factum het is XXVIJen meij 1633 is den principale obliagie van dese __mte uijtgegeve ter comptoire mijns
notarij gecasseert vertoont westalve dese __ i___ d__ is gevijelt[?] parant gen Joost van Sandwech | XLIX Op huijden den XXVIJen martij anno XVJC ende negenentwintich compaereerde voor mij Joost van Sandwech openbaer notaris bij den hove van Hollant op te nominatie van die van de gerechte der stadt Leijden geadmitteert binnen deselver stede residerende ende voor der getuijgen nae genomineert Cornelis Claesz den Boer bouman wonende inde Cleij inden ambachte van Noortwijc mij notario wel bekent
ende bekende voor hem sijnen erven ende nacomelingen vercost te hebben ende sulx deuchdelicken schuldich te wesen aen ende ten behoeve van d eerbare Grietge Huijbertsd[ochte]r weduwe wijlen Willem Cornelisz Zijbaut in sijn leven schepen dese stede ende of haers rechts ten desen vercrijgende een somme van jaerlicxe losrente van achtienguldens te XL groot t stuck en vijftichsten st[uive]rs verschijnende jaelix den XXVJen martij de welcke hij comp[aran]t bij eer ende vromichen t alle ende t elcken jare beloofde te sullen betalen vrij gelts ende sonder eenige deductie of aftrec t sij van leen subtentie schatting ende van verpon dinge oft andere contributie van deser XX~X~ meerder of minder pen[ningen] hoe die ooc soude mogen werden
genoemt ende v___liendre alrede toegetelt{?} commen[?] geslagen sijn of sullen werden alwaetot[?] sulx dat bij placcate of t andere sints verclaet werden datmen op dese ende gelijcke renten cortinge enslach soude mogen doen ende moeten lijden van alle voordeel ende profijt van dien hij comp[arant] wel uijtdruckelicken __ullde ende afstant dede mitsdesen daer van die wegens t alles t jaerente verschijnen sal den __ XXVIJen martij a[nn]o XVJe ende neg dertich ende so voorts van jare te jare geduijrende so lange ende ter tijt toe de vers[zegde] remte effetuelicken sal sijn gequeten |