Dirk Groenevelt van Zaandam stuijrman Gerbrant Gerbransz van Tessel hoogb[ootsman] Jan Jansz Prins van Tessel timmerman ende Gerbrant Simonsz van Tessel cock Arian Simonsz van Tessel bootsgesselen van genoeg ouderdom Alle in die bedieningen nu jongst ge
varen hebbende op t schip genaamt de stad Dort daar schipper op is d eersame Paulus Kluijt van Amsterd[a]m en hebben ten versoeke van den gemelten schipper ge tuijgt en verclaert hoe waer is dat sij getuijgen en verder scheepsvolk inde maand junij deser jaers in den Pillanie tot hunne ladinge in hun voorsz[egde] schip hebben inge nomen bestaande in verschijdene partijen roggen en tarwe een partije garst en voorts asch welke partijen rogge en tarwe garst en d asch sij getuijgen in t inneemen behoorlijk met ^ rijssomatten van den an dren en van de verdere goederen in hun voorsz[egde] schip hebben afgescheijden en gesepareerd wesende hun voorsz[egde] schip voor t laaden digt
hegt en wel gecalefaet behoorlijk gegarniert en van alles voorsien en versorgt en voor vertrek de luijken met presinningen gedekt en __ toegeschalkt en de masten met craagen na behooren voorsien zijn geweest en sulx hun |