Notarieel 393 / 324 Oosterblokker pdf20-07-2022 pag. 1

inventaris

        n[ummer]o 69
            hier van 2 grossen
            uitgegeven den 23 dec[ember] 1811
            en bij mij ontvangen
            A Es
Staat en inventaris van den al
geheelen boedel en nalatenschap
van wijlen Adriaan Dekker
op den 15 october 1810 te west
woude overleden gedaan maken bij
Aafje Akkerman weduwe van
wijlen voorn[oemde] Adriaan Dekker
geadsisteert met den wel edelen
heer Claas Bolding notaris en
procureur te Hoorn den heer Dirk
Schuit
te Hoorn den heer Dirk
Schuit
meester goudsmit te Hoorn
Pieter Slagter secretaris van te
gemeente bestuur te Zwaag ter
requisitie van den heere Adriaan
Es
wonende te Westwoude en qua
liteit als bij acte van Jan Munt
jewerff
notaris bij den hove van
Holland geadmitteerd en getuigen
te Oosterblokker gepasseerd in dato
den 28ste januarij 1803 door bovenge
noemde wijlen Adriaan Dekker uit krachten
 

krachte van zekere testamentaire disposi
tie door den zelven Adriaan Dekker en wijlen
dezselfs eerdere huisvrouw Maartje Laan
voor den gerechte en secretaris Jan Muntjewerf
der stede Westwoude cum annex is opge
richt en dato den 16 september 1798 aan
gestelde voogd met het recht van assum
tie over de minderjarige Antje en
Claas Dekker kinderen van wijlen
meergenoemde Adriaan Dekker en
deszelfs eerdere huisvrouw Maartje

als mede de
heer Pieter
Vriend
wonende
te Venhuizen
in qualiteit als
mde voogd en
Jacob Laan

Jacob Laan x wonende te Zwaagdijk
als toeziende voogd over dezelve minder
jarige kinderen door welgemelden voogd
Adriaan Es geadsumeerd en aangesteld
bij acte gepasseerd voor den keizerlijken
notaris Jan Muntjewerf en getuigen
te Oosterblokker gepasseerd en dato den
30ste october 1810 en daartoe ten zelven
dage voor den gerechte der stede West
woude cum annex is beeedigd onroerende
 

onroerende goederen
    onder Westwoud
        Art. 1
een huijs en erve zijnde een
boere plaats nr 3 staende
en gelegen aen de noordzijde van
de straatweg te Westwoude
met 15 moregn 259 1/2 roeden
land daar aen en bij gelegen
belend Klaas Prins, Pieter
Molenaer
ende wed[uwe] Klaas Prins Maartje Prins
ten Oosten en Pieter Comme
deur
ten Westen
        Art. 2
item een boed zijnde n[ummer]o 4 staen
de en gelegen tegen over het voorn[oemde] huis
 

        Art. 3
    onder Oudijk
een stuk grasland gelegen op
Oudijk onder Westwoude groot
een morgen 300 roeden belend
de Roomsche kerk van Hauwert
en Simon Cornelis ten oosten
en de kerk van Oostwoude ten
westen
        Art. 4
item een stuk grasland mede
gelegen als boven agter het
voorgemelde land groot
een morgen 300 roeden belend
 

belend de kerk ten oosten en
ten westen
        Art. 5
item een stuk grasland mede
gelegen als boven groot vier
morgen belend de kerk ten
oosten en Simon Cornelis ten
westen
        Art. 6
item een stuk grasland mede
gelegen als vooren groot vier
morgenen twee sdrei honderd roeden
belend de boodsgezlle Beur
ten oosten en remment Simon Cornelisz
de boer ten westen Art. 7
 

        Art. 7
een boeren huisno en erve
met twee een morgenen 500 roeden lan daer
agter gelegen op Zwaagdijk
onder Westwoude belende de
kerk ten oosten en Simon
Cornelis
ten Westen
        Art. 8
item een stuk land genaamd
Entes landje gelegen op oudijk
groot twee morgen belend
Cornelis de Boer Pieter Visser ten oosten
en Jacob Leek ten Westen Art. 9
 

