| een sacredane taaffel ende met een eicken 1 catoene deecken met een witte wolle 4 hoofft kussens 4 gladde stoven 5 swarte gladde stoven 6 paerse trijfe stoelkussens 3 grone ditos
1 spiegel met een swarte lijst 2 paerse saije gordijn en 2 valetjens 1 schilderije met een swarte lijst boven de schoorsteen 1 dito met een swarte vergulde lijst 7 cleijnder ditos 11 printe bortjens den salvator mundi den docter kas met swaert hout ingelijt daar in gevonden 15 slaap lrockerns[?] | f f f f f f f f f f f
f f f f f | 8. 12. 14. 4. 3. 12. 3. 15. 4. 10. 4. 6. 5. 20. 35. 159. |
| |
| 13 di[to]tos wat sleghten
6 mans hembden 6 peulus sloopen 34 servetten 9 ditos wat sleghter 8 taaffellackens 19 sloopen 10 soo witte als bonten man's doecken en 6 dasjens 2 witte hembtrocken en 2 d[i]to broecken 4 hand coecken en 2 oude laackens 4 nieuwe slaaplaackens | f f f f f f f f f f f f | 159. 20. 8. 4. 15. 3. 12. 12. 2.
2. 2. 8. | | |
| 1 swarte laackense mantel door den overleedenens gelegateert aen Poulus Cluijt |
p[e]r memorie | |
| 1 swarte horde en 2 mutsen met en paar handschoenen 4 kleijne paarse saije gordijnen en kastock wat stoff goet en 2 emmertjes 2 albaste beeltens 14 delfse schootels 7 procelijne kopjens 6 stucks delffts aerde goet op de kas silverwerck 2 soutvaatjens en mosterpotje met zijn leepeltje weegende 21 loot a 27 st[uive]rs het loot 1 schaal weegende 17 1/2 loot a 24
st[uive]rs het loot 14 leepels weegende tesaem 40 loot a 24 st[uive]rs het loot 12 d[i]tos weegende tesaem 30 loot 24 st[uive]rs het loot | f f f f f f f f f f f | 2. 3. 4. 2. 2. 1.
28. 21. 48. 36. 394. | 7.
7 | |
| 1 commetje en 10 leepels waren te samen 44 loot a 26 st[uive]rs het loot 2 oorijsers en 1 naalt en 2 penn[ingen] weegende 10 1/2 loot a 24 st[uive]rs het loot 3 goude ringen en en d[i]to kruijsje weegende te samen 14 engels a f 2 het engels 2 ge ditos 1 met een fiure ring en een met een valsere steen
In het voorhuijs 1 slaant horlogie 2 kaarten met swaret lijsten schilderijtjens en een glasebontje 1 spiegeltje met een swarte lijst 2 kapstocken met eenn parsje 3 kattingen een met een silvere knop 3 gladde stoelen met 3 kussens 13 delfts schotels en 10 kopjens 13 twerflesjes met een com 5 witte soo schaale als kommen 11 borden 3 groote kannen 1 met een tin lit 2 greijne rocken 1 sarsie dechinnd[?] rock met een oude hoet 1 ijsere knaap met een kooper blaackern
2 coper kandelaars 1 schuijmspaan 1 blaackert 1 vijseltje 2 tinne kommetjens 4 d[i]to leepels 1 peeperbosje 1 jucktroocker 1 ijser heugel en wat blickwercke van geen mirte[?] 3 tinne schotels | f f f f f f f f f f f f f f f f f f f
f f f | 394. 57. 12. 28. 12. 30. 3. 6. 6. 3. 6. 5. 3. 2. 1. 4. 8. 2. 6. 4. 8. 601 | 7. -
4. - 12.
3. - | |
| 6 dagelijckse sarvetten en een paar swartekousen in het sijcel[ijk] camertje 2 gestreepte godijnen met een valletje dertig gedruete boven
in de keucken 10 oudestoven met 5 dito kussens 1 reck met delffs aerdewerck 1 vuijre houte taaffel met serencabackje 7 kannen met tinnen laden en 6 delffts schoteltjens 1 kleijn spiegteltje met 4 delftse schoteltjes 2 copere ceetele 1 coper stooff pan met sijn decksel en en d[i]to koeckepan 12 koper roetjens 1 sorbacas confoortje voor suijker 4 groene seijde gordijntjens en valletjens 1 oud bed met 1 peulus 7 hoofftkussens 3 wolendeeckens en 1 beddecleet
1 kannebort 1 kamerbeesem en 1 stroffer en eenige houtwerck op de solder 1 vuijre houte slaapbanck 1 houte kistje en taaffeltje 1 bed en peuluie nogh 1 bedt en peuluie nogh 1 bedt en peuluie nogh 1 oud bedtje en peuluie 1 peuleus en 2 oude hoofftkussens 1 kleijn eecke kasje met een dito wiegh met wat oud houtwerck met een krebbetje | f f f f f
f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f | 601 3. 2. 5. 4. 1. 3. 2. 8. 5. 5. 3. 12. 14. 8. 2.
