Notarieel 4289 / __ Purmerend ![]() | 16-12-2006 pag. 1 |
Desen 7de October 1732 compareerden voor mij Corn[elis]: Baars P[iete]rsz: not[ari]s: Publijc bij den edele hove van holland geadmitteert binnen de stad Purmerende re- siderenden en voor de nabesc[hreven]: getuijgen Pieter Pouwels, David Garbrantsz en Reijer Doedsz in qualite als voog- den over de nog drie minderja- rige kinderen van Doede Jansz Beets en Geertje Dirksz Bark, Jan Doedsz Beets voor hem selfs en broeder van de voorst[aande] 3 kind[e]r[en] alle woonagtig in de Beemster Gerrit Hartogh alle gesamentlijkde kints kinderen en erffgenamen van wijlen Dirk Martensz Bark en Maritje Claas in haar leven gewoont hebbende tot Midlie, Wijdens nog de vooren gemelte Gerrit Hartogh als in huwelijk gehad hebbende Niesje Dirks Bark en uijt dien hoofde gereg- tigt tot de nalatenschap van Maritje Claas zijn de geweest zijn vrous moeder en welke voor haar is overleden uijt kragte van de gemeenschap der goederen tussen hen comp[aran]t en zijn overleden vrouw Eijndelijk Stijntje Dirks als getrout zijnde geweest met Marten Dirksz Bark welke op het overlijden van sijn moeder mede nog in 't leven was en dus uijt dien hoofde en omge- melte redenen als Gerrit Har- tog tot de erffenis van Maritje Claas geregtigt, Welke comp[aran]ten te kennen gaven dat zij met den anderen had- den geschift gescheijden en verdeelt de boedels en nala- tenschappen van de vorengem[el]te Dirk Martensz Bark en Maritje Claas op volgende wijsen Eerstelijk zijn de voogden over de 3 kinderen van Doede Jans Beets en Geertje Dirks Bark als mede de broeder Jan Doedesz Beets voor hem selfs aan bedeelt onder andere Een stuk land gelegen tussen de trekwegh in Midlie in den bedrijve van Midlie groot duijsent roeden off 2½ deijms genaamt de smaljes beltent met Jacob Corn[elisz]: Hartogh ten Noorden en Jan Roos ten Zuijden Een stuk land gelegen in de bedrijve van Quadijk genaamt Braven groot Negen hondert roeden belent ten noorden Jacob Ruijter en ten zuijden Maarten Edel met het oostend op de Wijsent, Een obligatie tot laste van Holland en West Vriesland ten geme- nelande comptoire tot Hoorn groot in capitaal 260 g[u]l[den] op de naam van Volkert Jacobsz Brouwers Kind[ere]n in dato 1 novemb[er] 1672 folio 164 segge f 260 - : - Een dito tot laste als voren en ten comptoire van Edam groot in cap[ital]e: 250 g[u]l[den]s op naam van Trijn Jans Teuneses gedat[eer]t: 29 maij 1643 fol 195 f 250 - : - De voogden over 't kind van Gerrit Hartog en Niesje Dirks Bark zijn voor en ten behoeve van 't selve kind toebedoelt de helfte in een stuk land (waar van de wederhelfte de vader is aanbedeelt) gelegen in den bedrijf van Midlie tussen de Jaagwegh en het Die, Groot in 't geheel dertien hondert sestien en twentigh roeden of 3¼ deijms en 22 roeden genaamt de Bruijtstafel belent ten zuijden met Klaas Vink en ten noorden met Jan Duijker Een obligatie tot laste als voren ten comptoire van Edam groot in cap[itaal]: 400 g[u]l[den]s: op de naam van Anna Visser gedat[eer]t 2 feb 1678 folio 475 no 882 segge f 400 - : - Een dito tot laste en comp- toire als voren groot 300 g[u]l[den]s: cap[itaal] op de naam van Corn[elis] van der Tin cum suis [=met elkaar] gedat[eer]t 1 novemb[er] 1672 fol[io] 12 no 990 segge . . . f 300 - : -
de voogden over de 3 kinderen van Maarten Dirksz Bark en Stijntje Dirks zijn voor en ten be- hoeve van gem[el]te kind[ere]n aanbedeelt een stuk land gelegen in het bedrijf van midlie groot 1050 roeden belent met Marten Butter te zuijden en het komt ten noorden met end aan Midlie nog een stukje land gelegen in den bedrijve van Quadijk genaamt de Jard met het west end op de nieuwedijk groot 700 roeden belent ten zuijden met Jan Hoek en Claas Hooijbergh ten noorden nog een obligatie tot laste als voren ten comptoire van Edam groot in cap[itaal]: 250 g[u]l[den] op de naam van Claas Gerritsz Hartogh ge- dateert 8 feb 1649 folio 364 no 693 segge . . . f 250 - : -
Gerrit Hartogh is in sijn voren gemelte qualiteijt aanbedeelt die der anderen de helfte in een stuk land (waar in zijn dogter de weder helfte toe behoort) gelegen in den bedrijve van Midlie groot in het geheel 1327 roeden genaamt de Bruijstafel belent ten zuijden met Claas Vink en Jan Duijker ten noorden Een Obligatie tot laste als voren ten comptoire van Edam groot in cap[itaa]l 400 g[u]l[den]s op de naam van Cornelis Jacobssoon gedateert den 17 Junij 1641 fol[io] 297 no 387 segge . . . f 400 - : -
De contante penningen mits- gaders de meubilaire goederen verrclaren de comp[aran]ten respec- tivelijk onder de anderen mede te hebben verdeelt en dat ieder sijn geregtelijke portie soo van het een als het ander heeft ontfangen en genoten passeerende dese ten dien eijnde mede voor volcomen acquiet en quitantie Met welke schiftinge scheij- dinge en verdeijlinge de comp[aran]ten gesamentlijk verclaarden te nemen en volcomen genoegen en contentement belovende elk ander den effecte deses te sullen doen en laten genieten sonder daar tegens iets te doen off doen doen direct off in direct in regten off daar buijten men daar voor verbinden de comp[aran]ten respecti- velijk hunne personen en goederen als na regte Dit aldus passeerde in het bij sijn van Hendricus La Cauriere en Pieter Tarwe? als getuijgen Pieter Poulisz Beets Jakob Jansz Tijs Stijntje Dirks Henricus La:Cauriere |