Oud Notarieel 5075-11903 / 1 Amsterdam pdf 05-05-2018 pag. 1

Poll


N: 1

Inventaris

 

              gepasseert

den 2: januarij 1748

 

Poll

Inventaris van den
gemeenen boedel en goederen
van albert Wibega en wijlen
sijn huijsvrouw Aaltje Silleman
egtelieden en welke aaltje Sill
man in de maand november
1747 alhier is komt te overlijde
beschreven bij mij Jan Verleij
notaris publicq bij de ed[ele] hove
van Holland geadmitteerd binnen
Amsterdam resideerende
en sulks op e3 aangeving
van de voornoemde Albert
Wibega en ten versoeke van
Abraham Silleman vader en
van Jan, Willem en Abraham Silleman

broeders van de voormelde
Aaltje Silleman en benevens
hun uijtlandige broeder
_ _ _ _ Silleman te samen
hare erffgenamen ab intes
tato bestaende den selven
gemeenen boedel in 't
volgende naementlijk
 

een hangijser
 
 
 
 
 

twee bedden en 2 peuluws
2 katoene en een witte dekens
6 hooffd kussens
2 groene zeije gordijnen en een val
__63 katoen schoornsteenvallen 2
    witte glas gordijnen
een slaapbank en twee tafels
9 soo schilderijtjes als printebordjes
een klijn spiegeltje en een doofpot met een poer deksel
6 slegte stoelen en 3stoelkussens en een zijl
een ijserkoekpan aspot tang asschop en blaasbalk
ser haertschutje en bankje
9 delftse schotels
12 kopjes en een porcelijne spoelkom
3 delftse klepmusjes
6 delftse borden
 

een delfts stel van vijven 4 kommen
    en eend[e]r pot
13 porcelijne schoteltjes
een glase stellete van drien
een notebome porcelijn kasje
                       daer in
2 porcelijne koppen
3 papegaaijtjes en 5 beeldjes
1 o porcelijne trekcpot o 3 d[it]o delftse
    en een glase suijkerpot
33 porcelijne schoteltjes en 33
    d[it]o kopjes
7 porselijne koppies en 8 schoteljes
16 dellefse schotels en drie trekpotten
2 beekers en tweedelfsekommen
3 kopere ketels en een d[it]o koffikan
2ditokookketels 2 trekpotte
1 Schuijmspaan en een koper kon
foortje
een tee bossie een kopere kandelaar
met een snuijter
              tinnegoed
twee sout vaten en twee kandelaars
een tinne tabaksdoos
4 stuks tinne goed
12 d[it]o lepels
10 dellefse borden
7 aarde pannen
 

8 rooije schotteljes
3 aarde kommen
13 aarde potten en
4 een aardenklijne potties
een watervat
2 blikke kaarse laatjes
4 blikke trommeltjes
1 d[it]o sla emmers met een mark emmer
1 blicke water emmer metten
    aker en een houte wateremmer
5 houte backen
4 matten met een vloersijl
1 stoffer met een beusem
3 stoven
een geschilderde kas
            endaer in __
13 paar mouwetjes
14 vrouwe hemde
22 kroplappen
18 halfdoeken
agt frouwe borst rokke
veertien vrouwe boven mussen
17 vrouwe onder mussen
een paar witte glas gordijnen
19 kussen slopen
 

agt
 
  
 
 
 
 
 
 

negen lakens
38 servette en een tafel laken
2 tafelkleetjes
15 wolle vrouwe rokken
veertiensestien 17 vrouwe jukken
vier vrouwe broeken
vier paar vrouwe muijlen
10 paar vrouw kousen
10 vrouwe boeselaars
drie vrouwe kuijf mussies
twee vaste kappen
twee paar vrouwe moffies en 5 paar
hand schoenen
2 rijg lijven
een stroohoed
twee klijne gor dijdijntjes
een koffertje
twee kousse met teugeljes
9 kinder luijers
eentwee spelde kussens
ses kinderen boven mussies
7 kinderen borst rokkies
elf kinderen ondermussiesennege
fleppies
21 navel banjes drie kinderen
        hempies en vier paar kinderen
    mouwetjes
een paar hand schoenjes
 