4. 12. 20. 12. 6. 8. 12. 6. 259. | 3. 4. - 10- 10 -
3. - | |
| 1 oud spiegeltje 4 stooven een mantje met wat rommeling het kammertje boven de keucken
4 oude groene gordijnen 3 valletjens 1 bedpan met een ijser steel 3 stoele en 2 kussens 3 gladde toelen 1 bed en peulus en 4 hooftkussens 2 oude deeckens 2 strijckijsers 1 kopere aecker[?] 2 dompertjes 1 suijnighje en 1 kandelaar met een houten steel in het portaal eenige aerdewerk in het comptoir 2 taaffels 3 stoelen en 4 kussens op de plaats 1 ijserepot en een metalepot eenige ijserwerck en wat rommelingh
van geen importantie de meubelen bedragten te samen | f f f f f f f f f f f f f f | 759 2. 2. 1. 2. 1. 16. 2. 5. 1. 5. 2. 2. 800. |
3. 3.- | |
|
Aldus getaxeerd bij mij Catharina Verlaan geswoorn schatster deeser steede in prijse als aghter ijder post uijtgetrocken staat actum amsterdam den 11 e maij 1709 Catarina Verlaen
verdere effecten des boedels den opstal soo huijsingen lootsen als het verdere getimmerte staande op de werff de Naghtegaal is door d ordinaris taxateur | |
| getaxeert op een somma van | f | 2500. | | |
| het hout ende de gereetschappen tot deselve werff behoorende zijn door Dirck Harnesz Roosen en Aris Teunisz Gortsack getax[eer]t op een somma van Een huijs en erve staande ende geleegen op Bickerseijlant over de eijlants loots
door de ordinaris taxatuurs getax[eer]t en en somma van Drij vierde parten in een huijs en erve staande en geleegen binnen deeser steede op de Santhoeck op de hoeck van de Taanstraat dat Annetje en Marritje Fuijck ingevolge vande codicille van den overleedene op den 5 e februarij des jaars 1707 voor mij notaris en get[uijge]n gepass[eer]t moeten aenneemen voor een somma van Den vier en sestichste part in het schip de Visser daar schipper op is Claas Pierom jegenwoordigh op reijs naar d Oostzee Den sestiende part in het galjoot de Leeuwin daar schipper op is Jan Schelvis meede
op en reijse naar de Oostzee Een obligatie ten laste van Paulus Cluijt ende ten behouve van de overleedene van seeven hondert guldens capitaal in dato 17e april 1703 waar op nogh resteert Gerbrant Albertsz Kruijer is schuldigh p[e]r reste van een bijlbrieff op den 30e sept[ember] 1705 voor de notaris Seevenhoven ten behoeve van de overleedenge gepass[eer]t Den bademarije brieff onder de hand ten behoeve van den overledene ten laste van Pieter Vos zijnde op een reijse naar Genea in dato 9 december 1708 van soo behouden reijse doed zal 40 p[e]r c[en]to
voor het avontuijr betalen | f f f f f f
|
2425. 1400. 1700. 800. 520. 200.
|
3.-
| |
| Celia Klaas is schuldigh voor een jaar huijr van
het huijs overde loots verschenen p[ri]mo maij 1709> Cornelis Jacobsz alias Daverees idem voor een jaar kamerhuijr van het voorsz[egde] huijs versch[reven] als boven Pieter de Vos is schuldig voor een half jaar huijr van het aghterste huijsge op de werff verscheen p[ri]mo 1709 Bruijn Jansz voor 1/4 jaar van het 2de huijsje is versch[enen] als voorn[oemd] Jan Hoven voor 1/2 jaar van het 4 de huijsje versch[enen] als voorn[oemd] | f f f
f f | 15. 40. 20. 10. 20. | | |
| het jaar huijr van het huijs op de Sant
hoeck versscheenen p[ri]mo maij 1709 zal door Annetje Fuijck als de directe daar van hebbende verantwoort worden als de penn[ingen] bij haar sullen ontfagnen zijn | p[e]r memorie | |
| uijtstaande schulden volgens de overleedens boeck schipper Gosen Pietersz met zijn gemeene reeders is schuldigh commandeur Adriaan Claassen Oom met zijn reeders commandeur Willem de Heer met zijn reeders
commandeur Jan Cornelisz Waat en reeders commandeur Dirk Jansz Rijkes en reeders commandeur Pieter Cornelisz Rijkes en zijne reeders commandeur Jacob Cornelis Schol capiteijn Jan krijgersman en reeders Contant 200 a 3 g[u]l[den] is 151 a 3 g[u]l[den] is 170 a 63 s[tuive]r 300 a 28 s[tuive]r 276 a 1 g[u]l[den] | f f f
f f f f f f f f | 115 53. 85. 69. 168. 139. 109. 21. 600. 453. 535. 420. 276. | 7. 9. 8. 19. 1.10 17. 17.