        Art. 9
item een stuk land genaamd
de Geuzebroek gelegen als vooren
groot twee morgen en vier
hondert roeden belend Jan
Veerkamp
ten oosten en Freek Pietersz ten westen
    onder Hauwert
        Art. 10
item een stuk land gelegen
over de Zwaagdijk onder
hoauwert met een dam aan
de dijk vast groot drie moregen
325 roeden beled Pieter Klaas
ten oosten en ten westen
        Art. 11
item drie stukken land en een
tuintje gelegen als vooren groot met
 

met den anderenzeven agt morgen
545 roeden belend Jacob
Leek
ten oosten en Freek
Pietersz
ten westen
        Art. 12
item een stuk graslant gelegen
te Hauwert groot 2 morgen
belend Klaas Timmerman ten oosten
en Trijntje Groot en Jan Berkhout ten westen
        Art. 13
item een stuk grasland ge
legen onder Hauwert groot
twee morgen en sestig vijf en twintig roeden
belend de zwaagdijk ten zuiden
en de Krommeleek ten noorden Art. 14
 

        Art. 14
       onder Medemblik
item twee stukken grasland naast
den anderen gelegen onder het
schotboek van Medemblik ge
naamd het eene Jan Bakker
en het andere de 1/2 van Albert
Jonk
te samen voor het
geheel groot in bruijkwaar
vier morgen
in dijkmaat vijf
morgen 396 96 roeden en en in mo
lenmaat twee morgen en 492 roeden

belend Claas Linger Arien Helder oosten
en Claas Timmerman ten westen
        Art. 15
item een stuk gralsand ge
legen onder Medemblik groot
een duizend en agt roeden belend
 

belend Cornelis Olij ten oosten en
en Jan Schoenmaker ten westen
        Art. 16
   onder Nibbixwoude
item twee stukken grasland
agter den anderen gedamd
gelegen te Nibbixwoude ge
naamt de Taaije groot twee
morgen twee hondert roe
den belend Arien Veeken ten oosten
en Jan Wiering ten westen
        Art. 17
item een dito gelegen als
vooren groot een morgen en
vier hondert en vijftig roeden
drie hondert vijf en seven
tig roeden belend Jan Ruiter ten
 

ten oosten en Dirk Breg ten
westen
        Art. 18
   onder Oosterblokker
item een stuk grasland ge
naamt de woud gelegen te Ooster
blokker groot drie morgen 350
roeden belend de wed[uwe] Cornelis
Blokdijk
ten oosten en Pieter
Beers
ten Westen
        Art. 19
   onder Hoogcarspel
item een stuk zaadland gele
gen in de banne van Hoog
carspel genaamt Jolleman
belend Simon Jacobsz ten oosten
en Arien Dekker ten westen groot
in t schotboek 75 roeden
 

    in de Wijde Wormer
        Art. 20
item de 1/2 part morgen vijfhondert
drie en seventig roden gras
land gelegen in de Wijde Wormer
aen de noord zijde van de Purmer
ender weg op de kaart getekend
het huis no 57 t land no 106
 

Obligatien hijpoteecquun
    en rentebrieven
        Art. 21
een nationale schuldbrief ten
laste Holland groot in capitaal
een duijzend guldens renten de
3 percent in blonco van den
31 e decembert 1799 no 6147
zijnde bij de zelve 9 coupons de
1 e verscheenen 1 e dec[ember] 1809
        Art. 22
een dito groot in capitaal en
rentende als vooren van den
3 april 1804 no 262981 zijnde
bij dezelve 3 compons de 1e versche
nen den 1 e april 1810
 

        Art. 23
een dito groot in capitaal
vijf hondert gulden rentende
als vooren van de 31 e decemb[er]
1799
no 6113 zijnde bij
dezelve 9 coupons de 1 e ver
scheeenen den 1 e decemb[er] 1809
        Art. 24
een nationale losrentebr[ief]
groot in capitaal drie
hondert gulden rentende 3
per cento in blonco van
den 1ste augustus 1801 no 1113
zijnde bij dezelve 3 coupons
den 1 e verschenen den 1 e augus[tus]
1801

                                         Art 25
 

        Art. 25
een dito als vooren groot in
capitaal vijfhondert gulden
no 5157 zijnde bij dezelven
2 coupons als vooren
        Art. 26
een nationale losrentebrief
groot in capitaal twee hon
derd gulden renten de 3 1/2 per
cent van den 1 e maij 1800
no 440 zijnde bij dezelve
ten coupon den 1 e oct[ober] 1810
        Art. 27
een dito als vooren groot
in capitaal vier honderd
gulden rentende als vooren no
 

no 1388
        Art. 28
een dito als vooren groot
in capitaal duijzend gulden
no 12390 zijnde bij dezelve
een coupon als vooren
        Art. 29
een dito groot in capitaal
agt hondert gulden renten
de als vooren van den 1 e
november 1802
no 153
zijnde bij dezelve 3 coupon
de 1 e verschenen den 1 e
november 1810
Art 30
 

