Notarieel 8520 / 42 woerden | 30-01-2021 pag. 1 |
| generale voorwaerden op |
| Men sall dese vercoopinge doen bij guldens De respective coopers sulle verobligeert |
Ende dit alles in goet ganckbaer gelt t sij
Oock in vrijen en[de] suijveren gelde sonder en[de] soo bevonden mocht werden van de goederen de coopers sullen oock van ijder gulden | |
leen | de vorsz[egde] ransoenpen[ning] sullen de coopers Gelijck oock de coopers datelijck bij het Soo de coopers onvoorsien mochten wesen de coopers sullen op hare costen ontfangen |
de coopers sullen in plaetse van waer borchtocht Die eenich bodt biedt en[de] gelt treckt Indien twee off meer te gelijck mijn Dat opveijlen en[de] afflaen sall men den bode | |
achtervolgende de voors[zegde] generale conditien Den 6e martij a[nn]o 1657 openbaer godtdach | |
T | en selven dage de voorsz[egd] huijsinge erve |
t ransoen -131-5-0 | a[nn]o 1657 |
Merrigen Diercks | Aert Adriaensz Cosijn | ||
dit merck + is gestelt | mijn present |
| noch willen de voorsz[egde] vercoopers doen opveijlen |
ransoen 112-17-8
| Op huijden toe gebruijckt is ofte sulcx Ten dage voorsz[egd] sitdach gehouden als Ten voorsz[egde] dage is t voorn[oemde] weer lants en Heinderick Adrijaensz Schuijlenburch |
| Den IJ junij a[nn]o 1657 soo heeft | Den 20 meije a[nn]o 1658 soo heeft |
| mijn ten oirconde | A Costerus |