1753 | 