        Art. 30
een certificaat van een
duijzend gulden 2 1/2 percent
in schijvinge doorloopende
schuld ten lasten van Holland
staande ten naame van
Jacob Saportos c[um] s[ociis] van
den 3 october 1809 no 3446
zijnde bij dezelve 10 coupons
de 1 e verschenen den 1 e julij 1810
        Art. 31
een dertig jaarige retnebr[ief]
weleer ten gemeenlands comp
toire van den ontvanger
generaal der middelen te landen te
 

te lande Alkmaar groot
in capitaal zes hondert
guldens ten name van
Klaas Dekker van den
1 e januarij 1783 fol[io] 17
n [ o 48 zijnde de intresse
hier op ontvangen tot den
1 e januarij 1809
        Art. 32
een dito in alles als vooren
van den 1e februarij 1789
fol[io] 22 no 32 intrest ont
fangen tot den 1 e julij 1809 Art. 33
 

        Art. 33
een dito in alles als vooren
van den 1e meij 1789 fol[io] 26
no 15 intrest ontvangen tot
den 1e meij 1809
        Art. 34
een dito in alles als vooren
van den 1 e september 1789
fol[io] 31 no 8 intrest ontvan
gen tot den 1e julij 1809
        Art. 35
een obligatie ten lasten
dijkgraaf en waarschappen
van Dregterland groot
in capitaal een duizend vijf en twijntig guldens gulden
renten de 2 1/2 per cento ten name
 

ten naame Tijs Stok van
den 6 e september 1776
no 26 lott A intrest ont
vangen tot den 1e maart 1810
   hipothecatien
        Art. 36
een hipotheek ten lasten
van Maarten Sijmonsz in capitaal
vier duizend guldens renten den
3 per cento gepasseert voor
schepenen in der stadHoorn den 2 febr[uari]
1782
onder verband van een
boere huis met 18 morgen
land gelegen in de zuidermeer
intrest ontvangen tot den 2 febr[uari] 1810 Art. 37
 

        Art. 37
een dito ten lasten van Jan Wiering
te Zwaagdijk per resto groot
vijfhondert gulden gepasseert als
voorn[oemd] (rentende 3 per cento)
den 1 e februarij 1784 intrest
ontvangen tot den 1 e februarij 1810
        Art. 38
een dito ten lasten van de voogden
over Klaas Pietersz Timmerman
groot per rese zeven hondert
gulden rentende 3 1/2 per cent
gepasseert als vooren den 5 janu[ari]
1789
intrest ontvangen tot
den 5 januarij 1810 Art. 39
 

        Art. 39
een dito ten laste van
Jan Cornelisz Boots te Hau
wert groot in capitaal twaalf
hondert gulden rentende
3 3/4 per cento gepasseerd als
vooren den 5 e maart 1791
intrest ontvangen tot den
5 maart 1810
        Art. 40
een dito ten laste van Klaas
Es
te Oosterblokker groot
in capitaal twee duizend den
vijf honderd gulden renten
de 3 1/2 per cent gepasseert voor
schepenen der stede Westwoud cum annexu
 

cum annexu den 6 junij 1804
intrest ontvangen tot 6 junij
1808

   obligatien (onder de hand)
        Art. 41
een onderhandsche obligatie
ten lasten van Pieter Klaasz
Molenaar
per resto groot
drie duizend guldens renten
de 2 1/2 per cento getekend den
20 maart 1783 intrest ont
vangen tot den 1 e januari
1809 /b'        '         Art. 42
 

