inventaris | n[ummer]o 69 hier van 2 grossen uitgegeven den 23 dec[ember] 1811 en bij mij ontvangen A Es Staat en inventaris van den al geheelen boedel en nalatenschap van wijlen Adriaan Dekker op den 15 october 1810 te west woude overleden gedaan maken bij Aafje Akkerman weduwe van wijlen voorn[oemde] Adriaan Dekker geadsisteert met den wel edelen
heer Claas Bolding notaris en procureur te Hoorn den heer Dirk Schuit te Hoorn den heer Dirk Schuit meester goudsmit te Hoorn Pieter Slagter secretaris van te gemeente bestuur te Zwaag ter requisitie van den heere Adriaan Es wonende te Westwoude en qua liteit als bij acte van Jan Munt jewerff notaris bij den hove van Holland geadmitteerd en getuigen te Oosterblokker gepasseerd in dato den 28ste januarij 1803 door bovenge noemde wijlen Adriaan Dekker uit krachten |
| krachte van zekere testamentaire disposi tie door den zelven Adriaan Dekker en wijlen dezselfs eerdere huisvrouw Maartje Laan voor den gerechte en secretaris Jan Muntjewerf
der stede Westwoude cum annex is opge richt en dato den 16 september 1798 aan gestelde voogd met het recht van assum tie over de minderjarige Antje en Claas Dekker kinderen van wijlen meergenoemde Adriaan Dekker en deszelfs eerdere huisvrouw Maartje |
als mede de heer Pieter Vriend wonende te Venhuizen in qualiteit als mde voogd en Jacob Laan | Jacob Laan x wonende te Zwaagdijk als toeziende voogd over dezelve minder jarige kinderen door welgemelden voogd Adriaan Es geadsumeerd en aangesteld bij acte gepasseerd voor den keizerlijken notaris Jan Muntjewerf en getuigen
te Oosterblokker gepasseerd en dato den 30ste october 1810 en daartoe ten zelven dage voor den gerechte der stede West woude cum annex is beeedigd onroerende |
| onroerende goederen onder Westwoud Art. 1 een huijs en erve zijnde een boere plaats nr 3 staende en gelegen aen de noordzijde van de straatweg te Westwoude met 15 moregn 259 1/2 roeden land daar aen en bij gelegen belend Klaas Prins, Pieter Molenaer ende wed[uwe] Klaas Prins Maartje Prins ten Oosten en Pieter Comme deur ten Westen Art. 2
item een boed zijnde n[ummer]o 4 staen de en gelegen tegen over het voorn[oemde] huis |
| Art. 3 onder Oudijk een stuk grasland gelegen op Oudijk onder Westwoude groot een morgen 300 roeden belend de Roomsche kerk van Hauwert en Simon Cornelis ten oosten en de kerk van Oostwoude ten westen Art. 4 item een stuk grasland mede gelegen als boven agter het voorgemelde land groot een morgen 300 roeden belend |
| belend de kerk ten oosten en ten westen Art. 5 item een stuk grasland mede
gelegen als boven groot vier morgen belend de kerk ten oosten en Simon Cornelis ten westen Art. 6 item een stuk grasland mede gelegen als vooren groot vier morgenen twee sdrei honderd roeden belend de boodsgezlle Beur ten oosten en remment Simon Cornelisz
de boer ten westen Art. 7 |
| Art. 7 een boeren huisno en erve met twee een morgenen 500 roeden lan daer agter gelegen op Zwaagdijk onder Westwoude belende de kerk ten oosten en Simon Cornelis ten Westen
Art. 8 item een stuk land genaamd Entes landje gelegen op oudijk groot twee morgen belend
Cornelis de Boer Pieter Visser ten oosten en Jacob Leek ten Westen Art. 9 |
| Art. 9 item een stuk land genaamd de Geuzebroek gelegen als vooren groot twee morgen en vier hondert roeden belend Jan Veerkamp ten oosten en Freek Pietersz ten westen onder Hauwert Art. 10 item een stuk land gelegen over de Zwaagdijk onder hoauwert met een dam aan de dijk vast groot drie moregen 325 roeden beled Pieter Klaas
ten oosten en ten westen Art. 11 item drie stukken land en een tuintje gelegen als vooren groot met |
