| 1785 compareerden voor mij Engelbert Klinkhamer notaris bij den hove van Holland geadmitteert te Hoorn resideerende en de na benoemde getuijgen |
den 26e maart 1785 seegel 4 gulden |
| Jacob Jansz Boots woonende in de Zuij dermeer onder den bedrijve van Berkhout als in huwelijk hebbende Grietje Pieters Schil der en deselve Grietje Pieters Schilder met haaren voornoemden man geadsisteert ter eerster zijde Cornelis Pietersz Schilder woonende meede in de Zuijdermeer edog onder den be
drijve van Spanbroek der tweede zijde Lourens Pietersz Schilder woonende mede in de Zuijdermeer onder Berckout ter derde zijde Gerrit Cornelisz Koning woonende al meede in de Zuijdermeer onder Berckhout als in huwelijk hebbende Jannetje Jans en deselve Jannetje Jans met haaren voor noemden man geadsisteert ter vierder zijde Claas Pietersz de Boer woonende aan den Bobbeldijk onder Berckhout als in huwelijk hebbende Sijtje Adriaansz en deselve Sijtje Adriaansz met haaren voornoemden man geadsisteert Jan Adriaansz en ge trouwt woonende in de Zuijdermeer onder Spanbroek
Claas Simonsz Gras woonende in de Zuidermeer onder Berckhout als in |
# Instaande en de rato cavee rende voor de selve sijn huijsvrouw # en Jan Adriaansz woonende te Wadwaij | huwelijk hebbende Grietje Adriaansz en #
da___ Grietje Adriaans met haaren voornoemde man geassisteert Jacob Groot woonende in de Noorder meer # als met en benevens de comparanten ter tweeder en derder zijde Cornelis en Lourens Pietersz Schilder mitsgaders den meede voornoemde Jan Adriaansz door den ede
len achtbaaren geregte van Spanborek aange stelt tot voogden over de nog minderjaarige Adriaantje Adriaansz en Jacob Adriaansz en welke Sijtje, Jan, Grietje, Adriaantje en Jacob Adriaansz zijn de eenige nagelaa tene kinderen van Lijsbeth Pieters Schilder in huwelijk verwekt bij Adriaan Adriaansz als so te samen ten vijfden zijde en welke Grietje Pietersz Schilder, Cornelis |
| Pietersz Schilder, Lourens Pietersz Schllder, Jan netje Jans en Lijsabeth Pietersz Schilder zijn geweest kinderen van Pieter Jacobsz Schil der en Lijsabeth Jansz Huijberts in leeven echtelieden en gewoont hebbende en de Zuij dermeer onder Berckhout
te kennen geevende dat de voornoemde Pieter Jacobsz Schilder en Lijsabeth Jansz Huij berts bij hun testament op den 8e junij des jaars 1776 ten overstaan van den notaris Jacob van Beek en getuijgen binnen deeser stad gepasseert naa revocatie van alle voorsz[egde] gaande testamenten en dispositien op nieuw disponeerende malkanderen over en weeder over dat is de eerstervende de langst leevende van hun beijde hebben genoemt en gestelt tot beide elkander of boedelhoud ster in ende van hunnen geheelen gemeenen boedel en nalatenschap met absolute magt omme deselve te regeeren administreeren sijn of haar langstleevendens leeven lang geduurende der zelve onderhouddens uijt te genieten dien aangaande te
moogen koopen verkoopen en naar stijle locaal te transporteeren verzetten bezwaaren veralieneeren en deselve te mogen consumeeren tot den laasten pen ning incluis en generalijk daar meede te moogen doen en handelen eeven eens als op de eerstervende meede nog leefde en op den stoel zat sonder aan iemand ter weereld eenige opening staat of inven taris e geeven of bortogt te stellen voor de conservatie des boedels of voor eenig overschot van dien veel min vaders of moeders erfdeeel aan hunne kind kinderen of verder nazaad bij representatie uijt te keeren als verklaarende sij testateuren malkanderen over en weeder van dat alles den kragtigste te bevrijden bij dat testament waar bij sij Pieter Jacobsz Schil der en Lijsabeth Jansz Huijbertsz verder heb
ben verstaan gewilt en begeert dat op het overlijden van de langstleevende haarer beijde haar lieder onverdeelt |
| overschietende boedel en nalatenschap zoude moeten gaan erven en oversterven aan hun kinderen bij malkanderen verwekt met naamen Grietje Pietersz Schilder de tweede comparante der eerster zijde in deesen vrij sonder eenige bepaaling Cornelis Pietersz Schilder den comparant ter tweeder zijde met verband en bepaling Lourens Pietersz Schilder den comparant ter derder zijde vrij sonder eenige bepaaling item aan het kind van hun testateuren voor overleeden soon Jan Pieters Schil der in huwelijk verwekt bij Aagje Vis genaamt Jannetje Jans en zijnde de tweede comparante ter vierder zijde
in deesen meede vrij sonder eenige bepaaling en aan de gesamentlijke comparanten ter vijfder zijde als zijnde de kinderen van hun testateuren voor overleeden dogter Lijsabeth Pietersz Schilder aan haar in huwelijk verwekt bij Adriaan Adriaansz met naamen Sijtje Adriaansz Jan Adriaansz, Grietje Adriaansz, Adria aantje Adriaansz en Jacob Adriaansz ins gelijks met verband en bepaaling hier naa te melden staak voor staak voor een geregte vijfde portie en in cas van vooroverlijden hunne respectieve kind kinderen en verder nazaad van dien bij representatie ieder in hun staak te succedeeren vrij of met verband en bepaaling respectivelijk ver melt in dat testament verklaarende sij testateuren over sulks
