den 8en decem[ber] 1693 compareerde Jan Everts Ram woonen[de] int Wael de welcke verclaerde dat
Annichie Pieters Koppel in haar leven weche van Joost Ariss sijn schoonmoeder nu inde voorleden nacht ontrent ten twaelf uren deser werelt was comen te overlijden dat den comp[aran]t van maanige sijndewas het dood lichaam ter aerde toebesteden ende de costen van de begrafenis te versorgen dan alsoo den comp[aran]t des staet ende gelegentheijt des boedels geheel en onbewust was hij alsulx verclaerde de selve begrafenis niet anders te sullen doen als pietatio intintu ende uijt tlief dae gelije kinderen haer anders schien sijn sulx dat hij comp[aran]t hem waar alsncoh van desselfs naelatenschap geen arfgen[amen] wilde dragen ofte hem inde herediluijt[?] innuscieren maer van
maeminge te sijn hem dienaengaende te declaren als wanneer hij comp[aran]t volcomen opening[en] van den staet des boedels sal hebben becomen verwwerken achter de casten van die begrafenis te repeteren aende gereetste goederen des boedels van alle te welcke waarde selve begrafenis wel expressel[ijk] preserferen[de] bij desen versoekende hier en[de] acte aldus gedaen ende gepass[eer]t t utr[ech]t ter presen[tie] en Everhardus van Doesburgh ende Jphannes van Wouden bergh borgers getuijgen hier toe versocht Jan Evertsen Everardus van Doesborch JvWoudenbergh 1698 HvWoudenbergh not[aris] |