waer tegens de voorn[oemde] Jacob Pietersz, Jan Dircksz ende Pieter Gerritdtsz wegens de voornoemde kinderen in voldoeninge van haar vaders erffgenisse zijn gevallen ende gedeelt eerstelijkaan een
acker zaadlants groot ont[rent] hond[er]t ses en vijftich roeden gelegen op de kerkxlootswal belendt Jan Breeuwer ten zuijden Claas Pietersz ten noorden item noch een acker zaadlandt gelegen als voren mede groot ont[rent] 156 roeden belendt deselve Claas Pietersz ten zuijden Teunis Jacobsz ten noorden item noch een acker zaadlandt groot ont[trent] hondert roeden gelegen over de Uftersloot belent Dirck Pietersz ten ten oosten een Armelandt van Lutjebroek ten westen item noch een acker zaadlandt genaamt de oude Acker groot ont[rent] hondert vijff en t zeventich roeden gelegen ont[rent] Jan Boeders blendt met haar selven ten oosten een stuk graslandt genaamt Jochem ten westen item noch een acker zaadlandt groot ont[rent] hondert
roeden geleegen belendt met een armelandt van Lutjebroek ten oosten en haar laetste genoemde acker ten westen item noch ene acker zaadlant mede groot ont[rent] 100 roeden belendt een kerckelandt van Lutjebroeck ten oosten Hermen Gerridtsz ten westen item noch een dichtetoe schuijt met zijn toebehooren item een nieuwe koolschuijt met een oude koolschuijt mits op dit haar gedeelt uijt te keeren aan de voorn[oemde] Teunisjen Jacobs de somme van twaalf guldne thien stuijvers blijvende voorts huijsraedt ende inboel als mede t gelt mitsgaders in ende uijtschulden elcx halff ende half met welcke voors[chreven] bewijs scheijdinge ende deelinge zij comparanten in qualiteijt alsvoren zij compa verklaarden vergenoecht
ende te vreen te zijn belovende hier tegen niets te sullen doen noch gedoogen gedaen te werden directelijk of indirectelijk in rechten ofte daar buijten onder verbandt van haar persoonen ende goederen present ende toecomende geen exempt submitterende alle de selve tot bedwank en excutie van allen rechten en rechteren alles ter goeder trou wen gepasseert ter woonplaetse van Teu nisjen Jacobs voornoemt in presentie van Dirck Dircksz Rogman ende Jacob Jansz gebueren aldaar als getuijgen met mij notaris hier toe versocht toirconde geteijckent datum ut supra |