^ van Leuwen + al wonende tot Leijderdorp
^wonende tot Coudekerck + in den ambachte van Leijderdorp tich | nu[mmer]° CLXVJ Op huijden den vijftienden dach van november anno XVJe ende twaelf compareerden voor mij notario publijck ende voorden ondergeschreven getuijgen Pieter Cornelisz ^ out omtrent XXIX jaren Bouwen Meesz out omtrent LXXIIJ jaren Cornelis Jacopsz Verdoes out omtrent LXX jaren Reijer Arijsz out omtrent LXXIJ jaren Dirck Matheusz Steenplaetser out omtrent LIIIJ jaren + Bouwen Jansz van leuwen out omtrent LVJ jaren
Frans Jansz Steenplaeitser out omtrent LXIJ jaren jaren beijde wonende aenden Hoogenrijndijck inden ambachte van Soeterwoude ende Claes Pietersz Bijet out omtrent LVIIJ jaren ^ende deposeerden ende tuijchden bij haer constientien ende zielen zalichen t van plaetse van eede ten versoucke van Gerijt Jansz van Harmelen schout van Leijderdorp waer te wesen eerst de voorsz[egde] Bouwen Jansz hoe dat hij inden jare vijftienhondert een ende t negentich gecost heeft van Joncheer Arent van Dorp heere van Maesdam inde herberge van de Witteswaen binnen sst der stede van Leiden int openbaer voorde camre[?] gecost heeft een parcheel lants groot sestalfmorgen gelegen inde monickenpolder + voor de some van omtrent
negenthien hondert gulden daer van t zijnen behoeve opten lesten martij anno XVe XVIende t negen brieven van eijgendome is gepasseert gelijck hij deposant oock geleden omtrent zes jaren van de weche ende nagelaten weeskinderen van Dirck Cornelisz den Hartooch int openbaar omtrent voor de kamre gecost heeft derdalf mergen lants gelegen inden voorsz[egde] ambachte van Leijder dorp voor omtrent derghien hondert gulden ende dat hij deposant van beijde de voorsz[egde] gecoste parchelen aenden voorsz[egde] requirant als schout van Leijderdorp betaelt heeft het pontgelt namelick van elcke coopgulden een oort stuijvers item de voorsz[egde] Bouwen Meesz verclaert ddat hij inden jare XVe ende eenentnegentich
___lij de stede van Leijden inde voorsz[egde] herberge van de Wittswaen int openbaer van Jonckheer Pieter Cornelisz van der does in zijn leven |
t gecost heeft + gecost heeft coop + voorde kamre + M[eeste]r Henrick van Weert
advocaet shoofs van Hollant cum socijs | baullui ende Dijcgrave van Rijnlant + omtrent twaelf mergen leenlants gelegen in Achthoven in den voorsz[egde] Ambachte van Leijderdorp voor de some van vier duijssent en zeven hondert gulden daer van de leenbrieve ( die t zijnen behouve is gepasseert) gedateert is den zestien augsutij anno XVc en XIJ ende dat hij deposant mede van de zelve repe aenden voorsz[egde] schout van requirant als schout van Leijderdorp betaelt heeft het pontgelt namelick van elcke coopgulden een oortgen Itemm Pieter Cornelisz van Leuwen verclaert dat hij in den jare XVc ende zessentnegentich inde versz[egde] herberge van dewitteswaen binnen de voors[zegde] stede
int openbaer voorde camre + van Ruert Claes van Leuwen omtrent twee mergen lants gelegen tot Leijderdorp voorsz[egd] voorde somme van acht hondert gulden boven de balastinge van een rente van vijf ende twintich gulden s[tuiver]rs daer van deijgendom brieve t zijnen behoeve gepasseert gedateert is den XVIIJen decembris anno XVCXCVJ mede aenden requirant als schout van Leijderdorp het pontgelt heeft betaelt als van elcke gulden een oort stuivers | item de voorn[oemde] Claes Pietersz het verclaert dat hij mietende zalige Sijmon Henricxz ioten thienden Martij anno XVC en een int openbaer + gecost hebben van de ergen[amen] van juffrouwe Christina van Noorde + omtrent
achtien mergen leenlants gelegen in Achthoven inden voorsz[egde] ambachte van Leijderdorp voor acht duijsent een hondert gulden ende dat hij deposant ende de voorn[oemde] Sijmon Henricxsz van de zelve cope het pontgelt aenden voorsz[egde] requirant als schout van Leijderdorp hebben betaelt als van elcke coop gulden een oort stuivers Item de voorsz[egde] Reijer Arijsz, Cornelis Jacobsz Verdos en Dirck Matheusz ende Frans Jansz deposanten voorsz[egde] verclaren dat de burgerm[eeste]ren ende regerders der stad leijden inden jare XVe ende |
al ^blijckende bij de brieven van date den XXXen julij anno XVC ende t negentich | t negentich miet veele ende pa verscheijden paachelden van landen gelegen inde voorsz[egde] abachte van Leijderdorp gecomen van de regulier monicken aldaer int openbaer inde herberge van den Gulden Hooren binnen Leijde te cope hebben gesseten ende dat zij deposanten aldaer mede int openbaer gecost hebben te weeten de voorsz[egde] Reijer Arijsz twaelf mergen drie hondert ende vijf ent zestich roeden lants voor twee duijsent vijf hondert ende achtenvijftich gulden item de voorsz[egde] Corn[elis]
Jacobsz Verdoes twee parchelenlantst eene groot zijnde vijf mergen ende LXXXIJ Roeden voor derthien hondert en thien gulden ende t ander groot vier mergen vijf hont ende LXIJ Roeden voor negen hondert en dertich gulden Item Dirck Matheuszversz[egd]vier mergen vijf hont ende zeven roeden lants voor thien hondert geulden ^ ende Frans Jansz verclaerden ende dat zij deposanten respectivelicken __ den voorsz[egde] requirant als schout van Leijderdorp van de voorsz[egde] gecoste paechelden betaelt hebben het pontgelt als van ijder coop gulden een oort stuivers verclaerden noch de voorsz[egde] Dirck Matheusz ende Frans Jansz deposanten dat zij inden jaren XVIC en twee int openbaer voorde camre
in den voors[zegde] herberge van den zwaen vergulden Hooren binnen Leijden gecost hebben van m[eerste]r Jan van Duijblant veerthien mergen leenlants gelegen in den voorsz[egde] ambachte van Leijderdorp voor de somen van zeven duijssent negen hondert end t zeventich gulden ende dat zij depos[an]ten mede van de zelve cope aenden voorn[oemde] requirant als schout van Leijderdorp betaelt hebben het pontgelt als van een ijder coop gulden een oort stuivers presenterende in cas van recolente alle t zelve respectivelicken bij haer luijder eede solempnelicken te affecumeren ende te bevestigen voor allen heeren end rechteren des noot ende versocht zijnde ende den voorsz[egde] requirant versochte hier van te hebben |
| acte aldus gedaen tot Leijderdorp ten huisje van den requirant ten dage ende jaren als boven ter presentie van Cornelis Gerijtsz Backer ende Claes Jansz buijrluijden tot Leijderdorp voorsz[egd] als getuijgen hier toe versocht zijnde |