        Art. 42
een dito ten lasten van
Maarten Simonsz in de
Zuidermeer per resto
groot vier duijzend gulden ren
ten de 3 1/2 per cento gete
kend den 10 januarij 1790
intrest betaalt tot den
10 januarij 1809
        Art. 43
een dito ten laste van
de erve Pieter Willemsz
te Westerblokker groot
in capitaal duijzend gulden rentende
 

rentende 4 percento getekent
den 4 november 1731 intrest
betaald tot den 4 nov[ember] 1809
        Art. 44
een dito ten lasten als vooren
groot in capitaal als vooren
rentende 3 1/2 percent van
den 28 junij 1793 interest ontvan
gen tot den 28 junij 1809
        Art. 45
een dito ten lasten van Jacob
Pietersz Schipper
te Groote
broek groot zes hondert
gulden gedateerd den 10 maart
1795
rente de 3 per cento intrest
 

intrest ontvangen tot den
10 maart 1809
        Art. 46
een dito ten lasten van
Ide de Lange groot
twee hondert guldens
rentende 5 per cento intrest
van de 8 e april 1796
intrest betaalt tot den 8 e
april 1809

        Art. 47
een dito ten lasten van Jacob
Cornelis Jansz Grootjes
te
Lutjebroek groot in capitaal
 

capitaal vier honderd
gulden rentende 3 1/2 per
cento van den 7 december
1797
intrest betaalt to
den 7 december 1805
        Art. 48
een dito ten lasten van
Dirk Helder te Benningbroek
groot duizend guldens ren
tende vier per cento van
den 21 meij 1797 rente betaalt
tot den 21e meij 1810 Art. 49
 

        Art. 49
een dito ten lasten van
Cornelisje Jans aan de
Bobbeldijk groot in capit[aa]l
twee duijzend gulden ren
tende vier per cento in
trest betaalt tot den 7 maart
1810

        Art. 50
een dito ten lasten van
Jan Veerkamp te Zwaag
dijk groot zevenhonderd
guldens rentende vier per
cento intrest van den 11e maart
 

maart 1799 intrest ontvangen
tot den 11 maart 1810
        Art. 51
een dito ten lasten van
Neeltje Frans Gales groot
per resto agtien hondert
guldens rentende 3 1/2 per
cento van den 24 e maart
1800
intrest ontvange tot
den 16 maart 1810
        Art. 52
een dito ten last van
Jacob Pietersz Laan te
Wervershoof per resto groot
 

Groot een hondert gulden
rentende drie per cento
van den 16 januarij 1801
intrest betaalt tot den
16 januarij 1810
        Art. 53
een dito ten lasten van
Jacob Pietersz Laan te oos
ten Zwaagdijk groot een duij
zend guldens rentende vier
per cento van den 28 e april
1802
intrest ontvangen tot
den 28 april 1810 Art. 54
 

        Art. 54
een obligatie gepasseert
voor den notaris Poulus
Adolf van Geldrops
te Hoorn
den 10 e april 1806 door
Jan Slagter en Marijtje
Volkers van den Heijde

groot een duijzend gulden
rentende vier per cento in
trest betaalt tot den 1 e april
1809

        Art. 55
een onderhansche obli
gatie ten lasten van Gerrit Muntjewerff
 

Muntjewerf te Uitgeest
groot vijfhondert guldens
rentende vier per cento
van den 1 e november 1807
intrest betaalttot den 1 e nov[ember]
1809

        Art. 56
een dito ten lasten van
Louw Freeks Akkerman
te onderdijk groot elf
hondert gulden renten
de vier per cento van
den V januarij 1808
intrest betaalt tot den
1 e januarij 1809 Art. 57
 

        Art. 57
een dito ten lasten van
Jacob Klaasz Stam Wognum
te Houwert groot vijf hon
dert negen en t negentig gulden
rentende 4 1/2 per cento van
de 1 e maij 1809 intrest
ontvangen tot den 31 e janu[arij]
1810

        Art. 58
een dito ten lasten van
Trijnjte Groot weduwe
Tjerk de Vries te Hauwert
Groot een hondert guldens rentende
 

rentende vijf per cento van
den 12 maij 1890 intrest
ontvangen tot den 1 e jan
uarij 1810

        Art. 59
een dito ten lasten van
Klaas Jansz Vrijers te
Westwoude groot vijf
tien hondert gulden
rentende vier per cento
van den 28 decemb[er] 1809
        Art. 60
een dito ten lasten van
Teunis Koomen te Lutjebroek Groot
 

groot vijfhondert zeven
en dertig guldens renten
de vier per cento van
den 1e januarij 1810
        Art. 61
een dito ten lasten van
Rem Pietersz Manshande
wonende op den Heuvel
groot vijfhondert vijftig
guldens rentende vier
per cento van den 5 febr[uari]
1810

