Den 7en Junij 1704

52 51

g[e]st[elt] 8 st[uivers]

Compareerde Jan Evertsz Ram wechenaer van Willempie Jans woonende int Wael de welcke bij desen verclaerde vermits sijne ouderdom genegen te sijn uijt sijne huijshoudinge te scheijden ende als t selve alleen niet langer connende beheeren wienvolgende geresolveert hadde alle sijne goederen als naebes[chreven] over te doen aen Willem Corn[eli]s van Leemkuijl gertout aen sijne dochter Aeltie Jans Ram sulx den comp[aran]t ter eenre ende de voorn[oemde] Willem Corn[eli]s van de Leemjuil die alhier mede compareerde ter andere sijde dienaengaende verclaerden met den anderen over nemende geaccordeert te sijn in naevolbende manieren naementl[ijk] dat de voorn[oemde] Jan Everstsz Ram aenden voors[chreven] sijnen swager Willem Corn[eli]s Leemcuijl in eijgendom is overgevende alle ende den geheele sijnen inboedel en huijsraet soo van bedden deeckens wollen linnen hout koper tin en aerdewerck ende alles ten geene tot ende aenden boedel eenichsints is specterende alsmede de ses mergen lant gelegen onder Schalkwijk dat hij eerste comp[aran]t noch is over gevende alle het gedorst als ongedorst coorn hoij stroij soo inde huijs[ing]e bergen als schueren berustende alsmede alle het coorn te velt ende noch alle de paerden beesten ende alle vordere haefen veee mitsg[ade]rs wegens plaegen en alle t geene tot en aen de bauwerije eenichsints bevonden wert te behooren niets geexsipieert ende ook alle de hueren van d respe[ectievelijke] lander[ijen] die den vers[chreven] Willem Corn[eli]s Leemkuijl alsoo verclaerde te accepteren en aentenemen nochtans op de nabes[chreven] lasten alreede verscheenen ende noch te verschijnen dienvoegen den voors[chreven] Willem Cornelisz Leemcuijl daer voors toe t sijnen laste is aennemende alle de heeren pachten en ongelden alrede op de hofstede bij haeren bewoont mitsg[ade]rs van de vordere landerijen bij de eersten comp[aran]t gebruijckt geweest ten achteren staen ende int aennemen te verschijnen parthijen volcomen bekent alsmede alle lpenden ende andere schulden en lasten die den 1en comp[aran]t eenichsints is verschuldicht

geen uijtgesondert die parthijen volcomen bekent sijn van alle welcke voors[chreven] lasten den voorn[oemde] Leemkuil sijnen voors[chreven] schoonvader belooft te bevrijden cost en schadeloos te houden soo in als buijten rechten als alle de selve tot sijnen lasten nemende bij desen ende dit alles mede in extinctie ende voldoeninge van alle t geene de voorn[emde] Jan Evertsz Ram met sijnen voors[chreven] dochter Aeltie Ram mede tehn huwel[ijk] heeft belooft conform de huwel[ijkse] voorwaerden bijt aengean van t huwel[ijk] opgeregt dat hij Willem Corn[eli]sz van de leemcuijl daer en boven bij desen belooft voor hem en sijn huijsvrouw den voors[chreven] sijnen schoonvader Jan Evertsz Ram in sijn huijs te sullen onderhouden in cost dranck kledinge en redinge bewassen beoringen[?] ende benaeijen[?] ende in alles behoorl[ijk] hanthaven soo in sieckte als gesontheijt ende alle gerack ende gemack aendoen ende daer en boven aen hem uijtreijcken de so[mm]e van twaelff gulden tot sijn recreatie jaerl[ijks] ende alle jaers geduijrende sijn ver[zegde] leven ende dat voorn[eomde] Jan Evertsz Ram niet meer hantreijckingen in de huijshoudinge sal behoeven te doen als t sijner beluste dan soo t mochte comen te gebeuren dat parthijen inden vers[egde] huijshoudinge den anderen niet commende verstaen ende de voorn[oemde] Jan Evertsz Ram genegen wiert de huijshoudinge te verlaten dat alsdan den voorn[oemde] Willem Corn[eli]s van Leem cuijl jaerl[ijks] ende alle jaer precies sal moeten uijtkeern de so[mm]e aen voorn[oemde] sijnen schoonvader somme van seshondert gul[den] waer van alle halff jaer de helfte van dien sal moeten werden btaelt in te gaen op dato van sijn vertreck doch soo te mochten voorcomen (t welcke god verhoede) dat door eenige ongelegentheijt de voorn[oemde] Willem Cornelisz in geenen staet quame te geraecken omme de genelte hondert gul[den] jael[ijks] aen sijn voors[chreven] schoonvader te kunnen voldoen soo is bij desen expresse bedongen dat den voorn[oemde] Jan Everts Ram als dan aenstonts weder tot sijn prive gebruijck sal nemen de gemetle ses mergen lant gelegen in Schalckwijck

mette vruchten als dan daer op bevonden wordende ende d het selve lant gebruijcken sijn levenlanck geduijrende in plaetse van voors[chreven] belooffde hondert gulden jaerl[ijks] op alle welcke voors[chreven] conditien de voorn[oemde] parthijen beloofden t voors[chreven] accoort te sullen voltrecken ende alle t selve tes nae te comen ende te achtervolgen andert verbant als nae rechten versoeckende hier v[an] acte Aldus gedaen ende gepas[seer]t t Utr[echt] ter presen[tie] van Jan Gerrits Pauw woonende int Goij ende David Eijckel burger getuijgen hier toe versocht

Jan

Evertsen
Wiellhem van
Leemcuijl
Jan Gijsbersen pauw
Davit Eijckel

HWoudenbergh
not[ari]s