 
 
  
  
 
 
 
 
 
 
 
 
 der
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
een

twee paar vrouwe kapotjes
    manskleeren
drie mans rokken
vierelfmans broeken en twee dito
kamisoolen
3 linne hemd rokken
         een scheepskist
        daar in
drie lappe zijldoek
ses buffels
seven hemdrokken
26 paar mans kousen
tienmans onder broeken
21 manshemden
4 manden
vier slaap mussen
21 mans sakdoeken
drie maar paar mans mouwen
vijf dassen en drie stroppies
twee bonte kusse slopen
vijf doosjes
drie paar schoenen en een paar muijlen
twee mans hoede
bult sak conbeurs en kusse een boe
seroentje
twee trommels met een kas
stanje pot
 

een paar leersen
een ijsere heugel
een strijk ijser
een hout solderse en eenige rommeling
                  goud en silver
 een paer goude hemdsknopen
twee paer dito mouknopen
twee dito ringen
drie paer goude ringen en een p[aa]r kroontjes
een paer silvere schoengespens
een paer dito broeksknopen
ses stellen silvere hemdroksknopen
een dito tas beugel
drie silvere leepels
een dito snijffdoos en een naaijring
twee boeke met silver
      kralen met een slootje in t goud
een ketting corlijne ^en een ketting bloedkralen
    met een goud slootje
een silver hegt mesje
               contant geld
in diverse specien samen
 twaalff hhondert en vijftien negen
atig guldens segge                            f 1295:-:-
dog waer van betaaldsijnde
 reets al betaald de
begraaffenis kosten der overleden
een somme van f73:5 volgens
notitie
               effecten
een recipis uijt de loterije van
tien millioenen van a[nn]o 1746
ten lasten van t gemeene land
van holland en westvriesland
ten comptoire in s gravenhage
            onder naam van Albert Wibenga
groot f1000 ^gedateert 3 feb[ruari] 1747
 N 2669
 

Een dito recipis uijt deselve
loterije ten comptoire als voren
groot f 400 staende op de naam
van Albert Wibenga in dato 3 feb[ruari]
1747 N 2670
Een dito ricipis mede uijt deselve
loterije ten comptoire op de
naam en in dato als de vooren
gaende groot f 600:- N:2671

 

de helfft in een onderhandse
obligatie geteekend bij Wilhelmina
Wiarda wed[uwe] wijlen d [hee]r Suffricus de
Bucquoij, Gesina de Bucquoij
IJda de Bucquoij en d [hee]r Hendricus
de Bucquoij tot leeuwarden ten
behoeve van Ariaantje Bartou
groot p[e]rr resto nog seven hondert
negen en veertig guldens in dato
13 octob[er] 1728
een boedel is verschuldigt de
lopende huur van de kamer door den
rendant en sijn huijsvrouw bewoond
van p[rim]o nov[ember] 1747 en lopende dese huur
tot p[rim]o maij 1748 tegens f 38 in t jaer
dit alhier p[e]r memorie

ende verklaerde de voorn[oemde]
albert Wibenga op desen
inventaris getragt te hebben
alle t geene hem bekend is dat
tot den gemeenen boede van
hem en sijn voormelde overleden
huijsvrouw eenigsints is beho
rende sonder sijns wetens
daer van iets vergeten verzwe
gen off ter quadertrouwe
agter gehouden te hebben
belovende niettemin indien
hij bevinden mogt iets ver
geten te hebben dat tot desen
boedelbehoorden dese inven
taris daer mede te sullen
amplieren en vergroten
berijd sijnde ondertussen de
deugdelijkheij sijner opgee
ving des gerequireert
werdende met den gewonen
boedel eed te bevestigen
aldus geinventariseerd
en dese voltrocken en gepas
seert in Amsterdam den
2e januarij des jaers 1748
ter presentie van

Jacob de Wit en Barend
Melgersse van Laer
als getuijgen

Albert Wiebega

Jacob de Wit

Barend Melgerse van Laar

Jan Verleij

        not[ari]s


Homepage | E-mail