volgens den voorsz jn[ventari]s | resterende tot de dootschulden van de voorn[oemde] Johanna Schoth za[liger] tot het geene noch aen Johan Schoth vader van de overledene voor
de selfs legitime boven het geene bij inventaris geexpresseert is uijtgekeert is tot het geene aen van Seijst[?] ende Deur kant betaelt is tot de twee postenvan ongelden tot de portie int salaris van den heere advocaet de Leeuw tot deXXen penninck tot de segels tot de inventaris etc[etra] de verdiensten van Cornelis de Greeff tot ende de renten des verschots van Hen ricus Schoth tot bedragende int geheel | 350 195 122 12 47 37 146 1
3 35 -952 | - 0 -18 -12 -13 -11 -10 - 5 -17 -11 - 0 -17 | -0 -0 -0 -0 -8 -0 -0 0 -0 -0 -8 |
-952 | -17 | -8 |
| noch suijver overschot ende deijlbaer blijft | 2407 | -14 | -8 |
| de welcke gedivideert in vijff portien ofte deelen wort bevonden iders vijffde part te bedragen de somme van vierhondert een en tachtich guldens tien ende omme vervolgens te procederen tot uijtvin dinge ende voldoeninge van iders contingent soo voort voor eerst Henricus Schoth in proprie teijt toegeschijden ende hem oock geaccepteert de somme van vier hondert guldens uijt de actie
van twee duijsent guldens die Johanna Schoth za[liger] competeerde ten laste van den selven Henricus Schoth |
| ende des selffs vaste goederen dus ende den renten die van de selve geheele twee duijsent guldens t sedert den 1e 6eptemberis XVJe ende tachtich ver schene sijn ter somme van - mitsgaders alsuclke negen hondert ende t negentich guldens ende veertien st[uijver]s als hij Henricus Schoth noch bij maeckgescheijt van den 1e septembris XVJe ebde tachtich personaliter aen gemelte Johanna Schoth za[liger] schuldich gebleven is dus alsmede de renten daer van t sedert den | - 400
- 201 - 990 | - 0 -17 -14 | -0 -0 -0 |
| selven | -1592 | -11 | -0 |
| selven maekcgescheijde tot den XVJe octobris XVJe twee ende tachtich verschenen ter somme van Item het gerede gelt int sterfhuijs Johanna Schoth za[liger] bevonden tot uijtbrengende te samen Dan alsoo Henricus Schoth maar competeert ter saecke sijner vijffde part int voorsz[egde] suijvere deijlbare | 1592 84 83 1760 | -11
- 3 -18 -12 | -0 -0 -0 -0 |
| de somme van emde voor dat hij voldaen heeft ende noch voldoen sal doot schulden ende andere lasten vervat bij de tweede ende volgende posten des capittels van lasten de somme van inportrende in t geheel | 481 -602 -1084 | -10
-17 - 8 | -14 -8 -6 | -1084 | - 8 | -6 |
| soo heeft den selven Henrick Schoth noch overich ofte te veel | 676 | - 3 | -10 |
| Berent van Beeckum en Cathalina Schoth echteluijden comt ter saecke van haerluijder contingente vijffde part int voorts suijvere |
|
dese deijlbare de somme van in minderinge van t welcke de selve in eijgendom toegescheijde ende bij haerluijden oock geac[ce]p teert wort de somme van vier hondert guldens uijt de acte van twee duijsent guldens die Johanna Schoth za[liger] competeerde ten laste van desselve Henricus Schoth ende des selffs vaste goederen dus sulx dat gemelte Berent van Beeckum ende Cathalina Schot echte luijden noch resteert de somma van
| - 481 - 400 81 | -10
- 0 -10 | -14 - 0 -14 |
| de welcke sij uijden bij het onderteeckeneen deses bekennen ontfangen te hebben uijt handen van Henricus Schot in minderinge van t geene hij als verhaelt overich ofte te veel heeft Marcus van Beeckum ende Elselina Schoth echteluijden competeert mede ter cause vanhaer |
