| Notarieel archief 371 / 141 Blokker | 23-12-2003 pag. 1 |
| Ten sterfhuijse van wijlen Cornelis Melise van het Hoogeland tot Benningbroek bij denanderen vergadert zijnde desselfs kinderen ende descendenten ofte die geene welke deselve repreesenteerden met namen Maartje Sijmons wede. ende boedelhouster van wijlen Jan Cornelisz ende als moeder ende voogdesse van hare kinderen bij den selven geprocreert ende waar voren zij soo veel des noots de rato caveerde Baart Cornelise voor hemselfs Aldert Jansz inde Wogmeer ende Jan Jansz in de Schermer naaste vrinden van ‘s vaders zijde van de naargelaten kinderen van wijlen Griet Cornelisze waar vores zij de rato caveerden. Nog de bovengenoemde Baart Cornelisz ende Dirk Claase als geordoneerde voogden over ‘t naargelaten weeskind van wijlen Dirk Cornelise. Trijn Cornelis voor haar selfs Claas Cornelisz voor hemselfs ende Marij Cornelis meede voor haar selfs. Welke verklaarden , naar dat de begeerte van haar za. Vader Cornelis Melisz dat de drie nakinderen met namen Trijn Cornelis, Claas Cornelis en Marij Cornelis ijeder hondert gulden voor af souden genieten ende voorts ijeder stam ofte staak een geregte sevende paart ende dat ‘t geene de voor kinderen genoten hadden in behoorlijke boelverheelinge moeste komen bij haar was overwogen met den anderen geaccordeert ende verdragente zijn sulcx doende bij dessen
Dat de geheele nalatenschap van de gemelde haar overleden vader volgens die begeerte verdeeld ende vereffent soude worden en dat zij dat fundament de penningen bij cassa bevonden als meede t geen bij verkoopinge der beesten ende verdere roerende goederen geprosequeert ende van de uijtstaande obligatien ingekomen was in vol-gende maniere met den anderen berekent ende vereffent hadden te weten. |
| Jan Cornelis hadde voor afgenoten tot uijtsettinge nog genooten ende Maartjen Sijmons zijne weduwe hadde in het boelhuijs gecogt ende niet betaald ‘t geene mitsdien geconsidereert moet worden of in gelde genooten was Ende sulcx te samen | 450: -:- 211:11:- 56: 8:- 717:19:- |
| Baart Cornelisz hadde voor af genooten een somma van nog genooten in gelde ende wegens gekogte goederen uit boelhuijs Sulcx Baart Cornelisz meede genoo-ten heeft | 450: -:- 238:14:8 29: 4:1 717:19:- |
| Griet Cornelis heeft voor af genooten eensomma van ende de naaste vrunden van hare kinde-ren alsnu genooten oversulcx hebben Griet Cornelis en hare kinderen meede genooten | 450: -:- 267:19:- 717:19:- |
| Dirk Cornelisz heeft voor af genooten
nog genooten in gelden ende de voogden van het kind hebben alsnu genoten versulcx hebben Dirk Cornelisz en zijn kind genooten een somma van | 450: -:- 23: -:- 44:19:- 517:19:- |
| Derhalven cumpeteert het kind van Dirk Cornsz alsnog een somma van tweehondert guldens welke aah het selve ofte zijne voogden voldaan sal moeten worden met den intrest van dien tegens drie gulden ten hondert in t jaar van des eersten januarij A:1714 af te rekenen uijt de penningen die in tijden ende wijlen bij verkoo-pinge van het naargementioneerde land geprocedeert sullen worden
Trijn Cornelis heeft alsnu genoten sevenhon-der ende tsestig gulden weshalven haar cumpateert alsoo zij hondert gulden meerder als de voorkinderen moet genieten een somma van sevenenvijftig gulden ne-gentien stuijvers dit aan haar in voegen als ontrent het kind van Dirk Cornelisz gesegt is voldaan sal moeten worden Claas Cornelisz heeft alsnu genoten seshon-dert seventien gulden negentien stuijvers derhalve cumpeteert hem omdat meede hondert gulden meerder moet genieten nog tweehondert gulden die meede aan hem in voegen als boven voldaan moet worden Marij Cornelis heeft alsnu genooten seshondert seventien gulden negentien stuijver oversulcx moet zij nog hebben om dat insgelijks hondert gulden meerder genieten moet als de voorkinderen gelijke somma van tweehondert gulden te vol-doen als boven Ende dewijle tot den boedel ende naarlatenschap van de voorn: Cornelis Melisz behoorende nog in wesen is veertien morgen 230½ roeden lands overmaat 555½ roeden in verscheijdene stukken bestaande leggende tot Benningbroek t geene zijluijden van meeninge waren ter gelegener tijdt te verkoopen soo verklaarden zijluijden de vorenstaande reeckeninge ende vereffeninge gedaan te wesen onder conditien dat uijt de cooppenningen van het bovengemelde landt naar voldoeninge det onbetaalde ongelden eerst en voor af voldaan sal moeten worden aan het kind van Dirk Cornelisz t geene het |
| selve bij vereffininge resteert bedragendt Trijn Cornelis als boven Claas Cornelisz als boven Marij Cornelis als boven bedragende te samen | 200: -:- 57:19:- 200: -:- 200: -:- 657:19:- |
met de intressen van dien soo vorre deselve uijt de hun-nen niet voldaan mogten wesen ende dat de verdere afkomsten van het gemelde landt aan seven gelijke deelen soude worden gelegt ende bij ijeder van haar een geregte sevende paart genoten Dog indien de gemelde landerijen soo veel niet qua-men te renderen dat de ongelden en de voorsz pen-ningen daar uijt betaald konden worden dat zij luijden als dan gesamentlijk het te kort komende souden vereffenen ende goederen aan die geene die niet voldaan waren soo veel als hun daar op nog soude cumpeteren Voor welke voldoeninge ende naarkominge dese zijluijden gesamentlijk ende elk afson-derlijk in zijn of haar prive onder behoor-lijken en voorbedagten afstand van de bene ficien ordinis divisionis et excussionis e de duobus vel plunibus neis debeudi medebren-gende en borgen niet verder als elk voor hun deel aansprakelijk zijn naar dat den self- schuldigen aangesproken en geexeuiteert is ende dat twee of meer als elk voor hun aandeel in de schuls verbonden zijn en erkennende zijluijden alsoo ijeder voor ‘t geheel in hun particulieren ofte eijgen name selfs ter eerster opslag aanspra- soo jegenwoordige als toekomende egeene excuijst Ten bedwang ende executie van allen regten ende regtenen sonder bedrog des t oirconde desen gesamentlijk geteken op den 18: maart ao 1715 |
|
+ + | Jan Jan Lou Dirck Claasez Pieter Pietersz Claas Cornelisz dit merk is bij Baert Cornelisz Dit merck is bij Maerijen Sijmons selfs gestlt | Aldert Jansz Jacob Claasz |
| Op den eersten april ao 1715 is deese acte liquidatie en vereffeninge door Baart Cornelisz wonende tot Benningbroek aan mij Jacob Schagen notaris publijq tot oostenblokker residerende ter hand gesteld omme ten mijnen prothocolle te berusten opdat allen en een ijegelijk des benoodigt daar van behoorlijke afschrift soude kunnen erlangen en bekomen Quod Attestor |