| CXXXIIJ Heden den IJe meij 1667 compareerden Dircq Jorisz Outshoorn wonende
in voorschoten als principael ende Claes Cornelisz Abswoude jegenwoordich wonende inde ketel ende voornemende sijnde nu t comen woonen in Soeterwoude aende voorschotewech als borge ende mede principael tot dien eijnde renunchiers t benifitie ordinis et excusionis dies wel onderrecht zijnde ende bekende sij comp[aran]ten wel en deuchdelijcq schuldich te wesen aen Ever Henrijxz van Leeuwen off sijn recht vercrijgende d somme van drije duijsent gulden te XL grooten t stucq spruijtende uit saecke van deuchdelijcke geleende en aengetelde penningen versoeckende der halven d exceptie van dien wel onderrecht zijnde belovende sij comp[aran]ten versz[egde] drije duijsent gulden wederom te restitueren op te leggen en
te betalen ten allen tijden alst snelr off den wettigen houder deses respectivelijcq gelieven sal mits den anderen drije maenden te vooren behoorlijck waerschouwen |
| ende dat met duijsent gulden te gelijcq off in cas de verszegde van Leeuwen den petije goets van considentie quam te coopen soo sal hij d versz[egde] geheele drije duijsent gulden te gelijcq mogen opseggen als wanneer sij comp[aran]ten d selve oocq gehouden sullen zijn int geheel te voldoen ende ondertusschen daer van tot interesse te betalen naer beloop van drije gulden tijen stuvers van t hondert vrij gelt int jaer ingeaende op den derden meij deses jaer XVJC sevenentsestich ende geduijrende tot effectieve restitutie van d versz[egde] drije duijsent
gulden toe daer onder verbindende haer comp[aran]ten persoonen ende alle hare goederen geen uitgesondert ten bedwange vanden hove van Hollant ende voortsz van allen rechten ende rechteren actum ten comptoire mijns notaris present cCorn[eli]s Hollant ende Gerrit Evenaer burgers dese stede als getuijgen van gelooven sijnde op versocht Dijrck Jorrijsz Outshooren Claes COrnelisse Abswoude | |