Oud Notarieel 5075-12331 / 54 Amsterdam pdf 18-05-2018 pag. 1

verklaring

 


No54
 
trip

 

Op den vijftienden maart
des jaars zeventien honderd drie en vijftig compareerden
voor mij Cornelis van Homrigh openbaar notaris te
Amsterdam bij den hove van holland geadmitteert
      Jacobus Lequien oud 69 jaren en Jannetje
Karelse Kuvel oud 71 jaren echtelieden mitsgaders
Marretje Karelse Kuvel weduwe Jan Bout out 69
jaren wonende binnen deze stad de twee eerste inde
Roosestraat in de derde in de Laurierstraat
      En hebben te requistie van Abraham Karelsz
Kuvel wonende mede alhier mitsgaders ten behoeven
zijner kinderen met namen Abraham Kuvel en
    Marritje Kuvel en de kinderen van zijn overledene
dochter Paschijntje Kuvel en die het verder zoude mo
gen aangaan getuigd en verklaard hoe waar is
      Dat Jacobus Karelsz Kuvel in der tijd meerderja
rig jongman en volle broeder van de twede en derde
getuigen Jannetje en Marretje Karelse Keuvel als
mede van den requirants Abraham Karelsz Kuvel
bij testament op den agtienden october des jaars
zeventien honderd vijf en dertig ten overstaan van
den notraris Pieter van Gulik en getuigen hier ter
stede over zijne tijdelijke na te latene goederen dispo
nerende onder anderen na dode van zijn testateurs
vader Karel Philipsz Kuvel het zij die voor of na
hem testateur kwam te overlijden haad gelega
teert aan de kinderen van zijn testateurs broe
der Abraham Karelsz Kuvel met namen Abra
hem Marritje en Paschijntje Kuvel een som
ma van twee duizende guldens met begeerte dat daar
 

 

 

voor zoude worden aangekogt een obligatie ten
lasten van het gemeene land van Holland op na
me van de publique comptoire en dat zijn tes
tateurs genoemde broeder Abraham Karelsz
Kuvel daar van zijn leven lang geduurende
zoude hebben het zuiver vrugt gebruik na af
trek van alle kosten en lasten en wijders na weg
making van nog verschiedene legaten en pre
legtan ook na dode van zijn testeurs voor
noemde vader tot erfgenamen geinstitueert of te
substitueert zijn testateurs twee broeders en drie
zusters Karel, Abraham, Jannetje, Marretje en
Annetje Karelsz Kuvel elk voor een geregt vijfde part
dat hij testateur voorts bij het zelve testament aan zich
had behouden de magt omme dezelve zijne dispositie
ten allen tijden te mogen veranderen vermeerderen ver
minderen daar bij en af te doen legaten prelegaten en
andere veranderingen na welgevallen te maken en
de gemaakte voor het geheel of ten deelen wederom te
vernietigen voor het geheel of ten deelen wederom te
ondertekening of bij zijn testareurs teekening onder
het geschrift van een ander en dat hij testateur ook
vervolgens op de grosse van het voorschreeve testa
ment ter zijde het voormelde legaat eigenhan
dig heeft geschreven en alzo gewild dat in plaatze
van de obligatie bij het zelve legaat gemeld zou
de werden genoten het huis op de Loijergragt
    Dat de voornoemde Jacobus Karelsz Kuvel
 

 

 

na dat zijn vader de mede genoemde Karel Philipsz
Kuvel bereids voor hem was overleden het voorschree
ve testament in de maand november des jaars
zeventien honderd zes en dertig met de dood gecon
formeert hebbende alzo in gevolge het zelve testa
ment direct tot zijne erfgenamen nagelaten heeft
de voormelde zijne broeders en zusters name
lijk de twede en derde getuigen Jannetje Karelse
Kuvel en Marritje Karelse Kuvel de requirant
Abraham Karelsz Kuvel en derzelve zederd over
ledene broeder en zuster Karel Karelsz Kuvel en
Annetje Karelsz Kuvel ieder voor een vijfde part
dat ook in dier voegende nalatenschap van den zelven
Jacobus Karelsz Kuvel tusschen hen getuigen den re
quirant en der zelver nu overledene broeder en zuster
onderling is verdeeld na dat zij alvorens de gemaakte le
gateren en prelegaten hedden voldaan en dat alzo ook
aan den requirant Abraham Karelsz Kuvel en vrugt
gebruik zijn leven lang geduurende en ten behoe
ven zijner kinderen met namen Abraham, Mar
ritje en Paschijntje Kuvel in eigendom ter vol
doeninge en in plaatze van de voorschreve gele
gateerde twee duizend guldens is uitgekeert en
overgelaten een huis en erve staande en lig
gende binnen deze stad op de Lojersgragt aan
de zuidzijde welk perceel de voornoemde Jaco
bus Karelsz Kuvel in der tijd had geerft van
zijn vader de mede gemelde Carel Philipsz
Kuvel wien het zelve was getransporteert
door Dirk Helt aenvolgens opdragt in dato 29 oct

 

 

ber 1721
    gevende zij getuigen voor redenen van weten
schap als in den text presenterende des noods en
daar toe verzocht werdende der zelver gedeposeerde
met solemnelen eede te bevestigen
    gepasseert in Amsteldam ter presentie van Isaac
Schut en Hendrik Grijp als getuigen
 

 

Isaac   Schut        

Hendk Grijp         


Jacobus Lequien
 IJanien Kuvel
maritije karelse Kuvel
 

 

     Corn[elis] van Homrigh
                               notaris
Het recollement staande agter de grosse luid als volgd
    wij brugemeesteren en regeerdes der stad Amsterdam
doen condeen iegelijk dient behoort certificeerende voor de
waarheijd dat voor ons gecompareert zijn Jacobus Lequien
Jannetje Karelse Kuvel, Marritje Karelse Kuvel
en hebben met solemneele eede te versoeke van Abra
ham Karelse Kuvel en die het aangaat getuijgt en
verklaart de inhoude van de voorenstaande verkla
ring hun door de ondergesz[egde] secretaris voor geleezen
waarheijd te zijn en daar bij te persisteeren zoo waar
lijk moest hun getuigen god almagtig helpen dit
t oirkonde dezer stede zegel ter zake hier onder gedrukt
den 15 maart 1753 was geteekend Jacobus van de Poll
en stond daar onder het stadszegel gedrukt in een
witte ouwel met een papier overdekt

 


Homepage | E-mail