| met den anderenzeven agt morgen 545 roeden belend Jacob Leek ten oosten en Freek Pietersz ten westen Art. 12 item een stuk graslant gelegen te Hauwert groot 2 morgen belend Klaas Timmerman ten oosten en Trijntje Groot en Jan Berkhout ten westen Art. 13 item een stuk grasland ge legen onder Hauwert groot twee morgen en sestig vijf en twintig roeden belend de zwaagdijk ten zuiden
en de Krommeleek ten noorden Art. 14 |
| Art. 14 onder Medemblik item twee stukken grasland naast den anderen gelegen onder het schotboek van Medemblik ge naamd het eene Jan Bakker en het andere de 1/2 van Albert Jonk te samen voor het geheel groot in bruijkwaar vier morgen in dijkmaat vijf morgen 396 96 roeden en en in mo lenmaat twee morgen en 492 roeden belend Claas Linger Arien Helder oosten en Claas Timmerman ten westen Art. 15 item een stuk gralsand ge legen onder Medemblik groot
een duizend en agt roeden belend |
| belend Cornelis Olij ten oosten en en Jan Schoenmaker ten westen Art. 16 onder Nibbixwoude item twee stukken grasland agter den anderen gedamd gelegen te Nibbixwoude ge naamt de Taaije groot twee morgen twee hondert roe den belend Arien Veeken ten oosten en Jan Wiering ten westen Art. 17 item een dito gelegen als vooren groot een morgen en vier hondert en vijftig roeden
drie hondert vijf en seven tig roeden belend Jan Ruiter ten |
| ten oosten en Dirk Breg ten
westen Art. 18 onder Oosterblokker item een stuk grasland ge naamt de woud gelegen te Ooster blokker groot drie morgen 350 roeden belend de wed[uwe] Cornelis Blokdijk ten oosten en Pieter Beers ten Westen Art. 19 onder Hoogcarspel item een stuk zaadland gele gen in de banne van Hoog carspel genaamt Jolleman belend Simon Jacobsz ten oosten en Arien Dekker ten westen groot in t schotboek 75 roeden |
| in de Wijde Wormer Art. 20 item de 1/2 part morgen vijfhondert
drie en seventig roden gras land gelegen in de Wijde Wormer aen de noord zijde van de Purmer ender weg op de kaart getekend het huis no 57 t land no 106 |
| Obligatien hijpoteecquun en rentebrieven Art. 21 een nationale schuldbrief ten laste Holland groot in capitaal een duijzend guldens renten de 3 percent in blonco van den 31 e decembert 1799 no 6147 zijnde bij de zelve 9 coupons de 1 e verscheenen 1 e dec[ember] 1809 Art. 22 een dito groot in capitaal en rentende als vooren van den 3 april 1804 no 262981 zijnde
bij dezelve 3 compons de 1e versche nen den 1 e april 1810 |
| Art. 23 een dito groot in capitaal vijf hondert gulden rentende als vooren van de 31 e decemb[er] 1799 no 6113 zijnde bij dezelve 9 coupons de 1 e ver scheeenen den 1 e decemb[er] 1809 Art. 24 een nationale losrentebr[ief] groot in capitaal drie hondert gulden rentende 3 per cento in blonco van den 1ste augustus 1801 no 1113 zijnde bij dezelve 3 coupons den 1 e verschenen den 1 e augus[tus] 1801
Art 25 |
| Art. 25 een dito als vooren groot in capitaal vijfhondert gulden no 5157 zijnde bij dezelven 2 coupons als vooren Art. 26 een nationale losrentebrief groot in capitaal twee hon derd gulden renten de 3 1/2 per cent van den 1 e maij 1800 no 440 zijnde bij dezelve ten coupon den 1 e oct[ober] 1810 Art. 27
een dito als vooren groot in capitaal vier honderd gulden rentende als vooren no |
| no 1388 Art. 28 een dito als vooren groot in capitaal duijzend gulden no 12390 zijnde bij dezelve een coupon als vooren Art. 29 een dito groot in capitaal agt hondert gulden renten de als vooren van den 1 e november 1802 no 153 zijnde bij dezelve 3 coupon de 1 e verschenen den 1 e november 1810 Art 30 |
| Art. 30 een certificaat van een