| haerluijde hare ditoure vijffde part int
voors[zegde] suijver deijlbare de somme |
| van in minderinge van t welcke de selve in proprieteijt toegescheijden ende bij haerluijden oock geaccep teert wort de somme van vier hondert guldens uijt de acte van twee duijsent guldens die Johanna Schoth za[liger] competeerde ten laste van Henricus Schoth ende des selffs vaste goederen dus invoegen dat geseijde Marcus van Beeckum ende Elselina Schot echteluijden noch resteert de so[mm]e van | - 481 - 400 - 81 |
-10 - 0 -10 | -14 - 0 -14 |
| die sij luijden bij het onderteeckenen deses bekennen ontfangen te hebben uijt handen van Henricus Schoth is vorder verminderingh van t geene hij hier voorens op sijne portie overich ofte te veel heeft Jan Claesz Schoth onmundige naergelatene
soone van Claes Schoth za[liger comt oock ter saecke van des selffs contingente vijffde part int voors[zegde] suijvere deijlbare de somme |
| van ende ter cause van des selffs heefte inde drie hondert ende vijftich guldens voor de eerste poste vna de lasten ten behoeve van hem ende van Cornelis Cornelis de Greeff gebracht de somme van belopende te samen de somme van in minderinge van t welcke hem
selve Jan Claesz Schoth in eijgen dom toegescheijden mitsaders bij Daniel Petitepas als oom ende momber over den selven geaccepteert wort de somme van vierhondert guldens uijt de actie van twee duijsent guldens die Johanna Schoth za[liger] competeerde ten laste van
Henricus Schoth ende des selffs | - 481 - 175 - 656 | -10 - 0 -10 | -14 - 0 -14 |
Ick Daniel Petite pas als mober over Jan Claesz Schoth bekenne bij desen dat Henricus Schtoh de Neffenstaende twee hon | vaste goederen dus ende de somme van twee hondert guldens uijt hetgeene |
- 400 | - 0 | -0 |
hondert guldens opgebracht heeft alse al voor dato deses de somme van een hondert | 400 | - 0 | -0 | 656 | -10 | -0 |
guldens geemploijeert tot onderhout van de voorn[oemde] Jan Claesz Schoth ende de laetste een hondert guldens op huijden geemploijeert tot suppletie van dit capitael van ses hon dert gul[den] op huijden telaste van den advo caet Brejelius q[ualitie]te qua ende ten behoeve van voorn[oemde] Jan Claes Schoth beleijt actum
|
geene Henricus Schoth hier voorens op sijne portie overich ofte te veel heeft omme tot vermaninge opge bracht ende ondertusschen daer van t sedert den XVJe octobris XVJe twee ende tachtich interesse naer advenant vier guldens per cent jaerlijk betaelt te worden dus bedragende in t geheel | - 200 - 600 | - 0 - 0 | - 0 - 0 | - 600 | - 0 | -0 |
t Utrecht op den VIJe augusti XVJe drie ende tachtich | sulx dat den voorn[oemde] Jan CLaesz Schoth
noch resteert de somme van | 56 | - 10 | -17 |
Daniel Petitpas mij present Duerkant 1683 not[ari]s | de welcke Daniel Petitepas des selffs oom ende momber bij desen bekent ontfangen te hebben uijt handen van Henricus Schoth in minderinge van desselffs voorsz[egde] over ofte te veel hebbend Cornelis Cornelis de Greeff onmundige naergelatene soone van Maria Schoth za[liger]
compateert mede ter saecke van des selffs haere ditaire vijffde part int voorsz[egde] suijvere |
| deijlbare de somme van ende ter cause van des selffs heefte inde drie hondert ende vijftich guldens voor de eerste poste vna de lasten ten behoeve van hem ende van Claes Jan Claes Schoth gebracht de som me van importerende te samen de somme van in minderinge van t welcke hem Cornelis Cornelis de Greeff toege scheijden mitsaders bij Cornelis de Greeff als vader en voocht van den selven geaccepteert wort de somme van vierhondert guldens guldens uijt de actie van twee uijt de acte van twee duijsent guldens die Johanna Schoth za[liger]
