3 Op huijden den 7en januarij 1693 ouden stelijk compareerden voor mijn Pieter Leechburch notaris 's hooffs van Utrecht etc[etr]a Simon Cornelissen de Jongh meerderjarich jonghman toecomende bruijdegom woonende aan de Hair ter eenre ende Maria Cornelis van Veldhuijsen meerderjarige dochter toecomende bruijt mede aldaar woonachtich geassisteert sijnde in desen met mij notario ter andere zijden beijde mij notario bekent de welcke verclaarden den anderen belooft te hebben te sullen trouwn gelijck sijl[ieden] salsnoch doende sijn bij desen en alsulcx metten eersten sijn bij desen en alsulcx
metten eersten haar voorgenomen houwelijck naer christelijck gebruijck en costume van den lande te sullen doen solemniseren tot avancement van welck voorgenomen houwelijck den toecomende bruijdegom is aanbrengende soodanige goederen ende effecten als hem voor sijn contingente portie competeren ende geexpresseert staan in den inventaris bij hem daar van doen maecken ende den 8en december 1692 in presentie van mijn notaris onderteeeckent op de lasten ende schulden daar bij vervath alle de welcke soo crachtich ende bundich sullen worden gehouden als off de selve van woorde tot woorde in desen ware geinsereert waar en tegens de toecomende bruijt mede ten houwelijck sal is aanbergen[de]
eerst aan contant ende gereetgelt de somma van vier hondert gulden boven een bedt meteen hooftpeulue en twee oircussens twee paar slaaplakens vijff |