112

op huijden den XJ^e meij anno 1635 stilo antique comp[areer]^de
Gijsbert Claesz wonen[de] in Achtienhoven ende
bekende voor hem ende zijn erffgen[amen] wettel[ijk] ende well
schul[dich] te zijn Beernt Gerritsz borger t Utr[echt] ende Annichgen
Sebastiaens zijne huijss[vrouw] ende haerl[ieden erffgen ofte haers rechts hebben[de]
om d somme van eens hondert k[aroli] gul[den] paijements naebes[chreven] die
sij comp[aran]t bekende dat zijl[ieden] hem in goeden gangbare gelde naer
evaluatie lest binnen Utrecht gepuliceert vol ende all betaelt
ende aengetelt^hebbben heeft den jaerl[ijk] ende effel[ijk] losren[te] van dess[e] gul[dens]
ende vijff st[uiver]en tot XX gehalveerde st[uiver]en d vers[zegde] gul[dens] gereckent te
betaelen dien een helfte de renten versz[egd] op ten XJ^en novemb[er] nu
naestcomende ende d ander helfte opten XJ^e maij daer naest
volgen[de] en[de] zoevoorts jaerl[ijks] effel[ijk] en[de] eeuwel[ijk] als vrijs gelts
van huijs gelt XL^e XX^e XIJ^e ende andere min ofte meer penn[ingen] ende
alle andere impsitien ofte schaggin[ge] in tegenwoordich ende toecomen[de]
tot dien eijnde van alle ordon[anti]en ofte placcaten ter contrarie
wel expressel[ijk] ref renutierende mit voorwaerden dat hij comp[aran]t
ende zijn erffgen[amen] dese versz[egd]e renten tot alre tijt als schul[den] belieft
op eenich termijn der betaelinge van Beernt Gerrits ende zijn
huijsf[rouw]en ende haerl[ieden] erffgen[amen] ofte sonder sbrief vers[ t effens ende
nijet aen delen sellen mogen vrijen lossen ende affcopen itte
somme van eens hondert k[aroli] g[oede]n paijements versz[egd] ende dat in
goeden gangbaren gelde naer evaluatie ten tijde der lossin[gen]
lest binnen Utrecht gepubliceert en[de] mitte verschenen en[de]
onbetaelde renten gelovende voorts sij comp[aran[t voor hem ende zijn
erffgen[aen aen same[?] versz[egd] heml[ieden] totalre tijt alltij[d] tot haerl[ieden]
costi zoe van[de] XL pen[ning] als andersins vorder susficiente
verstenisse inde versz[egd]e rente mitter hooft somme van dien te doen als
recht is aen ende uijt goet vrij eijgen goet buuren ut[recht[ ofte in[de]
lande ende gestichte van Utr[echt] gelegen den hoven van Utrecht
subject ende geen dijck nocht in sgoet zijn[de] ende heml[ieden] oock
den innehouden deses gerechtel[ijk] te belijden en[de] hem daer inne
telaten condemneeren t haerl[iedn] cist testont tot vermaninge
ter selver tijt comp[areer]^de mede voor ons not[ari]s ende getuijgen
Lenart Kempen als pasteijbacker borger t Utre[echt]
mij not[ari]s bekent ende constitueerde hem zelven onder
renuntia[tie[ van d exceptie van excussie want effect
van dien veel bericht izjn[de] borge als p[rinci]pael voor hem ende
zijne erffgen[amen] voor Gijsbert Claesz ende zijn erffgen[amen]
 

aen hande van Beernt Gerritsz ende zijn effgen huijsvr[ouw] ende haerl[ieden]
erffgen[amen] worde voldoenin[ge] ider versz[egd]e hondert k[aroli] gul[den] coopsoms
ende jaerl[ijkse] renten van dien mitsga[ders] voor het presteren
der clausule van vestenisse ende allen anderen poincten
vorens geroert[?] constituerende voorts zij beijde comp[aran]ten
Antonij van Waeij clercq omme henl[iieden] inde innehouden
van alle t gunt versz[egd] staet gerechtel[ijk] daert begeert worden[de]
zall te laten condemneren t haerl[ieden] cost gelovende de
rato ond submitteren[de] zij beijde comp[aran]ten tot nacomin[ge]
deses haerl[ieden] personen ende goederen den e[de]e hove van utr[echt]
ende allen anderen heren hoven rechteren ende gerechten
renuncierende d exceptie van geen gelt ontfangen te
hebben ende allen anderen exceptien ende defensien ter
conterarie versoecken[de] hier van acte gedaen t Utr[echt]
ter p[rese]ntie van Willem Fransz ende Sijmon van
Blanckendael borgers t Utr[echt] als getuijgen hier toe
gerequireert

 
 
Ick beernt Gerritsz borger
t Utrecht bekenne mits desz[e]
dat Claes Jansz^Bilter wonen[de] in
Westbroeck van wegen m[eeste]^r
Lenaert Kempenaer als borge voor
Gijsbert Claess mij affgelost
heeft de hondert gul[den] cap[itaal]
twitte desen geroert met
twee g[uld]en vijftich st[uiver]s voor
verloop van dien t zedert den XI ^e
meij 1639 tot date deses daer
van verschenen t oircont mijn hant

get[ek]en[t] bij + Gijsbert Claesz
versz[egd]
 
      Lenaert Kempenaers
            Susanna Gerris van der Aert
Willem Fransz Veij
  Sijmon van Blanckendael

desen XIX^e octob[er] 1639 ouden stijll ende ick
Claes Jansz voorn[oem]t bekenne in extincite van de
borchtochte bij m[eeste]^r Leonard Kempenaers hier boven
gepass[eer]t ontfangen te hebben de renten obl[igatie] van
gelijcke hondert k[aroli] gul[den] cap[itaal] bij Louff Louffsz
gepass[eer]t ten behoeve van Willem Claesz mijnen
swager in date den 23 ^e aprilis 1629
mitsg[aders] d acte van coshie daer bij

 
        mij present

   G van Waij not[ari]s
         1633

gaen[de] bij dne selven Willem Claesz ten behoeve
van m[eeste]^r Lenard voorn[oemt gedaen in extincit van zijns
m[eeste]^r Lenarts borchtochte van date den 8 ^e aprilis 1637
ende neffens den not[ari]sHoutman ond[erteken]^t ende dat uit hande van
here ad[vocaa]^t Munter ten bijwesen van m[eeste]^r Marten Gutshoven
consenteren[de] daeromme inde cashaen[?] deses als geschit is

Actum uts[upra]
get[eken]t bij Claes   Jansz Bilter
versz[egd]               +   Berent Geret

Mij p[rese]nt
G van Waeij not[ari]s