XXVIIJ Op huijden den XXVIJen januarij anno XVC negen ende t seventich stilo no[vo] compareerde voor mij notario publijck
ende voorden ondergescreven getuijgen Sijmon Henricxsz out omtrent XLV jaren ende Bouwen Meesz out omtrent XXXV jaren buijerluijden uuijt achthoven inde anbachte van Leijderdorp ende deposeerden ende tuijchden bij haer ende constiente ende zielen zalicheit in plaetse van eede ten versoecke van Henrick van Craecken Willemsz poorter tot Leijden hoe dat hij deposante guede kennisse zijn hebbende aen zeeckere wooninge groot omtrent achtiendre_ morgen lants leggende in achthoven voorsz[egd] competerende den voorsz[egde] requirant ende mitsdien wel weeten datter inden jaren van LCCIIJ ende LXXVJ weijnich profijten vande zelve wooninge ende landenzijgetogen item inden jare van LXXIIIJ ende LXXV hebbeheeft deselve
wooingen ende landen ongebruijck gelege tuijchden noch da deselve wooinge huis schuijer ende bargen zeer geruijneert ende genouchsaem gedemoleert zijn ende en tuijchden wijder mij presenterende nn cas van tecolmente alle selve respective bij haer onder eede verpielecken[?] t assumeren ende bevestigen voor allen heeren ende rechteren de noots ende versocht zijnde ende versogte de vorosz requirant hier te te hebben acte Aldus gedaen binnen de stede van Leijden ter presente van den eersamen Andries Huijgensz schoenmaecker ende Dirck Pietersz van Egmont schrijver poorter der zelver stede als getuijgen waerdich van gelover hier toe gerequireert ende geboden |