en codicillen t zij met andere gemeen of bij ieder afsonderlijkg opgerigt deses van alle doodt ende te niet doende door desen ende komende also op nieuw ter disposi tie zo verklaarden sij testateuren elkande ren over ende weder ende sulx de eerster vende delangstlevende van hun beijdne te nomineren ende te institueren tot sijne ofte haaren eenige ende algehele erf genaam ende dat alle de goederen die de eerstervende met den doodt ontruijmen en naalate sal alle als vrijen eijgen goedt mits en onder condietien dat na de dood van de langstlevende allen de linne en wol len klederen goudt en zilver tot haar tes
tatrices lijf behorende welke als dan nob in den boedel sullen worden gevonden dog anders nogte verders niet mitsgaders een somma van vijftig guldens in geldt uijt te keren van den nalatenschap van den testa teur en dus buijten nadeel van de ergena men van sijn voor overleden vrouw sul len moeten gaan en devolveren aan de naaste |