duijzend gulden 2 1/2 percent in schijvinge doorloopende schuld ten lasten van Holland staande ten naame van Jacob Saportos c[um] s[ociis] van den 3 october 1809 no 3446 zijnde bij dezelve 10 coupons de 1 e verschenen den 1 e julij 1810 Art. 31 een dertig jaarige retnebr[ief] weleer ten gemeenlands comp toire van den ontvanger generaal der middelen te landen te |
| te lande Alkmaar groot in capitaal zes hondert guldens ten name van Klaas Dekker van den 1 e januarij 1783 fol[io] 17 n [ o 48 zijnde de intresse hier op ontvangen tot den 1 e januarij 1809
Art. 32 een dito in alles als vooren van den 1e februarij 1789 fol[io] 22 no 32 intrest ont fangen tot den 1 e julij 1809 Art. 33 |
| Art. 33 een dito in alles als vooren van den 1e meij 1789 fol[io] 26 no 15 intrest ontvangen tot den 1e meij 1809 Art. 34 een dito in alles als vooren van den 1 e september 1789 fol[io] 31 no 8 intrest ontvan gen tot den 1e julij 1809 Art. 35 een obligatie ten lasten
dijkgraaf en waarschappen van Dregterland groot in capitaal een duizend vijf en twijntig guldens gulden renten de 2 1/2 per cento ten name |
| ten naame Tijs Stok van den 6 e september 1776 no 26 lott A intrest ont vangen tot den 1e maart 1810 hipothecatien Art. 36 een hipotheek ten lasten van Maarten Sijmonsz in capitaal vier duizend guldens renten den 3 per cento gepasseert voor schepenen in der stadHoorn den 2 febr[uari] 1782 onder verband van een boere huis met 18 morgen land gelegen in de zuidermeer
intrest ontvangen tot den 2 febr[uari] 1810 Art. 37 |
| Art. 37 een dito ten lasten van Jan Wiering te Zwaagdijk per resto groot vijfhondert gulden gepasseert als voorn[oemd] (rentende 3 per cento) den 1 e februarij 1784 intrest ontvangen tot den 1 e februarij 1810 Art. 38 een dito ten lasten van de voogden over Klaas Pietersz Timmerman groot per rese zeven hondert gulden rentende 3 1/2 per cent gepasseert als vooren den 5 janu[ari] 1789 intrest ontvangen tot den 5 januarij 1810 Art. 39 |
|
Art. 39 een dito ten laste van Jan Cornelisz Boots te Hau wert groot in capitaal twaalf hondert gulden rentende 3 3/4 per cento gepasseerd als vooren den 5 e maart 1791 intrest ontvangen tot den 5 maart 1810 Art. 40 een dito ten laste van Klaas Es te Oosterblokker groot in capitaal twee duizend den vijf honderd gulden renten de 3 1/2 per cent gepasseert voor schepenen der stede Westwoud cum annexu cum annexu den 6 junij 1804 intrest ontvangen tot 6 junij 1808 obligatien (onder de hand) Art. 41
een onderhandsche obligatie ten lasten van Pieter Klaasz Molenaar per resto groot drie duizend guldens renten de 2 1/2 per cento getekend den 20 maart 1783 intrest ont vangen tot den 1 e januari 1809 /b' ' Art. 42 |
| Art. 42 een dito ten lasten van Maarten Simonsz in de Zuidermeer per resto groot vier duijzend gulden ren ten de 3 1/2 per cento gete kend den 10 januarij 1790 intrest betaalt tot den 10 januarij 1809 Art. 43 een dito ten laste van de erve Pieter Willemsz
te Westerblokker groot in capitaal duijzend gulden rentende |
| rentende 4 percento getekent den 4 november 1731 intrest betaald tot den 4 nov[ember] 1809 Art. 44 een dito ten lasten als vooren groot in capitaal als vooren rentende 3 1/2 percent van den 28 junij 1793 interest ontvan gen tot den 28 junij 1809 Art. 45 een dito ten lasten van Jacob Pietersz Schipper te Groote broek groot zes hondert gulden gedateerd den 10 maart 1795 rente de 3 per cento intrest |
| intrest ontvangen tot den 10 maart 1809
Art. 46 een dito ten lasten van Ide de Lange groot twee hondert guldens rentende 5 per cento intrest van de 8 e april 1796 intrest betaalt tot den 8 e april 1809 Art. 47 een dito ten lasten van Jacob Cornelis Jansz Grootjes te Lutjebroek groot in capitaal |
