Notarieel 6669 / 66 Amsterdam pdf 22-07-2019 pag. 1

Den aug[ustis] 1709

 

 

flees
n.66
 

Scheijding

van den boedel van

Dirck Fuijck

gepass[eer]t bij

Jan Kistemaacker             
Annetje
en Marritje Fuijk
mitsg[ade]rs
Gillis Jacobsz
en
Teunis Aerisz qq
 

 

Op huijden
 

den 9 augustij a[nn]° 1709 compareerden
voor mij Willem Denijs not[aris] etc[etr]a

d eercame Jan Cornelisz Kistemaacker
m[eeste]r scheepstimmerman als in huwelijck
hebbende Aeltje Fuijck ten eenre Annetje
Fuijck
ten tweeden meerderjarige ongehuwde
doghter ten tweeden Marritje Fuijck meede
meerderjarige ongehuwde doghter ten derden
mitsgaders Gilles Jacobsz m[eeste]r timmerman en
Theunis Aertsz Lighterman in qualite als bij
Dirck Fuijck in sijn leeven meede m[eeste]r scheepstimmerman
gestelde vooghden over zijne minderjarige naarte
latene erfgenamen die althans bestaan in Jan
Fuijck
naargelaetene soon van Claas Fuijck ende
inde twee naargelatene kinderen van Weijntje Fuijck
geprocreert bij Paulus Cluijt
inde namen Annetje en Marritje Cluijt
indier qualite ten vierderd en vijfden zijden ende
alsoo tesamen (mits het voor overlijden van Willem
Fuijck
sonder aghterlating van kind off kinderen)
en vervolgens ijder voor een vijffde part erffgenaem
van voorn[oemde] Dirck Fuijck die geweest is de vader
van de voorn[oemde] Aeltje, Annetje en Marritje
fuijck
en de grootvader van de voorsz[egde] onmondige
kinderen te kennen gevende zij comp[aranten dat
zij de goederen bij de voorn[oemde] Dirck Fuijck naargelaten
onder ende tussen hen willende scheijden ende
deelen hadden sij comparanten omme ordentelijck
daartoe te comen mett en anderen geleesen ende
geresumeert daetelijck het testament bij de voorn[oemde]
Dirck Fuijck en sijne huijsevrouwe Annitje Cornelis Hogeboom
op den 18e december des jaars 1679 voor wijlen
Jacob Matham in zijn leven meede notaris alhier
en seeckere getuijgen gepass[eer]t op den 5 e februarij des jaars
1707
ten derden de codicille door den voornoemde
 

Dirck Fuijck meede alleen op gereght voor den not[ari]s
                                                ^in dato den 28 feb[ruari] 1709
Leendert Fruijt en seeckere getuigen ^ in vierden
ende ten laasten den inventarid van de middelen
en effecten mitsgaders schulden en laste soo als
deselve bij de voorn[oemde] Dirck Fuijck metter dood
ontruikmpt ende naargelaten zin gemaackt
en beschrijven mitsgsders voltrocken en gepass[eer]t
voor mij notaris en getuijgen op den 25 julij
des jaars 1709
en daarop tot de voorsz[egde scheijdinge
sullende toe treeden hadden de comparanten
bevonden dat de gouderen en effecten bij de voorn[oemde]
Dirck Fuijck naargelaten bestaan inde volgende
te weeten

De meubelen huijsrade en inboedel beloopen volgens
de inventaris ingevolge van de estimatie van
Catharina Verlaan geswooren schatter deeser

steede een somma van
den opstal soo huijsingen lootsen als
het verdere getimmerte staande op de
werff de Naghtegaal is door de ord[inari]s
get taxateurs getaxeert op een somma
van   .   .   .   .   .   .   .   .   .   . f 2500.
het hout ende de gereetschappen
tot deselve werff behoorende
zijn door Dirck Harmensz Roosen
en Aris Teunisz Gortsack getax[eer]t
op een somma van  .  .  .  .  .  . f 2425
                          te samen
Den huijs en erve staande ende
gelegen op Bickers Eijlant over de
loots door d ordinaris taxateurs
getaxeert op een somma van
 
 

f
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
f
 
 
 
  f
f
 

800.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
4925.
 
