Notarieel 4071 / 47 Obdam pdf29-04-2023 pag. 1

 

 
v Hogen

47

Op heden den 5 maart 1702
compareerde voor mij Dirk Pittes openbaar notaris bij den ed[ele]
hove van Hollant geadmitteert tot Obdam residerende ende
nagenoemde getuijgen den eersame Claas Jans Mijsen out
schepen der stede ende heerlijkheijt Spanbroek dog hier in
qualite als gewesene voogt over de kinderen van Ijsbrant
Bartelmiesz
ende Neel Outschers in haar leven egte
luijden gewoont hebbende op Spierdijk onder de banne van
Spanbroek welk ecomparant verklaarde ten requisten
versoeke van Jan Boots woonagtig in de Wogmeer onder
Obdam hoe waar en waaragtig is dat Bartelmies Ijsbrants
grootvader ende mede voogt van de boven genoemde kinderen
met sijn comparants toestemminge hadde verkogt

ende beneffens hem

comparant hadde
gecedeert ende getransporteert aan ende ten behoeve van
Elbert Corn[elisz] Boots oud oom van de voorsz[egde] minderjarige
weesen een huijs erf en werf met het gene daar op aard
en nagel vast was staande ende gelegenop Spierdijk
onder spanbroek voorsz[egd] met een stuk lant genaamt de
Ackers groot ontrent 2 morgen mede gelegen onder
den selven banne ende cogge voor een som van ses hondert
guldens contant mits hij kooper daar en boven nog soude
betalen volgens mondelinge accoort een som van
vierhondert en vijftig gulden soo dat de geheele kooppenn[ingen]
ware voort huijs erf en werf met het gantsche opstal
en de 2 morgens lant een som van 1050 g[u]l[den]
van welke laaste 450 g[u]l[den] den kooper Elbert Boots soo hij
comparant verklaarde voor haar in qualite als voogden
en op hare ordre heeft betaalt aan Pieter Cornelisz Boots
mede oud oomvan dito voorsz[egde] kinderen woonagtig inde Purmer
 

een som van twee hondert g[u]l[den] welke som Outscher
Cornelis Boots
grootvader der voorsz[egde] pupillen van 's moeders
zijde en vervolgens de kinderen moeder en vader en ook
vervolgens dito kinder als een over geerfde schult van haar
grootvader voorn[oem]t nog schuldit waren aan de voorsz[egde] Pieter
Cornelis Boots
ende haar oud oom welke sommehaar grootvader Outscher
Boots
hadde ontfangen en onder hem behouden voor de
genoemde Pieter Corn[elisz] Boots sijnde dit pets[?] reste van de
erfenisse van eenen P[iete]r Jacobs Boots tot Woglem
overleden en gevolgel[ijk] dese reste boven het gene Pieter
Cornelis Boots
alvorens uijt den voorn[oemde] boedel tot
Woglem heeft gebeurt ende genote
daar en boven heeft de kooper Elbert Boots nog betaalt
aan de voorsz[egde] Corn[elis] Boots zoo hij comp[aran]t verklaarde
een somme van tagtig guld[en] volgens beschreven memore
ge_--d__ __ papier ___ ______________ _______________

# der kindere
   vader

__oo het overlijden van Ijsbrant Bartelmiesz # __________ in desselfs
papieren bevonden
verder verklaarde hij comparant dat de meergemelde
Elbert Boots voor de voorn[oemde] kinderen met goetvinden
van hen comarant en sijn confraters[?] boven de
twee genoemde uijtgave nog aan de de voorsz[egde] Pieter
Corn[elisz] Boots
heeft betaalt een som van een hondert
en t seventig g[u]l[den] voor een half morgen lant in de
cogge onder Spanbroek welke halfmorgen
lant tegenwoordig nog bij dito kinderen of hare
erfgenaamen wert geposideert ende beseten
maat alsoo dese uijtgaaf bij Elbert Boots gedaen
voor de gemelde kinderen aan Pieter Corn[elisz] Boots
een som van 450 g[u]l[den] waar van een beschreven
acte is en heeft hij Elbert Boots alsoo tot zijn
comparants genoegen en zijn confraters toestemminge
voldaan ende betaalt sijne geheele bovengenoemde
en uijtgeloofde kooppenn[ingen] met 1050 g[u]l[den] voor t
meergemelde huijs met de twee morgen lant
soo hij comparant opentlijk verklaarde
 

verklarende verder hij comparant dat hij ook nog wel
wiste da tmet de contante penn[ingen] ter somma van 600 g[u]l[den]
van de voorsz[egede] koop was afgedaan ende betaalt eerstelijk aan
Frans Claesz in de Waart een obligatie ter laste der gemelde

 

kinderen boedel ter somme van - -
aan Bartelmies Ijsbrants uijt d waart
groot vader der kindere een obligatie van

f 400 = 0 = 0
 
f 200 = 0 = 0

 

maakt de som op van 600 = 0 = 0

soo dat de comparan tverklaarde dat alle het gelt van t huijs
met de 2 morgen lant gekomen regtvaardiglijk en
ten besten ooktot afdoeninge der kindere schulden
sijn geemploijeert ende uijtgegeventer somme van f 1050 gl[ _______
eijndelijk verklaarde hij comparant dat hij ten laste vande
voorsz[egde] boedel van Ijsbrant Bartelmiesz heeft gehadt een

obligatie van - - - - -
en Jan Clasz Egges een oblifatie van - -

f 500 = 0 = 0
f 150 = 0 = =

dog deselve waren betaalt door Bartelmies Ijsbrants
der kinderen grootvader en datter dies tijts behalven
en boven de gemelde sommen nog wel meerder obligatie
schulden en lasten des boedels waren dog deselve door de
genoemde grootvader Bartelmies Ijsbr[antsz] waren afgedaen
ende betaalt soo mij sijn eijgen beurs als van t gelt
gekomen van de verkogte koeije en huijsraat uij der
boeel der gemelde weeskinderen vader ende moeder
eijndigende hier mede sijn verklaringe gevende reden van
wetenschap t zelve alles bij ende present heeft geweest
en zijn consent daar toe gedragen heeft al inden text
bereijt sijnde des noots t voorsz[egde] nader te beverstigen
die aldus gedaan ende gepass[eer]t te comptoire mijns
notaris ter presentie van Jan Gerts Leek en Claas P[iete]rs Maarts
getuijge van geloove die de minute deses benevens de
comparant en mij notario getekent hebben ten

jare en dage als boven

       Claas Jansz Mijsen
      Jan Geert van Leeck
      Claas Pietersz Maars

t oirconde getekent
Pittes
notaris ter presentie van
publ[iek]


Homepage | E-mail