| capitaal vier honderd gulden rentende 3 1/2 per cento van den 7 december 1797 intrest betaalt to den 7 december 1805 Art. 48 een dito ten lasten van Dirk Helder te Benningbroek groot duizend guldens ren
tende vier per cento van den 21 meij 1797 rente betaalt tot den 21e meij 1810 Art. 49 |
| Art. 49 een dito ten lasten van Cornelisje Jans aan de Bobbeldijk groot in capit[aa]l twee duijzend gulden ren tende vier per cento in trest betaalt tot den 7 maart 1810 Art. 50 een dito ten lasten van Jan Veerkamp te Zwaag dijk groot zevenhonderd guldens rentende vier per cento intrest van den 11e maart |
| maart 1799 intrest ontvangen tot den 11 maart 1810
Art. 51 een dito ten lasten van Neeltje Frans Gales groot per resto agtien hondert guldens rentende 3 1/2 per cento van den 24 e maart 1800 intrest ontvange tot den 16 maart 1810 Art. 52 een dito ten last van Jacob Pietersz Laan te Wervershoof per resto groot |
| Groot een hondert gulden rentende drie per cento van den 16 januarij 1801 intrest betaalt tot den 16 januarij 1810 Art. 53 een dito ten lasten van Jacob Pietersz Laan te oos ten Zwaagdijk groot een duij zend guldens rentende vier
per cento van den 28 e april 1802 intrest ontvangen tot den 28 april 1810 Art. 54 |
| Art. 54 een obligatie gepasseert voor den notaris Poulus Adolf van Geldrops te Hoorn den 10 e april 1806 door Jan Slagter en Marijtje Volkers van den Heijde groot een duijzend gulden rentende vier per cento in trest betaalt tot den 1 e april 1809 Art. 55 een onderhansche obli gatie ten lasten van Gerrit Muntjewerff |
| Muntjewerf te Uitgeest groot vijfhondert guldens
rentende vier per cento van den 1 e november 1807 intrest betaalttot den 1 e nov[ember] 1809 Art. 56 een dito ten lasten van Louw Freeks Akkerman te onderdijk groot elf hondert gulden renten de vier per cento van den V januarij 1808 intrest betaalt tot den 1 e januarij 1809 Art. 57 |
| Art. 57 een dito ten lasten van Jacob Klaasz Stam Wognum te Houwert groot vijf hon dert negen en t negentig gulden rentende 4 1/2 per cento van de 1 e maij 1809 intrest ontvangen tot den 31 e janu[arij]
1810 Art. 58 een dito ten lasten van Trijnjte Groot weduwe Tjerk de Vries te Hauwert Groot een hondert guldens rentende |
| rentende vijf per cento van den 12 maij 1890 intrest ontvangen tot den 1 e jan uarij 1810 Art. 59 een dito ten lasten van Klaas Jansz Vrijers te Westwoude groot vijf tien hondert gulden rentende vier per cento van den 28 decemb[er] 1809 Art. 60 een dito ten lasten van Teunis Koomen te Lutjebroek Groot |
|
groot vijfhondert zeven en dertig guldens renten de vier per cento van den 1e januarij 1810 Art. 61 een dito ten lasten van Rem Pietersz Manshande wonende op den Heuvel groot vijfhondert vijftig guldens rentende vier per cento van den 5 febr[uari] 1810 Art. 62 een dito ten lasten van b Remment |
| Remment de Boer te Oos terblokker per resto groot vijf en seventig guldens rentende 8 stuivers per maand van den 1 e junij 1810 Art. 63 een dito ten lasten van
Simon Pietersz Bakker te Hoogcarspel groot een duijzend guldens rentende vijf per cento van den 4 van zomerm[aan]d 1810 Art. 66 |
| Art. 654 een dito ten lasten van Jan Jacobsz Bakker te Medm blik groot zevenhondert vijftig gulden rentende vier per cento van den 25 julij 1810 Art. 665 een dito ten laste van Jacob Dirksz Kooter te Wester bLokker groot in capitaal twee hondert guldens rentende 3 1/2 per
cento van den 1 e maij 1809 Art. 67 |
| Art. 66 een dito ten lasten van Cornelis Haafakker te Hoorn groot twee hon det guldens renten de 3 3/4 gulden per cento intrest ontvangen to den 18 maart 1805 Art. 67 een dito ten lasten van Dirk Botjager ten Enkhuij zen groot vierhondert guldens renten de vier per per cento van den 28 april 1789 intrest ontvangen tot den 28 april 1793 Art. 70 68 een dito ten lasten van Jan Commandeur te Span
