Compareerde voor mij Hendrik van
Dam notaris etc Arien Janssen van Doorn weduwe-naar boedelhouder en lijftogtenaar van Willempje AriensCornelis sijn overledene huijsvrouw sijnde den compartant gesond van lichaam met ons gaande staande en bij volkomen verstand als klaarlijk bleek de welke verklaarde overe een gedeelte van sijn natelatelate goederen te disponeren in kragte van den octroije s hoofs van Utregt door den comparant op den 03-02-1725 van den ed[ele] hove van Utregt geobtimeert wienvolgende den comparant daer verklaarde te prelegateren aan Albert de Greeff in huwelijk hebbende Geertje Ariens van Doorn des computs dogter eerstelijk alle den huijsraad en imboedel soo die jegenwoordig in sijns comparants voorhuijs is off wel so als die op zijn overlijden bevonden sal worden uijtgesondert een bede toebehorende aan des comparants soon Jan Ariensz van Doorn vorders
verklaarden hij comparant nog te prelegateren aan den voornoemden Albert de Greeff twee paarden ijder gerekent op tagtigh gulden mitsgaders nog drie koeijbeesten ijder koeijbeest gerekent off gestelt op twee en veertiges gulden met desen verstande dat hij Albert de Greeff na doode van den comparant de optie en keuze sal mogen hebben om de voorn[oem]de beesten no sig te mogen nemen off wel de gestelde somma van ijder beesten in gelde te mogen eijsschen en pretenderen na sijn welge welgevallen alle het welke voors[chreven] staat den comparant verklaarden te wesen sijn codicil laatste en uijtterste wille die hij begeerde dat na zijn dood volkomen kragt hebbe en agtervolgt worden sal t zij als codicil off eenige andere uijtterste wil schoongenomen al waren alle nodige plegtigheden hier toe gerequireert niet geobserveert versoekende den comparant hier van acte die is dese
Aldus gedaan en gepasseert tot Doorn ter presentie van Jan van Dam secret[a]r[i]s tot Doorn en Herbert van Doorn als getuijgen hier toe versogt op den 4en september 1728 | 