 
 
1400.
7125.
 

3.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
-
 
 
 
   
3.

-

f

7125.

3.

Drij vierde part in een huijs en erve
staande ende gelegen binnen deeser steede
op de Santstraet op de hoek van de
Taanstraat doorden ___overledene begroot op
getaxeert op een somma van 

 f

 1700.

 -

Een vier en sestighstepart scheeps
in het schip de Visser daar schipper
op is Claas Pierom jegenwoordig op een
reijs naa d oost zee dat voor als nogh
tusschen de comparanten gemeen blijft
en daar omme alhier  

p[e]r memorie 

Een sestiende part in het galoet de
Leeuwin daar schipper op is Jan Schelvis
meede op en reijse naa d Oostzee dat
insgelijckx tusschen de comparanten voor
als nogh gemeen blijft 

p[e]r memorie 

Een obligatie ten laste van Paulus
Cluijt
en ten behoeven van den overleedene
van seeven hondert guldens cap[itaa]l in
dato 17 april 1703 waar op nogh
resteert 

 f

 520.

 -

Garbrant Albertsz Kruijer is schuldigh
p[e]r resto van een vijlbrieff op den 30
september deses jaars 1705
voor de notaris
seevenhoven ten behoeve van de overleedene
gepass[eer]tt een somma van 

 f

 450.

 -

waar op ontfangen is dat bij het
goed dat bij cassa gevonden is zal
verantwoort worden een somme
van 

   f

 325:

resteert al nog 

   f

 75:

 -

welck restant tusschen d erffgenamen al
mede gemeen blijft 

p[e]r memorie 

 f

 9345.

 3.

 f

 9345.

 3.

- 

Den bodemarije brieff onder de hand
ten behoeven van overledene en ten laste
van Pieter de Vos zijne rato en reijse naar
gedaen in dato 9 december 1708 van
f 200: de welcke almede voor als nog
gemeen blijft 

p[e]r memorie 

gelijck tusschen de condivident dan
alverder gemeen blijft het jaar huijs en
kamer huijr van het huijs op het Bickers
Eijlant aende Eijlants loots ter somma
van f 115: en daaromme alhier almede 

p[e]r memorie 

de verdere huijsen op de inventaris vermelt
zijn door den eersten comp[aran]t ontfangen en bij
hem verantwoort inde reeckening door hem
aen de executeurs gedaan is daaromme
al meede 

p[e]r memorie 

Gelijck dan oock door hem ontfangen zijn
de schulden volgen des overleedens boeck
nogh uijtstaande ins gelijcks door hem
invoegen als vooren verantwoordt werden
en daar omme alhier mede 

p[e]r memorie 

Het contant gelt op de dood van de
overleedene bevonden te cassa gevonde
beloopt als blijckt op den invent[ari]s een
somma van  .  .  .  .  .  .  f 2776.6.6.
Het goud aldaar meede
gespecificeert  .  .  .  ,,  74.15.-
Het gold op reeckeninge van
vijl brieff van Gerbrant Albertsz
Kruijer
ontfangen bedraaght  .  .  .  375.-
van den eersten comp[aran]t Jan Cor
nelisz Kistemaacker
is ontfangen
tersaacke van in order ontfangh
als uijtgaaff volgens de reeck[ening]
bij hem daer van gedaan  .  .  .  ,,  214.12.10 
                 te samen
somma van de effecten buijten deposten te memorie
     gebraght
 

f
 

 3740.

13085.
 

 14 

17.
 

 

 

f

13085.

17.

-

    Waar van aff gaat voorde
    volgende lasten

Annetje en Marritje Fuijck aen
win d overleedene bij de codicille voor
mij notaris en getuijgen gepasseert hadde
besproocken een eerlijcke en burgelijcke
rouw sullen vooor en in de plaatse
vandin hebben ijder een somma van f 125
zijnde voor haar beijden en somma van 

 f

 250.

