d eerste comparant nomino uxoris van zijn vrouws ouders en de laaste comparante van haar mans ouders # welke met malkanderen bij egale en gelijke portie hebben geschift en gescheijden bij een
blinde lotinghe in voeghen soo volght Eerstelijk hebben zij het huijsraat en inboel koeijen en koegereetschap ten halven wedersijts gedeelt bij gelijke portie Als mede de contante penn[ingen]bedragende vijfhondert sevenendertig g[u]l[den] vijftien st[ui]vers aght penn[ingen] van welke penn[ingen] den eersten comparant voor af __ heeft ge grocken een som[m]e van sevenentaghtigh g[u]l[den] twee st[ui]vers wegens de laaste comparantes man sal[iger] bruijlofs onkosten uijt deselve boedel betaalt de resterende penn[ingen] bedragende een som[m]e van vierhondert vijftigh g[u]l[den] dertien st[uiver]s 8 penn[ingen]\ zij bij de comparanten mede wedersijts gedeelt en genoten blijvende nogh gemeen en onverdeelttusschen de comparan[ten] de boerderij en
het huijs en de landerijen tot de voorsz[egde] boedel behorende staande en gelegen soo tot Grosthuijsen Berkhout als Berkhout ende als anders als mede de landerijen en obligatien die deselve boedel door het overlijden van een Trijn Jacobs in de Beemster overleden zijn aenbestorven sullen mede de schulden en lasten |