18 april 1744 2 g[u]l[den] E Te betalen de gestipuleerde huurpenm[ingen] van jaer tot jaer precies op den verschijndag | 134 Cornelis Gijsbertse Verweij wonende onder den gerechte van den Ouden Rijn mij notaris bekend dewelke verklaarde gehuurt en in hure genomen te hebben wel ed[el] gestr[enge]
van den ^ heer m[eeste]r Jan Jacob van Westrenen heere van lauwenrecht etc[etra] raed ord[inaris] in welgem[elde] ed[ele] hove omtrent seven mergen bouw en weijlanden waar onder het boomgaerdje begrepen is en dat soo groot en klijn het selve gelegen is onder den gerechte van den Ouden Rhijn bij den huurder reeds in hure gebruijckt wordende en sulx hem welbekend dit voor den tijd van negen agtereen volgende jaeren die haer aenvang genomen hebben met den 12e januarij deses jaers 17 vier en veertig jaerlijx en ijder jaer voor en om de somma van ses en tagtig guldens a 20 st[uive]rs t stuk boven het personele mergengeld verders eensgeld blijvende de verdere lasten en ongelden voor rekening van den heer verhuurder E den huurder sal het campje naest het bos mogen hoijen dog gehouden wesen over
vier jaeren het selve geheel over met messie toetemaken het verdere land salden huurder moeten bewijden en niet vermogen in t geheel te hoijen den alleen de agterste camp om het andere jaer mits weder eens in dese huurjaeren behoorlijk toemakende voorts sal den huurder dit gehuurde tot sijn kosten moeten houden uijt alle soorten van schouwen schaden en banwerken t selve enigsints subject Alsmede behoorlijk moeten sloten en twemaal des jaers alsse in de maanden van junij en september sloten en van alle onkruijt suijveren en wijders gebruijken als een goed huurman schuldig is en behoord te doen t selve verbeteren en niet verargeren moetende ook gedogen dat het agterste land sij overweg over dit verhuurde moeten hebben alsmede het rijden van het hoephout over dese gehuurde
landen verders sig gedragende nae de placaten en ordonnantien deser provincie op het verhuren der landerijen geemaneerd off nog te emaneren Tot nakominge van t geen voorsz[egd] staet verbind den comparant sijn persoon en goedern deselve onderwerpende den Ed[ele] hove en gerechte van Utrecht voorts allen andere heren hoven regteren en gerechten en omme dese ten allen tijden nader geregtelijk te reitereren renoveren en bekennen mitsgaders hem huurder in den inhoude deses vrijwillig te doen en laten condemneren verklaarde hij onwederroepelijk te constitueren en magtig te maken Jacob van den Doorslag Cornelis Frederik Pronchert procureur voor den ed[el] achtb[are] gerechte deser stad ende 135 verdere procureurs soo voor den voorsz[egde] hove als
gerechte in der tijd postulerende te saemen en ijder van haer in t bijsonder belovende de rato Aldus gedaen en gepasseerd binnen Utrecht ter presentie van m[eeste]r Jacob Smit en |