 -

nogh moeten deselve Annetje en Marritje
Fuijck ingevolge van de voorsz[egde] codicile
hebben tot egalisatie van het huwelijck
goet van de getroude ijder en somma
van f 250. zijnde voor haar beijde 

 f

 500.

 -

sullende voorts nogh onderd execut[eu]rs
in cassa blijven ter betalinge van de dagh
gelden van den eersten comp[aran}t 100 Penn
in 8 pen[ingen derhuijten[?] in het salaris
van mij notaris 

 f

 335.

 0.

Sijnde de verdere en meerdere lasten
alle doorden eersten comp[aran]t voldaan
en inde voorsz[egde] reeckeningh in gevoert
waar van het saldo hier vooren
bij het contant gelt gevoeght is
dat alhier wert genoteert 

p[e]r mermorie 

de lasten en het geene nogh in casse blijfte
beloopt te samen dat van d effecten
wert aff getrocken 

f
     

1085.
          

17.
      

-
  

comt aan suijver deelbaar capitaal
de somma van twaalff duijcent g[uldens seggen 

 f

 12000.

 -

 

Daar van compt Jan Kistemaackernom[ine] ux[oris]voor
zijn 1/5 de part
Annetje Fuijck voor haar 1/5 de
Marritje Fuijck voor haar 1/5 de
Jan Fuijck soon van Claas Fuijck 1/5 de
en de twee kinderen van Wijntje Fuijck 1/5 de 

f
f
f
f
 f

2400.
2400.
2400.
2400.
 2400.


-
-
-
-
 -

 

          als boven 

 f

 12000.

 -

 

 

Jan Cornelisz Kistemaacker nom[ine] uxoris
moet hebben voor zijn vijfde part als vooren 

 f

 2400.

 -

Onfangen ter voldoeninge van het selve
in gevolge van de wille van de overledene
vermelt bij de codiciele voor mij notaris
en getuijgen gepass{eer]t de werf met zijn huijsingen
lootsen opstallen en de gereetschappen van dien

 

mitsgaders het hout ter somma van
comt bij voor derde part inde
meubeln huijsrade inboedel de somma
van

f
 
 
 f

4925.
 
 
 266.

 
 
 
 14.

 
 
 
6. 

 

 

                            te samen
daer aff dat aende ander erffge
namen uijtkeert 
        rest voor hem als voorn 
Annetje Fuijck moet hebben voor haar vijffde
part
Marritje Fuijck idem 

 f
 
 f
 f
 
f
 f

 5191.
 
 2791.
 2400.
 
2400.
 2400.

 14.
 
 14.
 -
 
 
 -

6. 
 
6. 
    
 
 
    

 

 

te samen

ontfangen ter voldoeninge van het selve
in conform de begeerte van den overleedene
als te fin is bij de voorgemelte codicile
voor mij notaris gepass[eer]t de drijvierde
part in het huijs op de Santhoeck op
de hoeck van de Taanstraat ter somma

f

4800.

-

 

 

van 
nogh het restant van de oblig[a]tie
Paulus Cluijt ten
somma van 
en nogh uite__ __gr ___
cass nogh twee derde parten
inde meubiln ter somma van
en uijt het gelt te cassa
      als voorn
 
 
 

 f
 
 
 f
 
 
f
f
f
  
 
 

 1700.
 
 
 520.
 
 
533.
2046.
4800:
        
f
 

 -
 
 
 -
 
 
8.
11.
-
        
7200.
 

10.
6.
-
        
-
 

 

 

 
Jan Fuijck soon van Claas Fuijck
moet hebben voor zijn vijffde part 
Gillis Jacobsz en Teunis Aertsz sijnde
voogden werden daar van voldaan door
Jan Kistemaacker uijt het geeen hij te
veel heeft 
De twee kinderen van Weijntje Claas
moeten hebben voor haaren vijfde part 
de voorn[oemde] Gillis Jacobsz en Teunis Aertsz
haare voogden ontfangen tot voldoening
van het selve 
het huijs en erve staande ende gelegen
op Bickers Eijlant over de laatsten

f
 
 f
 
 
 
 f

7200:
 
 2400.
 