Henricus Schoth ende des selffs vaste | - 481 - 175 - 656 | -10 - 0 -10 | -14 - 0 -14 |
ick Cornelispecor nelisters de Greeff bekenne bij desen in q[ualitei]te als vader ende voocht van Cornelis Cornelis de Greeff mijnen onmundigh soon
ontde nffenstaeendetwee |
goederen dus ende de somme van twee hondert guldens uijt het geene Henricus Schots hier vo | - 400 | - 0 | -0 |
twee hondert guldens uit handen van mijn swager Henricus schoth ontfangen | | 400 | - 0 | -0 | 656 | -10 | -14 |
ende weder geem ploijeert te hebben tot belegging der plechte van twee hondert ende vijftich gul[den] ten behoeve van mijnen voorn[oemde] onmundigen soon ge |
vorens op sijne portie overich ofte te veel heeft omme tot vermaninge opgebracht ende onder tusschen daer van t sedert de XVJe octobris XVJe twee ende tachtich intresse naer advenant vier guldens per cento jaerlijx betaelt |
vesticht op het huijs van Henrick | te worden dus uijtbrengende int geheel | - 200 - 600 | - 0 - 0 | -0 -0 | - 600 | - 8 | -8 |
Jans Smith aen de Bilt actum t Utrecht op den XIIe |
in voegen dat de voorn[oemde] Cornelis Cor nelis de Greeff noch resteert de so[mm]e van | - 56 | -10 | -14 |
januarij XVJe vier ende tachtich Corneli de Greef mij present Duerkant 1684 not[ari]s | Die Cornelis de Greeff des selffs vader ende voocht bij desen bekent ontfangen te hebben uijt hande van Henricus Schoth in minderinge van des selffs voos[zegde] over oft te veel hebbende
ende alsoo Henricus Schoth mede aen ider van sijne vordere mede erffgenamen t sedert den xvje octobris xvje twee ende tachtich intreress betalen sal tegens vijff gul vier gul[den] en vijftien st[uiver]s jaerlijx betalen sal van t geene aen elck van de selve toegescheijden is uijt de actie van twee duijsent guldens die Johanna Schoth za[liger] competeerde ten laste van Henricus Schoth ende des selffs vaste goedere soo be kennen de resp[ectievelijk]e comparanten daermede de naerlatenschap van meergenoemde Johanna Schoth za[liger] volcomentlijck geliquideert ge scheijden ende gedeijlt te hebben d eene mittsdien ten behoeve van d andere renuntierende vertijende ende affstant doende van t geene
elck hier voorens toegescheijden ende aen getelt is sonder dienthalven buijten het voorverhaelde eenige de miste actie meerder op den anderen ofte malkanders aengedeelde te reserveren behouden ofte oijt te sullen pretenderen directelijck ofte indirectelijck in rechten ofte daer buijtentot welckers voldoeninge ende naercominge de selve oock verbinden haerluijder resp[ectiev]e persoonen ende goederen de selve submiterende den ed[ele] hove ende gerechte van Utrecht mitsgaders alle andere heeren hoven rechteren ende gerechten met versoeck dat |
| dat hier van acte verleent werde die is dese aldus gedaen ende gepasseert sonder arch ofte list binnen Utrecht ter presentie
van de heere ende m[eeste]r Gerard de Leeuw heere van Schalckwijck etc[etra] ende van Jan Cor[neli]sz Koets als getuijgen hier toe versocht |
| Hendrickes Schodt Berendt van Becom M V Bekumsz Daniel Petitpas 1682 Cornelis de Greef Gerard de Leeuw 1682 Dit / merck is geteeckent
bijJan Corsz Koetsz voorn[oem]t J Deurkant 1682 not[ari]s | |