V Hogen | 36 Op huijden den 28 august[us] 1713 compareerde voor mij Dirk Pittes openbaer notaris
bij den ed[ele] hove van Hollant geadmitteert tot Obdam residerende en de nagenoemde getuijgen den e[erbare] Cornelis Schouten en Cornelis Boots de jong beijde wonende in de Wogmeer onder de banne van Obdam de welke beijde voor ons verklaerden hoe zij comparanten gezamentlijk in de laeste ordinare lantveijlinge tot Obdam hadden gekogt seker cavel lant in de Wogmeer zijnde de cabel in de letter B n[ummer]o 18 genaamt de muijs vreugt groot in omslage 4 morg[en] 208 roed[en] in welke cavel volgens de opdragt daar van zijnde Cornelis Schouten voor de ene helft als eijgenaar komt Cornelis Boots de jong 1/4 part en zijn twee jonger broeders met namen Jan en Elberts Boots zamen 1/4 part voor welke twee genoemde jonger broeders de tweede comparant
Corn[elisz] Boots de jong hem voor ons verklaerde magtig te maken en de rato te caveren wegens dit navolgende contract en conditien als int vervolg zal werden verklaert ende uijtgedrukt t is un zulks dat zij bovengenoemde comparanten nu contractantne verklaerden inder minne te zijn over een gekomen ende verdragen dat zij comparanten om de gemeenschap weg te nemen en om in toekomende alle onenigheden te mijden |
# bij zuijver lotinge | dat se diese cavel hebben verdeelt te weten dat Cornelis Schouten voor zijn# deel zal hebben ende behouden als vrij en eijgen de twee noordderste blokke en Corn[elisz] Boots |
|
de jong met zijne genoemde twee broeders alleenlijk het zuijderste gedeelte voor vrij eijgen alsoo dese cavel aen drie partijen dwars is afgespeet dog verklaerden zij verder indese afdellinge veraccordeert en over een gekomen te zijn of schoon d een of d anders deel grooter was dat zij daer op geen reguaerd wilden geslagen hebben alsoo zij verklaerden zoo zeer niet na de groote als wel na de degt en ijders dienst hebben gedeelt en daeromme verklaerden zij beijde comparanten zoo over als weder over dat zij gezamentlijk verder waren verdragen ende bij haer was vast gestelt dat se jaerlijkx half ende half de lants omslagen en verponding zouden betalen en datse haer daer voor responsabel stelden wat aen gaen ceuren en beschouwingen bij dijkgraef en
heemraden reede gemaekt of nog te maken verklaerden zij ijder voor zijn aandeel en nevens t zelve haer te verbinden eijndelijk verklaerden zi jcomparanten en contractanten over ende weder over dat ijder over anders aendeel nu ende ten eeuwigen dage een vrij overpat van alles helft bedongen en hebben moet ook die gene die oijt of oijt inde drie huijse wonen zo lange blijke datter van de comparanten bloede maer eijgenaeren van zijn schooner van den bloede niet in |
| een van de drie huijse woonde zullen oock de contractanten ijder zijn huijs en landerijen met den voorregt mogen verkoopen sonder tegenspraek van den anderen alsoo zij verklaerden ijder aen andereen daer toe de vrijheijt te vergunnen
die gemelde overpat zal soo liber en vrij zijn even als of het lant een van beijde alleen toequam t zij met rijden drijven of loopen jae zelfs niet alleen nare en van Wogmeers landen maer zelfs na en van ijder comparants haeren oude landen die in Obdam bepoldert zijn ook diese nader zoude mogen koopen of huren zonder onderscheijt egene alsoo voorsz[egd] is verklaerden zij alsoo verdragen en geaccordeert tezijn beloovende als luijde |
# en te laten volgen | van eer elk anderen het effect van zijn beding alsoo te zullen voldoen# ook elk anderen met zijn aandeel te laten in een vrije en geruste passessie end besit dit alles onder t verbant van haer comparanten persone en goederen gene exempt
met onderwerpnge van alle regt en regteren Dit aldus gepasseert en verleden te huijse van Corn[elis] Schouten in presentie van |
Claes Bode en | m[eeste]r Jan Curspel als geloofwaerdig getuijgen hier bi jversogt die dese miuute nevens de comparanten en mij notario mede hebben getekent ten tijde als boven |