den 21/3 1737
tweemael
op zegel
van 6½ st
gesteld

No 21

Compareerde voor mij Jacob van den
Doorslag notaris
's hoofs van Utrecht

de heer en M[eeste]r Cornelis van Cleeff Raad in de vroed-schap en scheepen der stad Utrecht en verklaarde ver-huijrt te hebben aan Cobes Speijkerhorst en Geerie Arisse van Doorn echtelieden de welke alhier mede compareerden en verklaarden in huijs aan te neemen seekere huijsinge en hofstede met sijn bergen schaaps-hokken en schuer met ontrent tachentigh mergen bouwland daar onder bij ofte in de sestigh mergen thiend vrij met nogh ontrent vijftigh mergen binneveld en sulks ongeveer te saame groot hondert en dertigh mergen dogh so groot en kleijn als hetselve geleegen is onder den gereghte van Doorn bij de huerderssen berijds eenige jaaren bewoont ende vervolgens aan haar lieden wel bekent met dat reght van twe bijste-der te moogen setten en vreijdom van den erijtender thiend en dat voor der tijd van vier jaaren die haarer aan-vangh bereijds hebben genoomen met februarij des jaars seventhien hondert vier en dertigh ende vervolgens ex-spireren sullen februaru 17e aght en dartigh jaarlijks ende alle jaar om de somme van drie hondert negen en t negentigh g[u]l[den] en thien stuijvers boven een verk_ lam

Jaarlijks tot toepaght anders eens gelds sulks ter lasten van der heer verhuerder verblijvr alle de reeele ongelden en schattingen als oudschilt geld leekkendijks geld en rensker kleijn hoefgeld en twintigh stuijvers per mergen reeel en wat meerder ter lasten van de eijgenaars inge-willight is ofte namaals uijtgeseth mogte worden en sal ter lasten van de huerders koomen de twintigh st[uivers] per mer-ger personeel en vorder alle sodaanige schattingen als de huerders meerder onderhevigh sijn oft namaals t haaren lasten mogte ingewillight worden te betaalen de beloofde paght penn[ingen] in ieder jaar op den verscheijn dagh aght daagen onbegreepen en sullen den huerders in cas van wanbetaalinge van de verdere huer verstreken sijn so den heer verhuerder dat versuijm alse sal gelieven op te neemen den huerder sal ook geen verminderinge van paght ofte afslagh moogen pretenderen uijt hoofde van eenigh misgewas anders als bij oopen oorlogh waar om-trent men sich als dan sal reguliren als bueren boven ende beneeden gelijk ook den huerder geen afslagh van paght sal moogen pretenderen ter oorsaake der heer verhuerder berijds eenigh land van het binneveld zo-mer boomen als anders heeft bepoot ofte besaijd met sparren ende namaals nogh soude willen bepooten

also den heer verhuerder daar ontrent de maght aan sigh behout de huerders sullen geen opgaande eijke beuke ofte andere boomen moogen snoijen veel min hakken maar alleenlijk het berken houd staende om het klevernkampie en dat geduerende sijne huer jaaren maar eenmaal. De huerders sullen de huijsinge bergen sohuer en schaapshokken glas en dack dight moeten onderhouden en also ook op-leveren gelijk sij ook tot haaren kosten sullen maaken ende onderhouden alle deijken kaaden wagen ende watergangen sandpaaden en andere bouwerken aan deese gehuerde landen behoorende ende den heer verhuerder diensaangaande houden buijten schaade en schouwe. Dat meede de huurders op haar eijge kosten en arbeijd deese landen wel sullen moeten mesten ende haaveren voorts het land verbeteren noijt verargeren ende vervolgens geen messie van de plaats moogen brengen ende de welke eijnde de huer jaaren door op gevonden word sullen de verhuerders daar op moeten laaten leggen. De

huerders sullen vorder so ontrent het gebruiken als opleeveren der gehuerde landt t eijnde de huer jaaren sigh in alles reguleren na de ordonantie en placcaten op het gebruijken en opleeveren der gehuerde landen berrijds geemaneert ofte nogh te emaneren tot nakominge deses verbinden de huerders haar persoon en goederen deselve ondrwerpende het oordeel en excutie 's hoofs van Utrecht en vorder alle andere heeren reghteren ende gereghten constituerende en maghtigh maakende ten dien eijnde Henrick van Dam procureur mitsgaders een ijder van de vordere procureurs voor welc gemelte hove postulerende ominde den inhoude dese te reitereren en bekennen ende haer daer inne vrijwillig te doen en laten condemneren belovende de rato onder verband en submissie als boven
Aldus gedaen en gepasseert t Utrecht te presentie van Wessel van Kell en Tijmen Gerrits wonende tot Doorn als getuijgen hier toe versocht op den 16e meert 1737

Cor v Cleeff

      dit       merk is gesteld bij
Cobus Ø Spijkerhorst    

Gertije Aris van Doorn

Wessel van Kell

dit     merk is gesteld
bij Ø Tijmen Gerritse
J:v:Doorslag