        Art. 62
een dito ten lasten van b Remment
 

Remment de Boer te Oos
terblokker per resto groot
vijf en seventig guldens
rentende 8 stuivers per
maand van den 1 e junij
1810

        Art. 63
een dito ten lasten van
Simon Pietersz Bakker
te Hoogcarspel groot
een duijzend guldens
rentende vijf per cento
van den 4 van zomerm[aan]d
1810
                         Art. 66
 

        Art. 654
een dito ten lasten van Jan
Jacobsz Bakker
te Medm
blik groot zevenhondert
vijftig gulden rentende vier
per cento van den 25 julij
1810

        Art. 665
een dito ten laste van
Jacob Dirksz Kooter
te Wester bLokker groot
in capitaal twee hondert
guldens rentende 3 1/2 per
cento van den 1 e maij 1809 Art. 67
 

        Art. 66
een dito ten lasten van
Cornelis Haafakker te
Hoorn groot twee hon
det guldens renten de 3 3/4
gulden per cento intrest
ontvangen to den 18 maart
1805

        Art. 67
een dito ten lasten van
Dirk Botjager ten Enkhuij
zen groot vierhondert
guldens renten de vier per
 

per cento van den 28 april
1789
intrest ontvangen tot
den 28 april 1793
        Art. 70 68
een dito ten lasten van
Jan Commandeur te Span
broek
Opmeer groot twaalf hon
dert guldens renten de vijf
per cento van den maart 1809
intrest betaalt tot den maart
1810

        Art. 71 69
een dito ten lasten van Rem
Pietersz Manshande
groot
 

groot in capitaal drie
hondert vijftig guldens
rendende vier per cento van
den 25 julij 1810
        Art. 70
   hurcedullen
een huurcedul van
Jacob Jansz Sneek
verchenen 1 januarij

 

1810
een dito van Teunis Koomen
 

f

1050: -: -

Koomen aen de Zwaag
dijk verchenen utsupra

een dito van Jacob
Pietersz Laan
te
Hoogcarspel

een dito van
Arien Es te West
woud

een dito van
de wed[iwe] Jacob
Tool
te Zwaag
dijk                een


 

 
f

 
 
 

 
750:-:-

 
 
500:-:-

 
 
300:-:-

 
 
 
204:-:-

een dito van Klaas
Es
te Oosterblok
ker

een dito van Klaass
Kolleker
te Hau
wert

een dito van
Klaas Es te
Oosterblokker

Een dito van
Klaas Jacobsz
Dekker
te Zwaag
dijk                een
 

 
 
166-:--

 
 
120-:--

 
 
85-:--

 
 
 
84-:--

een dito van
Jan Ruijter te
Nibbixwoude

een dito van
Pieter Jacobsz
op den Heuvel vam

een dito van
Luckas van der
Gragt
te West
woude

een dito van
Jacob Pietersz Laan
te Wervershoof contanten
 

 

 
 
64-:-

 
 
50-:-

 
 
 
33-:-

 
 
10-:-

   contanten
   in den boedel
        gevonden
een somma van
zeven en twintig
gulden zegge
 

 

27: -:-
 

 

roerende goederen

het levende vee

twaalf melkkoeijen
een vette koe
vier veersen
vier hakkelingen
twee kalveren
tien schapen
dertien lammeren
twee paarden
zevenhennen en een haan
        s veen boren gereedschap
14 a 15 koe hooij in de berg
 

boeregereedschap

twee kaastobbes
twee tijnvaten
8 waijvaten
6 melkemmers
6 wateremmers
2 melktijnen
2 kaasparssen
twee stel kaaskoppen
een dito
zoutkisten
een karn
een boren wagen
een kleijnderen een
 

een chais
voorts eenige tuijgen
een arresleed
een dito prik
een kruijwagen
een greep en enige vorken
en harken
enige kaazen
kaashangers en deelen
   meubilaire goederen
   goud en zilver
een goude oorijzer
een dito vier goude haar
naalden
een
 

vier en twintig zilvere lepels
twee soep lepels
een brandewijn kom
een dito zout vat
een zilvere beeker
een porceleinen trekpot
met een zilveren dorzel
vier messen met zilver
   in de kamer
een tafel
agt stoelen
een staand horlogie
twee spiegels
een verlakt trommeltje en
vier blaadjes een