 
 
 2400.

-
 
 -
 
 
 
 -

 

 

 somma van 
t geene Kistemaacker p[e]r resto
nogh moet uijt keren zijnde 
En t geene nogh resteert van het
geld p[e]r cassa naa affreck van
het geene daar uijt betaalt moet
werden aen Annetje en Marritje
Fuijck
voor haar lieder rouw
is voor het geene zij vooruijt
moeten hebben tot egalisatie
als meede naa afftreck van het
geene nogh onder de executeurs
blijft gerusten te betalinge van
last ten somma van
 
                         te samen
    Somma als voorn[oemd]

 f
 
 f
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
f
   
f
  

 1400.
 
 391.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
608.
        
2400.
       f

 14.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
5.
        
-
 12000:

 6.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
10.
     
  
 -

- 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  

B
 
 
  
 
 
 
 
M

lijvende tusschen de comparant nu oock nogh
gemeen het geene der boedel gedeelte sal bedragen
inde huijspen[ingen] van het huijs op de Santhoek tot
p[ri]mo meij 1709 verschenen dogh tegen welck
gedeelte van de boedel Annetje Fuijc soo bij
het leeven als naa doode van Dirck Fuijck veele pen[ingen]
inde uijtshoudinge uijtgegeeven heeft
 
et welcke voorenstaande scheijdingh en deelingh

 

 
"soo als de voorn[oemde] Annetje
en Marritje Fuijck oock beken
den ontfangen te hebben de
twee resp[ectievelijke] sommen van
f 250, en f 500 hier voorn
ten haaren voordeel van de
effecten aff getrocken
 
#
en oock den anderen ijder
voor een vijffde paert te
sullen laten deelen in het
geene ontfangen sal
worden van de nogh
gemeen gebleevene effecten
deeser boedels
 
 

de comparanten volcomen genoegen en contengement
waar neemende belovende dien also elck zijn
toe en aengedeelde goeden gerustelijck en vredelijck
te sullen laten gebruijcken en besitten sonder malcanderen
in het gebruijck van dien eenige hinder off belet te
sullen doen off gedogen dat sulxc gedaen werde in
reghte nogh daer buijten eenigerleij manieren
als declaarende over en wederover ten behoeve van den
anderen dat de een aen des anders aengedeelde
geen reght off eijgendom ter werelt heeft off
blijfft behouden en waaromme de comparanten
over en wederover oock toestaen dat een ijder
in t zijn toe en aengeceelde zal mogen handelen
en disponeren naar elcx welgevalle gelijck een
ijder int zijn vrij en eijgen goet geoorlofft is en
vermagt te doen sonder ijmants teegenseggen
bekennende meede en ijder van de comparanten
zijn toe en aengedeelde goederen ____ mette
documenten daar bij behoorende ontfangen ende
naer sigh genoomen te hebben sulcx dat zij malcanderen
over en wederover daar van waaren quiterende bij dese
belovende wijders aanden anderen het effect deses
ten allen tijde te sullen presteren en gestant te doen #
onder verbant als naar regeste dogh geschiet
evenwel deese ten reguarde van den voorsz[egde] vooghden
niet anders als op approbatie van de ed[el] agtga[are]
heeren scheepenen deeser steede Aldus gedaan binnen
Amsterdam ter presentie van Dirck Jacobsz en
Cornelis van der Horst als getuijgen hier toe versocht

Quoud Attestor
    W Denijs not[ari]s

Jan Kornelisse Kistemaker
Annetje Fuijck
Marritje Fuijk
Gillis Jacobsz
Teunis Aertsz
Dirck Jacobsz
Cornelis van der Horesten


Homepage | E-mail