Op huijden comp[areer]de voor mij Maurits Overvest not[ari]s etc[etra] De heer Nicolaas Nelleman senior binnen deese stadt ende verklaarde verhuurt te hebben aan Cornelis Hendrickse van Oort en desselfs huisvrouw Maria Cornelisen van de Leemkolk die alhier mede compareerde en in hure bekende te accepteren en aan te nemen sekere seven mergen bouwlandt lands gelegen in Schalckwijck ontrent de Heul edogh soo groot en kleijn als het selve land ter plaatse voorsz[egd] gelegen leijt den huurder bekendt en vervolgens onnodigh de strekkingen en belendingen te expresseren en dat voor den tijd van ses agter een volgende jaren welke haren aanvanck reets genomen hebben met cormis van den
jaare 1734 en over sulx expiereren corsmis des jaars 1740 jaarlijcx en ijder jaar voor en om de somme van t negentigh g[uld]en eens geldt (dogh indien de grauen quamen te rijsen en meerder komende te gelden sullen de huurderen naar advenand ook meerder pagtpenn[ing]en betalen) en sal de heer verhuurder alle de ongelden en lasten in t geheel sal moeten voldoen den huurder sal de uijtgeloofde pagtpenn[ing]en commer vrij binnen Utrecht aan handen van den verhuurder moeten betalen en sulcx te eenemal teffens op corsmis in ijder jaar precies oft bij wanvoldoeninge op den gestipuleerden tijd sal den huurder van de vordere hure vervallen wesen indien den verhuurder dat versuijm sal willen opnemen en anders niet en sal den
huurder nogh gehouden sijn jaarlijcx tot toepagt te geven twee koppels volwasse jonge honderen den huurder sal verplight wezen het voorn[oemde] land wel te behavenen besloten en in goede vaagh en messie te onderhouden als mede t selve landt uijt alle schaden schouwen en banwerken moeten onderhouden en t voors[zegde] landt gebruijken als een goed huurman (in comformite van de placcaten diens aan gaande geemaneerd) schuldigh is te doen en ten eijnde der huurjaren weder behoorlijk opleveren tot naarcominge van t gunt voorsz[egd] staat verbindende comparanten hunne personen en goederen soo roerende als onroerende geene exempt enhij huurder specialijk sijn haaft en vee oft coorn op de gemelde landen berustende of in t vervolgh daar op te brengen deselve
submitterende ten bedwangh als na regten en specialijk de willige condemnatie van den ed[ele] hove van Utrecht voorn[oem]t constituerende ten dien fine onwederroepelijk Thomas Vosch van Avesaat proc[ureu]r vor den selven hove ende de verdere proc[ureu]rs aldaar inder tijd postulerende omme den inhoude van desen voor den welgemelden hove te reitereren renoveren en bekennen mitsg[ade]rs de comparanten daar inne vrijwillig te doen en laten condemneren als naar stijl belovende de rato onder verband en bedwangh als na reghten versoekende hier van acte die is deese aldus gepasseert binnen Utrecht ter presentie van Chrales Doorgank en Stephannis Breveldt clercq als getuijgen hier toe versogt op den 19e nov[ember] 1735 |