1774 novemb[er] 16
in | Eva Jansen huijsvrouw van Pieter Ox Op de Loijersgragt in ene gang Over de eerste brug Grietje van Outsum bij dezelve inwonende Gerrit Mulder, Johan Antonz inde Nieuwe Doelestraat alle van genoegz[ame] ouderdom en hebben ter req[uiste] van den weledelpr--r ed[el]e m[eeste]r G Didiel[?] sal et:0r:o en ten b. maare van die werder aangaan voorde waarheid en wel de^1 2 en 3get[uigen] te samen
___dat zij voorsz[egde] get[uigen] zijn inbewoonders van zeeker huijs en een gang op de LoijersgragtenZijnde hij 3 get[uigen] deals opzigter van t zelve huijs daar zij 1 en 2 get[uigen] woonagtig zijn) dat aldaer naast hun get[tuigen] geen hujszijnde een agterhuijs strookt het agter __gdagterste[?] gedeelte[?] van zeekre huijs staande op de Loijersgragte aldaer naaste de gang daar zij1 & 2 get[uigen] wonen en bewoond wordende door een broodbakker Johannis Groenewoud genaamt welke Johannis Groenewouddat in zekerduijvenhok datboven het dak van zijn huijseen duijven hok half dakuijt getimmert is
een quarte___ te duijven houd | |