 


koperen doofpot
twee bedbankje
   om de wand
eenige schottels en kommetjes
een bed met zijn toebe
hooren
   in een vast kasje
een gecouleurd tee servies
en enige borden
en in en dito
enig blauw porcelain
matten op de vloer en
gordijnen voor de glaazen
   in t voorhuis
een cabinet een
 

een spiegel cabinet
een buroo
een laad tafel
een speeltafel
zes stoelen en
zes kussens
drie spiegeltjes
12 glaaze schilderijtjes
2 stelletje van vijven
12 kommetjes
12 schoteltjes
3 pleijsterbeelden
op de buroo een
 

verlakte tabaks dooz
een comvoir
een dito koffijkan
enig glaswerk
een vloerkleed
gordijne voor de glaazen
   in het middelhuis
een tafel
een tafelkleed
zes stoelen en
een anregt
   om de wand eenige
 

Enige schuttels en kommetje
een schenkkeetel
een kleijn keteltje
een komvoirtje
2 verlaktse trekpotten
een kandelaar
   in de vaste kas
enig gecouleurd porcelain
een tinnen koffij kan
twee dito schenkketels
met comvoire
twee dito kandelaars
twee dito asjetten twee
 

twee verlakte trommels
   in een vaste kas
enige room couleurd aar
dewerk
twee stis bed behangsel
viir de bedsteede
matten op de vloer en
gordijnen voor de glazen
   in de agter woning
twee tafels
eenige stoelen
een weerglas
een klok negen
 

negentien glaazen bordjes
en bed met zijn toebehooren
een dito met dito
een dito met dito
enig haard gereedschap
enig dagelijks gebruijk
goederen
    in een kasje
enig porcelain
een koperen stoof
een koperen ketel in het agterhuis
 

in het agterhuis of koehuis
een verlakte teestoof
en keetel
een klijn kopere ketel
nog vier dito
twee theeketels
vier kopere broedepan
tje en dekzel
een kopere knaap
enig kleijn koper goed
een bedpaen dito kooper veertien
 

veertien tinnen schotels
twee tinnen schenkketersl
een dito vierkante kron
en uts[?]
enige schotels en borde
een bed met zijn toe
behooren
een koperen koffijkan
    in de schuur
twee kopere ketels
twee ijzer potten een
 

een schenkkeetel
een koffijkan
een spiegeltje
een vogel kooitje
enige glaaze verkalte
blaadjes
enig aardewerk

    volgt schulden
     en lasten des
      boedels
 

  schulden en lasten
  des boedels
het erfbewijs aan de
voorkinderen van den
overleden door hen
bewezen bij acte op
den                 voor
mij notaris enge
tuijgen gepasseerd

 

in contanten

wegens door den

overledenen geleende penningen
 

f

5000:-:-

 

penningen aan
Adriaan Es te west
woud de somma van

item nog aan den
heer Schuit te
Hoorn wegenge
leende penningen
de somma van

Item nog enige huij
selijke schulden de
welke nog niet als
bekend zijn en nog
 

 
 
f

 
 
 
 
f

 
 
320:-:-

 
 
 
 
94:-:-

 

en nog nader zullen
worden onderzogt
  op heden den 23 e dec[ember] 1810
compareerden voor mij Jan
Muntjeswerff Fransch

keizerlijk notaris in Hol
land residerende te Ooster
blokker en voor de nate
noemen getuijgen
Mejuffrouwe Aafjen
Akkermans
weduwe wijlen
den heer Adriaan Dekker
op den octobert te West woude
 

woude overleden
de welke verklaarde de voren
staande staat en inventaris
ter goeder trouwe na haar beste
geweten te hebben gemaakt
zonder bij haaar weten iets
verzwegen of agterhouden te
hebben met belofte om zo na
dezen nog iets van gemelden
boedel mogten op komen voren
staande staat en inventaris
daarmede te zullen amplieren
presenterende de deugdelijkheid
van dezen inventaris des gerequireerd
 

gerequireerd zijnde met solem
nele ede te bevestigen
  Aldus gepasseerd ten
sterfhuizen van wijlen Adri
aan Dekker
te Westwoud
ter presentie van Albert
Alberts
en Arend van Weije als
getuijgen
      dit x is het merk of teken
door Aafje Akkerman in onse pre
zentie zelvs gesteld
                  Albert Albers
                  A Van Wije
                  J Muntjeswerff

                       not[ari]s


Homepage | E-mail