Notarieel 4071 / 32 Obdam pdf 19-07-2023 pag. 1

 

32

Op heden den 12 octob[er] 1699
compareerden voor mij Dirk Pittes openbaar notaris

CvLingen

bij den ed[ele] hove van Holl[an]t geadmitteert tot Obdam
residerende den eersame Ridder Reijersz woonende inde
Huijgewaart en Aarjen Gers Grob woonende op Spierdijk
onder Spanbroek de eerste out vijf en t seventig jaren
ende tweede t sestig jaren de welke ten versoeke van
Corn[elis] en Jan Boots mitsgaders Pieter Aarsz en Corn[elis] Punt
als wettige voogden over Trijn Ijsbrants hebben ver
klaart gelijk sij alsoo verklaren bij desen hoe waar
is dat sij getuijgen op den 29 sept[em]b[er] 1699 met ende
beneffens de requirante in dezen item Pieter Corn[elisz]
Boots
uijt de Purmer Ijsbrant Blanc uijt den houte
(bij Hoorn) en verscheijden andere personen sijn geweest
in de Herbert tot Spanbroek ten huijse van Jan Gertsz
de Mou
ende dat sij getuijgen ter sake van enige
questien tusschen Pieter Conr[eli]s Boots als eij[sse]r ter
eenre ende req[uirant] Ijsbrant Blanc als
verweerders ter andere sijde wel duijdelijk ende klaar
de voornoemde Pieter Corn[elisz] Boots hebben hooren en

sien

seggen tegens het volle geselschap dat hij noijt
nog immermeer had gemaakt ofte had helpen maken
enige alderminste schiftinge scheijdinge of

ver

deijlinge van den boedel van sijn vader of van sijn
moeder of van sijn suster Griet Cornelis Boots
of van sijn oom Pieter Jacobs Boots dat hem
 

daar op weder sijnde te gemoet gevoert dat sulk
seggen geen schijn van waarheijt had en dat het hem
mogelijk vergeten was soo verklaren sij getuijgen
te hebben gehoort en gesien dat Pieter Corn[elisz] Boots
weder antwoordende seijde dat het hem niet vergeten was
dat hij seer wel wist dat hij noijt bij enige scheijdinge
was tegenwoordig geweest en dat hij nergens in was
gekent of diergelijke woorden in substantie
wijder verklaren sij getuijgen ten selven date en plaatse
ende in t bijwesen van het gemelde geselschap te hebben
gehoort ende gesien dat Pieter Cornelis Boots seijde dat
hij uijt de boedel van sijn ouders niet anders had genoten
als een stuk lant van 1500 roeden gelegen in Spanbroek
en dat voor moeders erf en dan nog maar een stuk
van 500 roeden mede in Spanbroek gelegen voor
vaders erf en dat dat te weijnig was en dat hij daar
aan te kort had in vergelijkinge van t gene de andere
kinderen hadden genoten of diergelijke woorden in
substantie eijndigende hier mede hare verklaringe
en gevende redenen van wetenscahp dat sij het gene
voorsz[egd] staat hebben gehoort ende gesien ende sulx
als inde tekst bereijt sijnde omme desen des noots
nader te bevestigen
Dit aldus gepass[eer]t in de Wogmeer ten huijse van
Jan Boots ter presentie van Claas A[d]r[iaan] Bode van de
Wogmeer en Corn[elis] Jans Schouten als geloofwaardige
getuijgen hier toe versogt die de minute deses benevens
de comparanten en mij notario mede hebben getekent

 

te jare maant en dage als boven
dit merk F bij Ridder
Reijersz
selfs gestelt
Aerien Gertsen Grob
  Claas Aeriens Bode
 Cornelis Schouten

t oirconde
bij mij
            DPittes
              not[ari]s
               Publ[iek]


Homepage | E-mail