Notarieel 162a20 / 106_5 Utrecht | 07-03-2008 pag. 1 |
N. 106
Dit zegell direndt[?] tot de aniexe[?] conditien der verkoopinge van eenige parceelen op den 5de deses wegens de heeren burchmeesteren van de buur- kerk publiequelijk gedaen actum Utrecht den 7e septemb[er] 1739 C F Prockert nots |
Conditien en voorwaarden waar na de heeren kerkmeesteren van de Buurkerk Utrecht ingevlge van de resolutie van de ed[ele] achtb[are] heeren borgerm[eeste]ren en vroedschapp der stad Utregt verkoopen sullen de nabe-schreeven Parceelen landereijen in de Provincie van Utregt geleegen | ||
In den eersten sal deese verkoopinge gedaen werden voor of om car[oli] gul[den]s tot XX st[uij]vers t stuk
en sulx vrijgelds soo van den 20en pen-ning opstellen deeser coopconditien gros en afschriften van dien doen van transport zegels leges in alle andere daar aen dependee-rende onkosten die de koopers oder in reguard van sijn gekoste alleen lasten en dragen sullen moeten gekoste aanvaerde in het genot van dien treeden sullen ider voor sijn gekoste te stellen twee sufficeante borgen ten genoegen van de heeren verkopers de welke haar te saamen en ider in het bijsonder en voor het geheel onder renunciatie van de exceptien van excussie en divisie de kragt van dien haarlieden voor onderrigt houwdende sullen moeten verbinden den inhoude deeser coopcontien te voldoen regte postuleerende te saamen ende ene ider in het bisonder onder beloften van ratificatie
pers goedvinden sullen of ander-sinds de partije wederom opnieuw te doen afslaen en verkoopen onbe-kroond van ijmand eerstelijk verkoopen zal zeekere ses mergen soo weij als hennip land gelegen onder den geregte van Reijers cop op Holland strecken uijt de Reijerskopse wetering tot de oude Weteringh toe daet oostwaarts de heeren edelen en ridderschappen s lands van Utregt wegens het convent van Marrendaal en oostwaarts _ _ _ _ naarst geland ende gelegen zijn in huure gebruijckt vij Bruijn Jansse Hollaer |
trekgelt | Den 5en september 1739 | |
Item negen mergen weij en hooij land gelegen onder den geregte van Harmelenweerdt ten deele gemeen met hetcapittel ten dom Utrechtde welke daar over ook den overwegh hebben van den eenen dam tot den anderen schuijnen over den anderen liggende streckende uijt de leijdse vaart zuijwaarts op daar oostwaarts de heeren van den capitule ten dom voors[chreven] en convent van wittevrouwe en westwaarts het voors[chreven] capitel ten dom de commande-rije van Hermelen en den schout Jansonius naast geland ende gelegen sijn in huure gebruijckt bij Huijbert elisse van Schaijk |
trekgelt | | |
ten behoeve van de wel ed[ele] eerwaerde heren decan en capittulairen ten dom t Utrecht |
nog zeven mergen soo weij als bou land waar onder een boomgaart en waar op |
30 a 5½ st | Ingeset bij den heere van Lauwenrecht op | |
Als ook agt mergen soo weij als bouwland gelegen onder den geregte van Themaat streckende uijt de the-mater weteringe tot over den ouwenaar toe daar ten oosten juf[rou]w Marie van Bijleveld en ten westen Anthonij van Oostrum naast geland en gelegen zijn gebruijkt bij Evert Aartsen van Houten |
20 a 5½ st | Ingeset bij den heere van Lauwenregt op | |
Nog ontrent twee en een halve mer-gen soo weij als bouwland mede onder themaat gelegen leggende in de ongelden voor drie mergen streckende van den dijk tot aen het land van de erfgenamen van Ravenswaaij de welke over dit parceel het regt van overwegh hebben daar oostwaarts Matthijs Hoveling en westwaarts Pieter van Bijleveldt naast geland ende gelegen sijn mede bij Evert Aartsen van Houten gebruijckt |
20 a 5½ st | Ingeset bij den heere Henrick | |
als ook twee mergen weijlandt en een hoeve geleegen onder den geregte van Cockengen streckende uijt de halve Dijksloot tot de gemeen lands kaade toe daar zuijdwaarts het convent van den Daal en noordwaarts jffr[ou]w van der Horst naast geleegen zijn gebruijkt bij Luijt Cornelisse Verlaan |