10. | |
| 178 1/2 worp 27 1/2 st[uiver]s nogh aen contant gelt in diversse spetin goudgoud 10 spaanse pistoletten a f 9 . 9 1 dubbelde dito 6 fransse pistoletten a f 9. 9 1 dubbelde dito 6 guijes a f 11 .10 . 7 ducaten a f 5 . 5 2 moorse dito a 4 . 10 1 goude ducaton 2 rosenobels a f 11 1/2 dito 2 halve ducatons a f 7.17 1/2
2 onbehude stuckjens gout gewaard[eer]t op f lasten des boedels voor 2 jaaren erffpaght van de werff moet ter thesauris bet[aal]t werden als 1707 en 1708 Klaas Paeuw Gildekneght voor kisten van scheepen Willem van den Bergh wijnkooper Ijsbrant van Griecken molenaar Cornelis Kickert spijcker kooper aen den selven voor talck Teunis Otter mastemaacker Jan Claase Bijl molenaar Abraham Coppens houtkooper aende regenten van het aelmoeseniers huijs stads en s lands impost van wijn aen de backer
aende gravemaacker aen het gild aen d[]r vierpoorten aende apothecar aen wijnkoper Morier voor een anckerwijn | f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f | 244. 247.
94. 18. 56. 18. 69. 36. 9. 15. 22. 5. 15. 12. 275. 12. 31. 44. 32. 18. 9. 43. 33. 3. 13. 5. 25. 6. 7. 7. 20. 11. | 15.- 1.6.- 10.- 18 - 14.- 18.- 15.- 10 - 15. - 10. -
15. - 5. 13. - 6.- 10. 19. 10. - 6.14 10 - 18 - | |
# voor 100.- 8 p[] van het huijs over de loots moet betaalt worden tot
p[ri]mo meij 1709 . . f 36. 8 | Gerrit ten Grootenhuijs aen backen aen barbier aen touw winkelier voor begraaffenis brieffjes en impost aen aent preecekens voor de dootkist aen ordinaris taxateur aen twee timmermans basen voor het taxeeren vaan de gereetschappen aen schatten aan Jan van Geffen smit aen wed[uwe] Cornelis van Os aen Marritje en Annetje Fuijck voor de rouw aen haar besporocken aen Jan Kistemaacker voor dagh gelden
aen die voorn[oemde] Marritje en Annetje Fuijck tot egalisatie van het huwelijkks goet van getroude kinderen ingevolge van de codicile van de overledene ijder f 250 is voor gaar beijden | f ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, ,, f f f | 10. 13. 4. 22. 14. 27. 11. 8. 15. 8. 3. 10. 250. 54. 500. |
6.- 19.- 18.- 15 - 17.8 12 7.- < | |
voor idem van de 3/4 parten in het huijs op de Sant hoeck . . . . . f 54. 9. | Op huijden den XXXen Julij a[nn]o 1709 #
compareerden voor mij Willem Denijs not[ari]s etc[etr]a Jan Cornelisz Kistemaacker m[eeste]r scheepstimmerman als in huwelijck hebbende Aegje Fuijck mitgaders Marritje en Annetje Fuijck minderjargie ongehuwde dogters ende verclaarden op den voorinstaande inventaris gebraght ende getrouwelijck gedaen stellen te hebben allen het geene haare comparanten eenighsints bekent is tot den boedelen haar overleedene vader en schoonvader resp[ectivelijk] te behooren sonder dat in haars weetens ijets versweegen agther de hand gehouden off ter quadertrwouwe op den versz[egde] inventaris gebraght off daar van gelaten is belovende niettemin soo haar namaals indaghtigh mohgte worden
dat in ijders vergeeten was dat zij ten allen tijden deesen inventaris daarmeede sullen amplieren berijt sijnde sij comparanten de deugtelijckheijt van den selven inventaris ten allen tijde met ende ten bevestigen Aldus gedaen binnen Amsterdam ter presentie van Hendrick Schuijl en Cornelis Loos als getuijgen hier toe versoght | |