broek Opmeer groot twaalf hon dert guldens renten de vijf per cento van den maart 1809 intrest betaalt tot den maart 1810 Art. 71 69 een dito ten lasten van Rem Pietersz Manshande groot groot in capitaal drie hondert vijftig guldens rendende vier per cento van den 25 julij 1810 Art. 70 hurcedullen een huurcedul van Jacob Jansz Sneek verchenen 1 januarij |
| roerende goederen het levende vee twaalf melkkoeijen een vette koe vier veersen vier hakkelingen twee kalveren tien schapen dertien lammeren twee paarden zevenhennen en een haan s veen boren gereedschap 14 a 15 koe hooij in de berg |
| boeregereedschap twee kaastobbes twee tijnvaten 8 waijvaten 6 melkemmers
6 wateremmers 2 melktijnen 2 kaasparssen twee stel kaaskoppen een dito zoutkisten een karn een boren wagen een kleijnderen een |
| een chais voorts eenige tuijgen een arresleed een dito prik een kruijwagen een greep en enige vorken en harken enige kaazen kaashangers en deelen meubilaire goederen goud en zilver
een goude oorijzer een dito vier goude haar naalden een |
| vier en twintig zilvere lepels twee soep lepels een brandewijn kom een dito zout vat een zilvere beeker een porceleinen trekpot
met een zilveren dorzel vier messen met zilver in de kamer een tafel agt stoelen een staand horlogie twee spiegels een verlakt trommeltje en vier blaadjes een |
| koperen doofpot twee bedbankje om de wand eenige schottels en kommetjes een bed met zijn toebe hooren in een vast kasje een gecouleurd tee servies en enige borden en in en dito enig blauw porcelain matten op de vloer en gordijnen voor de glaazen in t voorhuis een cabinet een |
| een spiegel cabinet een buroo een laad tafel
een speeltafel zes stoelen en zes kussens drie spiegeltjes 12 glaaze schilderijtjes 2 stelletje van vijven 12 kommetjes 12 schoteltjes 3 pleijsterbeelden op de buroo een |
| verlakte tabaks dooz een comvoir een dito koffijkan enig glaswerk een vloerkleed gordijne voor de glaazen in het middelhuis een tafel een tafelkleed zes stoelen en een anregt om de wand eenige |
| Enige schuttels en kommetje een schenkkeetel een kleijn keteltje een komvoirtje 2 verlaktse trekpotten een kandelaar
in de vaste kas enig gecouleurd porcelain een tinnen koffij kan twee dito schenkketels met comvoire twee dito kandelaars twee dito asjetten twee |
| twee verlakte trommels in een vaste kas enige room couleurd aar dewerk twee stis bed behangsel viir de bedsteede matten op de vloer en gordijnen voor de glazen in de agter woning twee tafels eenige stoelen een weerglas een klok negen |
| negentien glaazen bordjes en bed met zijn toebehooren een dito met dito een dito met dito enig haard gereedschap enig dagelijks gebruijk
goederen in een kasje enig porcelain een koperen stoof een koperen ketel in het agterhuis |
| in het agterhuis of koehuis een verlakte teestoof en keetel een klijn kopere ketel nog vier dito twee theeketels vier kopere broedepan tje en dekzel een kopere knaap enig kleijn koper goed een bedpaen dito kooper veertien veertien tinnen schotels twee tinnen schenkketersl een dito vierkante kron en uts[?] enige schotels en borde een bed met zijn toe behooren een koperen koffijkan in de schuur twee kopere ketels twee ijzer potten een
een schenkkeetel een koffijkan een spiegeltje een vogel kooitje enige glaaze verkalte blaadjes enig aardewerk volgt schulden en lasten des boedels schulden en lasten des boedels het erfbewijs aan de voorkinderen van den overleden door hen bewezen bij acte op den voor mij notaris enge tuijgen gepasseerd |