101 voor haar vaders za[liger] goet volgens uijtcoop voor den notaris Wantenaer en seeckere getuijgen op den sevenden novemb[er] seventien hondert gepasseert de somme drie duijsent driehondert gulden bijt sevende capittule van de den invertaris geroert in minderinge van de voorschreve drie duijsent driehondert gulden worden d selve voorkinderen aangedeelt seeckere drie mergen bouwlant met coorn gewasch daer op staende gelegen onder den geregte van t Goij bij den hoogendijk daar aende eene zijde d h[ee]r Antonij de Beer en aende andere zijde de kinderen van de heer borgermeester van der Dussen volgens trans port voorden voorschreven geregte op den
8en maij 1695 gepasseert item noch seeckere vier mergen lants met coorn gewasch daar op staande mede onder den voorschreven geregte gelegen bestaande in acht ackeren daar beneden de weduwe van Noort aenden Dwarsdijk en daarboven Jo[hanne]s Panhuijs volgens coopcedulle van den 26e julij 1700 en opgevold transport in dat den bijt tweede capitulle van vastgoederen van den voorsz[egde] inventaris geroert en dat samen tot de somme van twee duijsent gulden soo dat aende voors[zegde] voorkinderen vaders goet noch resteert de some van dartienhondert gulden daar bijgevoegd haar moedersgoet ijder tot eenhondert seven en vijftig gulden tien stuijvers seve penninge soo comen de voorsz[egde] voor kinderen noch de somme van
sestienhondert vijftien gulden veertien penningen en sullen de resterende een duijsent ses hondert vijftien gulden veertien penningen bijden weduwenaer aan deselve voorkinderen worden voldaan uijt de cooppenn[ingen] van t vorcoste haaff beesten koorn en meubilen bijt darde capittel van den inventaris geroert en sal den voornoemder weduwnaer en boedelharder aan sijne kinderen Jan en Cornelis Egbertsen Uittewael voor haerlieder moedersgoet erff en besterff soo sij tot haren mundigen dage off met voogden raad tot een geapprobeerden staat gecomen sullen sijn aan ijder voldoen 102 de somme van een hondert seven en vijftig gulden tienstuijvers seve penningen sijnde onder hun beijden de somme van drie hondert vijftien gulden veertien penningen
voor de rente der voors[zegde] uijtcoops penningen sal den voornoemde weduwnaer ende boedelharder sijne twee kinderen onder houden in behoorlijke cost en dranck cledinge ende redinge onder ende over als mede te laten leeren lesen schrijven en een eerlijk handwerck naar sijnen staat ende gelegentheijt waar entegens den voornoemde weduwnaer sal behouden alle de vordere effecten bij den voorschreven staet en inventaris geroert soo roerende als onroerende goederen uijtgesondert de drie hondert guldens ten lasten van Gerrit Uittewael bijt t sede capittule van den inventaris geroert welcke somme tusschen de voors[zegde] weduwnaer en vier kinderen sullen sijn en blijven gemeen item noch van Hendrick van de Sant wegens huijshuer
van t huijs staende op t lant van Wenckum verschenen Maij 1706 naar aftreck vant schoorsteen gelt tot 37-,,-,, als mede noch van Leendert van der Wel en Jan Verweij |