20 a 5½ st | Ingeset bij Thomas Vreeswijk | |
ten beoeven van sijn selven off die hij binnen drie dagen nomineren sall Dit merk is + gestelt | |
# | Zeeckere vijff mergen twee hond lands bemeender voor in drei a vier weeren |
| Ingeset bij Willem Hogen- | |
Die kooper is geworden om ten behoeven van sijne moeder juffr[ou]w Anna Loijster wed[uw]e van de schout Jan van der Pant Item nog vier mergen weijland gelegen onder den geregte van Heijkop streckende van den Heijnkopper Caade tot den Middel weteringh toe daar mevrouw Schot oostwaarts en de Schout Everardt Vlaar westwaarts naast geland en gelegen zijn in huure gebruijckt bij Hendrick van Ried |
20 a 5½ st | Ingeset bij de schout | |
Ook drie mergen weij en bouwland gelegen onder den geregte van Oostveen aen de Maartensdijk streckende van de Maartensdijksewegh tot aen de Holland-se raadinge toe daar oostwaarts den schout Swavink naast geland ende gelegen sijn gebruijckt bij Gijsbert van Steenwijk |
20 a 5½ st | Ingeset bij de h[ee]r Jan | |
Ende dan nog drie mergen weijland mede onder Oostveen aen de Maartensdijk gelegen streckende van de Maartensdijk-se wegh tot aen de nieuwe weteringh toe daar westwaarts den heere van den Engh en oostwaarts den heere Meerman naast geland en gelegen zijn gebruijckt bij Ot Jansje |
20 a 5½ st | Ingeset bij de h[ee]r van de | |
Item vier mergen twee honderd elff roeden onder Oostveen agter de saagmalon aen het swartewater staende gelegen streckende van de quackeldijk tot aen het land van N: Casius toe daar oost-waarts de heeren edelen en ridderschap-pen s lands van Utrecht en westwaarts den selven Casius naast geland en gelegen sijn gebruijkt bij de heer Justus van Liebergen |
20 a 5½ st | Ingeset bij Hermannus | |
| borgen { Cornelis van Rijn Vier mergen bouwland gelegen onder den gerechte van Zuijlen en Sweseringh in de ongelden bekent voor ses mergen # waarinne goede steen tichel en pan aerde gevonden werdt streckende uijt de Leeghweijdscen dijk noordwaarts op tot aen het Land van heeren Edelen en Ridderschappe s lands van Utregt toe daar oostwaarts de selve heeren edelen en ridderschappe en westwaarts mevrouw van Rommel naast geland ende gelegen zijn gebruijckt bij Cornelis van Rooijen |
20 a 5½ st | Ingeset bij de heer van |
|
| voor hem en voor Adriannus Spieren-burgh die deselve koop beijde aan namen Agt mergen Hooijland gelegen onder den geregte van Loenreslooth streckende uijt den Anxter tot de Veekaade toe daar boven N:N: en beneden den heere van Loenderslooth naast geland en gelegen zijn in huure gebruijckt bij Jan Hees en Teunis Corver ider voor vier morgen F sijnde dese agt mergen leenhorigh aen de huijse van Loenersloot sulx den cooper sal moeten lasten en betaalen de brieven van vorleij hier gemakte hoft regte en wat der aen verder de-pendeert met de zegels van dien |
20 a 5½ st | Ingeset bij Teunis Corver | |
Op huijden den 5 e september 1739 compareerden voor mij onderge[schreven] not[ari]s ende voor de na genoemde getuijgen de heere en m[eeste]r Bartholomeus de Gruijter heer van Groenewoude regadt ende in q[ualitei]t als kerkm[eeste]r als verkoper ter eenre ende de coopers en borgen hiervoren bij ider parenteell aangeteeckent andereliede ende verklaarden en bekenden haare verkoponge gecoopt ten borgtogt gestant te doen en constituerden de koopers en borgen de procur[eu]rs hier vooren ge-noemt ter sine als daar bij staat uijtgedruckt en consenterde dese comaparanten hier van acte de welke dese is Aldus gedaen verleden en gepasseert binnen Utrecht voor ende ter presentie van Jacob van Dam en B D Gruijter van Groenewoude |
H V Ewijck | A F Godin |