Notarieel 428 / 143 Bovenkarspel pdf21-06-2022 pag. 1

 

            In den name des heere amen
in den jare na de geboorte onses heere duijsent
seven hondert en ses op den negentiende
april
savons de clock ontrent seven
ure

S Luit

de comparante segge
geen vier duijsent
g[u]l[den] gequoteert
te sijn

Compareerde voor mij Dirck Molenaer
bij den eedele hove van Hollant gead
mitteert openbare nota[ris] tot Bovencarspel
residerende en voor de getuijgen na
genomt
Claes Cornelisz en Voeck Pieters echte
luijden wonachtigh tot Lutjeb[roek] in de Horn
mij not[ari]s bekent Claes Cornelisz
sieck na den lichaem te bedde leggende
Voeck Pieters gaende en staende doch
beijde wel bij memorie rednene en
verstant soo men anders niet conde
bemarcken de welcke verclaerde niet
uijt dese werelt te wille scheijde
sonder al vooren op navolgende
 

maniere gedisponeert te hebben het welck
sij seijden te doen uijt hunne eijgen vrije
wille en gemoedt sonder van
ijmant daer toe misleijdt te wesen
bevelende voor allen sake haer
siele in de genade van god almachtig
en haerlieden gestorven lichaem de
aerde met een burgelicke begraven
in den schoodt der aerde
 

comende dan hier mede tot haer voorgenomen
dispositie eerstelijck heeft hij testateurs soo
sij de eerstervende van haer beijde comt te wesen
soo legateert hij testateur sijn broeders te

weten

Outger Cornelisz en Maerten Cornelisz te samen
een stuck saedlant groodt ontrent hondert
roede leggende op de ijvelinge sloodt belent
ten noorden Mantje Lilles en ten suijden Nanne
Pietersz
doch de gelegateerde eerder overleden sinde
op des selfs desendente noch legateert hij
testateur aan sijn suster Hiltie Cornelis en broeder
Jan Cornelisz te samen of bij haer eerder overlijden des selfs
desendenten bij plaets vullinge te samen van
haer ouders een stuck saedlant groodt ontrent
hondert tweintigh roeden genaamt de Calaerij
belent Jan Olversz ten suijden en ten
westen Cornelis Jansz noch legateert hij
testateur aende kinderen van sijn broer Jacob Cornelisz sijnde

zijn testateurs broeders

kinderen een stuck saedtlant leggende
op Cadijck bewesten de Hornsloodt genaemt
Capiteijns groodt ontrent ses en t negentigh
roeden waer van de voorn[oemde] Jacob Cornelisz
de tijdt sijns levenshet vrucht gebruijck of de rente sal moge geniete

van lantschot
en verponding

midts jarelijcks de oncoste ^ daer van te betalen
noch legateert hij testateur aen Anna Jacobsz
verweckt uijt sijn suster Meijnouw Cornelis de som[ma]
vijftig carolus g[u]l[den] doch voor haer mondige dage
mocht comen te overlijden soo sal het gemelde
legaedt weder keeren op sijn testateurs naeste
erfename ab intestato noch wil hij testateur
dat als wanneer
legateert hij testateur aen sijn
broeders en suster Hiltie Cornelis of des self
desendenten bij plaetsvullinge van haer ouders
alle zijn testateurs wollen cleeren die
 

hij gedragen heeft of die tot sijn leij behoorig

hij testateur

sijn geweest vorders tellende tot sijn universele
en alle geheele erfgenaam sijn tegenwoordige
huijsvrouw Voek Pietersz in alle sijn goederen
roerende en onroerende present en toecomende
goudt sulver actien en crediten niets ter
werelt uijtgesondert alle de selve soo
hij testateur die metter doodt ontruijmt
en achter laten sal en dat voor eeuwigh
en altoos met vollen recht van institutie

       Maer ingeval hij testatriesse de eerst
stervende comt te wesen van hunne beijde
soo prelegateert sij aen haer tegenwoordige
man Claes Cornelisz een stuck saedlant
leggende tussen de Horn en den huijse genaemt
Sipkes vorder stellende hij testatriessen tot
haer universeleen all gehele erfgenaem haer suster Reijnouw Pieters
in allehaer nagelaten goederen roerende en onroerende present
en toecomende geen uijtgesondert alle de selve
soo sij testatriesse die metter doodt ontruijmen
en achter laten sal en dat voor eeuwigh
en altoos met vollen recht van institutie
doch de gemelde Reijnouw Pieters voor haer testa
triesse mocht comen te overlijden bij sulck
geval sullen haer testatriesse susters
Marij Pieters kind[eren] in plaetse succedeeren
nota de legate die uijt desentestamente sullen werde
getrocken sullen de gelegateerde de moete aenneme
met de achterstallige oncosten soo die ten tijd
van de eerst overleden werde bevonden alsoo sij
testateuren seggen met mekander soo geaccordeerd
te sijn
 

Alles als voorsz[egd] staedt verclaerde sij
testateuren dit te wesen haer eennige uijterste
en laeste wille willende en begeerende
dat de selve volcomen craght hebbe in
effeckt sorteeren sal t sij als testamente
codicille gifte uijt saeck des doodts of anders
soo het na wette onser lande sal conne
bestaen schoon genomen eennige solemniteijten
van _oste in desen gerequireert niet wel
ware geobserveert alles oprecht aldus gedaen
en gepasseert in Lutje[broe]k ten huijse van
de testareuren in presentie van bGerrit
Pietersz en Wouter Gerritsz als getuijge
ten desen versocht en gebeden
  Klaes     Kornelis  zoon
  Foeck Pieters

dit is getekent + bij Gerrit Pietersz
                Wouter Gerrits soon
                            D Molenaer

                                nota[ri] publ[iek]


Homepage | E-mail