#
levende jnt landt
daer thuijs op staen
en jn de acker voor
deur
 
 

op huijden den IIJen feb[ruaru] 1671 compareerde
voor mijn Gerrit Zijplant openbaer ende bij dene[dele]
hoven van Hollandt geadmitteert notaris ende ___
tot Opmeer in kennisse van den nabbes[chreven] getuijgen
d eersame schipper Pieter Pietersz Landtman woonende
onder de bedrijve van Hoorn getrouwt Griet Jacobs
als erfgename voor een vierdepart van wijlen
Dieuwer Jacobs in haer leven bedaeghde vrijster
overleden tot Wadwaij in dier qualite ter eene ende
Jacob Maertensz met Jan Claes getrouwt ___^Aeft
Maertens, Gert Aerjens getrouwt Trijn Maertens
soo voor haer selffs als mede ^{t samen}haer sterckmakende
ende de ratoe caverende voor Maertje Maertens
__tje ^Baeff Maertens, Lijsabet Maertens en Griet
Maertens haere susters en alle kinderen van
Maerten Jacobs geprocreert bij wijlen
Lijsabet Aerjens sijn overleden huijsvrouwe te samen
erffgenamen en testamente van voorn[oemde] Dieuwer
Jacobs ___ voor drie vier de parten^{in die qualiete}ter andere
zijden en verclaerden zij comparanten met den
ander jn alle min ende vruntschap van alle
de goederen bij de gemelte Dieuwer Jacobs metter
doot ontruijmpt ende naergelaete geschift gescheijden
en gegrontdeert te wesen in voegen en manieren
als hier naetvoegende bes[chreve]n staet eesterlijk
is de voorn[oemd]e Pieter Pieters Lantman toegevallen
ende voor sijn portie geaccordeert vier hondert
t sestien roeden lants leggende gemeen ter
Span[broek] jnde Zaets daer Griet Hillebrants ____^{op wo[o]nt}#
oosteijnde met een 1/64 paert scheeps aen 't Schip
van hem Landtman sonder meer waer en
tegens Jacob Maerts cums[uis] sijn aengedeelt

en voor haer voorn[oemde] portie jn handen gecomen
eest een obligatie van duijsent gul[den] opden naem
van Trijn Claes wed[uw]e van Jacob Teunis tot
Sijbecarspel jegens drie gul[den] drie st[uijvers] ijder
hond[er]t in dato den 12e junij 1669 noch een
obligatie houdende op Jacob Maerts^voorn[oem]t van
vier hond[er]^t vijftien gul[den] jegens achtien gulden
de rente en dan noch onder hem berustende pen[ningen]
drie hond[er]^t vijftich gul[den] jegen gelijcken interest
d hond[er]^t als boven sulcx dat de hooft zomme onder
hem berustende samen monteert acht hond[er]^t gul[den]
d obligatie is gedateert den 5 ^en junij 1668 jtem
noch een obligatie houden op Taems Ellerts en
Tijs Janz Leenhouwer van een hond[er]^t gulden jegens
drie gul[den] de rente gedateert den 22 maij 1663
noch een obligatie op Jan Jacobs Vet tot Schagen
van twee hond[er]^t gul[den] jegens drie gul[den] ten hondert
de rente gedateert den 7 ^en maij 1663 noch een
hanteijkinge inhoudende seven en t seventien gul[den]
gegeven bij P[iete]^r Janz Elles tot Spanb[roek] den 27 dece[mber]
jegens behoorlijk rente noch een obligatie van
Lijsbet Jans op de Koepoorts wegh van hondert
vijff en t seventich gul[den jegens drie gul[den] drie
st[ui]vers d hondert noch een obligatie van drie
hondert gul[den] op enen Gerrit n[omen]:n[escio]: woonende
buijten dijen jegens drie gul[den] tein st[ui]vers ijder
hondert en eijndelijk noch aen haer peni[ngen] onder
de voorn[oemde] Griet Hillebrants berustende
hondert en tien gul[den] sonder meer is __^mede
gestipu;eert dat d obligatien en gelden hier vooren
genoempt tot maij naestcomende sijnde langer
niet sullen staen tot laste van gemene boedel
en alles schade in dien tijt te vallen sullen comen ten
laste van selve gemene boedel blijvende de_renten

renten daer van aende voorn[oemde] Jacob Maerts toecomen
wijders verclaerden zij comparanten dat zije huijs raet
en Jmboel van voorn[oemde] overledene onder de ander soodanig
hebben geparticipeert en verdeelt dat ijder tot zijn
contentement daer van sijn nenpaer[?] heeft
genoten gelijck mede bij henlieden uijt de boedel
vereffent sijn de doot en andere schulden die eenichsints
bekent zijn geweest jn soo twee daer van niet
meerder overich is en jngevalle noch all getroes[?]
mocht coomen te openbaren gelijck zij comparanten
vertrpiwem vam meem sullen t selve elcxs naer zijne
portie hebben te dragen eijnderlijk hebben parthijen
                                       _{d een d ander voor}
verclaert sij doen bij desen,, __ ijders aenbedeelde
te geven voor soo varre t noodich soude mogen zijn
transport sonder eenige eijgendome uijt den __
hooffde daer aen meerder te pretenderen maer
ijder malcander ijders versz[egde] aenbedeelde rusterlijk en
vredelijk te sullen laeten possideren besitten en gebruijcen
sonder daer tegens ofte de jnhout dese te doen ofte
_aen doen directerl[ijk] noch indirectelijk onder verbant
en constrincti van haer persoonen en goederen die
alles jn bedwanck soo naer rechten alles opregt
gedaen en gepasseert te comptoi[re] mijn not[ari]s present
Jan Joris Kaij en Jan Claes Roskam
getuijgen hier toe versocht die desen neffens
de comparanten en mijn not[ari]s hebben get[ekent]
             Pieter Pietersen Lantman

t merck van Jan
Claes + bij hem
      gestelt bij

Jacop Maertensz

Gert Aerijanz

    Jan Jansz Kaeij
Jan Claes Roskam

      mijn present
            G: Sijplandt
               not[ari]s pub[liek]
    1671