Compareerden voor mij Hendrik van Dam not[aris]
vrouwe Philippina d Orville weduwe wijlen den inde ed[ele] gestrengen heer m[eeste]r Jan Leonard van Ewijk in leven heer van de Ewijk en Thermaat en raad ordinaris van den ed[ele] hove van Utrecht dewelke verclaarde verhuerd te hebben aan ende ten gehoeve van Cornelis Peek die alhier mede compareerde enook in hure bekende aan te nemen bij desen sekere hoffstede met ses en twintig mergen soo weij hooij als hennip land staande en gelegen in gerverskop tot nog toe bij den huerder bewoond en gebruijken dus selven hem bekend ende dien weder op- nieuw voor den tijd van ses aan een volgende jaren die haren ingang nemen zullen ten reguarde van de landerijen met Corsmis 1763 en ten opsigte van de huijzinge met Primo Meij 1764 jaarlijx en ieder jaar voor de zomme van drie hondert vier en sestig gulden een gelden sulx de vrouwe verhuerdersse alleen en int geheel sal moeten betalen alle reele en personele ongelden ongelden
uijt de voorschreve verhuurde hoffstede en landerijen gaande te betaalen de voogemelde huurpenninge op kersmis ieder jaar den huurder sall het voornoemde land uijt alle schouwen moeten houden soo van slooten dijken kadens en zandpaden miets uijtgesondert alsmede alle de messie op het verhuerde vallende op hem selve te laten en behoorlijk over het land brengen alles buijten kosten van de vrouwe verhuurdersse en voorts de
het gehuurde allesints moeten verbeteren en niet verargeren en in alle het geene waar omtrent geen particuliere conditien zijn gemaakt soo nopens het gebruijken als weder op leveren der voorschreve hoffstede en landerijen sullen de comparanten hun regulerent na de ordonatien en placaten dien aangaande gemaakt off nog te maken ter nacoming en voldoening van t geene voorschreve is den comparanten verbinde haare perzonen en goederen de selve onderwerpende den ed[ele] hove van Utrecht en alle andere regteren en geregten constituerende benevens den Abrahan van Col procureur voor den ed[ele] hove van Utrecht en alle de verdere procureurs in der tijd al daar postulerende te samen en ieder van hen in het bijzonder omme dese huur cedulle te reitereren renoveren en bekennen en hem huurder daar inne bij meer gemelte hove te doen en laten condemneren belovende de rato onder verband en submissie als voren Aldus gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Helmert van Dam en Jan Boek als getuijgen op den 10e december 1763
|