te willen en begeeren dat haar beider soon Cornelis Pietersz Schilder de comparant ter tweeden zijde en derden en bij voorroverlij den aan deszelven kind of kinderen in de plaats bij representatie ter voldoe ning van deszelve geregte een vijfde portie in het onverdeert overschot van hunn testateuren boedel en nalatenschap ter laaster dood van hun testateuren |
| zoude worden uijtgekeert ende aangedeelt een huijs en grond aan dien duar[?] de compa rant ter meerder zijde op het passeeren van dat testament in waarde met veertien morgen grasland daar bij behoorende staande ne leggende in de kogge aan de westzijde aan de Noordermeer sonder meer ende wel onder deese bepaaling wil en begeerte van hun testatueren det
indien de comparant ter tweeder zijde kwam te sterven hij het leeven van sijne toenmalige huijsvrouw Trijntje Cornelis Schrob dog anders niet sonder na laating van wettige kind of kinderen en eenen gemelde sijnde kind of kinderen minderjarig en ondgetrouwt en sonder getrouwt geweest te zijn zoude of zouden kommen te sterven tot het laaste incluis dat als dan het selve huijs en grond dun[?] dien met voorschreeve veertien morgen grasland zoude macken gaan en wee derkeeren aan hun testateuren naaste bloede en geslagte welke volgens het versterfregt alhier stand grijpende als dan daar nae geregtigt zouden zijn en hun testateuren in leeven zijnde kinds kind of kinds kinderen meede daar van ervende dat derselver erfportie of erf
portien ende verbonde zouden zijn als ten opsigte van hunne respectieve een vijfde portie in het voorschreeve onverteert over schot van hun testateuren boeden en nalatenschap in dat testament stond uijtgedrukt verklaarende sij testateuren laste willen ende te begeeren dat naa het overlijden ban de langstleevende van hun beijde uijt haar lieder onverteert overschietende boedel en nalatenschap zoude moeten worden uijgtekeert ende aangedeelt in vrijen eijgendom aan haar soons kind Jannetje Jans de tweed comparante ter vierde zijde in deesen als voldoeninge |
| van haar geregte een vijgde portie daar in veer tien morgen grasland geleegen in Berckhout uijt de landerijen van hun testateuren aldaar
geleegen in goeden gemoede bij hun testa teuren meerderjarige kinderen te ver kiezen sonder meer dat desselve testateuren eensgleijk bij dat testament hebben verklaart te willen en te begeeren dat uijt deselve hunne onverteert overschietende boedel en nalatenschap naa de dood van de langstleevende van hun beijde zoude moe ten worden uijtgekeert ende aangedeelt aan hunne dogters kinderen Sijtje Adriaansz. Jan Adriaansz. Grietje Adriaansz. Adriaantje Adriaans en Jacob Adriaansz en alsoo de gesamentlijke comparanten het vijfder zijde in deesen ter voldoening van hunne voorschreeve een vijfde portie daar in veer tien morgen grasland geleegen in Berckhout op gelijke wijzw als vooren verkiesen uijt de landerijen van hun testateuren aldaar geleegen
meede sonder meer des dat de selve veertien morgen land zoude moeten gaan erven en versterven aan het eene kind, stervende min derjarige en ongetrouwt en sonder getrouwt geweest te zijn op het andere en alle sodanig stervende dan aan hun testateuren naaste bloede en geslagte welke volgende het ver sterfregte alhier stand grijpende als da daar toe geregtigt zouden zijn met bepaling egter dat deselve kind of kinderen meer derjaarig wordende of eerter trouwende hunne respectieve erffporite of porien uijt kragte van dat testamen t ervende in allen gevalle als vrij eijgen goed zouden moogen beuren en genieten sonder iemands teegen zig gen __ Alles met soodanig verdere dispositie in cas van oppositie welke niet gebeurt en
als bij dat testament staat gemelt dat voornoemde Pieter Jacobsz Schilder in het jaar 1778 overleeden zijnde tat zelven weduwe de boerderij heeft gequiteert het |
| geene daar toe behoorde heeft verkogt gelijk met de haare meubelen huijsraad en inboedel dat sij ook __sogt aan den comparant ter derde zijde hebbende versoocht de naa te meldene gelden vervolgens en wel in het laast van het jaar 1784 in het vers[zegde] vierendeel onder den bedrijve van Berckhout is overleeden war naa deszelve boedel is gebleeven en ider de beheering van den comparant ter eer ster zijden die daar uijt aan den compa rant het vierder zijde nog heeft verstrekt een somma van een honderd en tien gul den
dat sij comparanten als nu den boedel van halve voornoemtde moeder Lijsabeth Jansz Huijberts weduwe van Pieter Jacobsz Schilder zullende verdee len met den anderen hebben nagegaan de staat van haaren boedel bestaande in drie huijsens met neegen en veertig morgen en vier en neegentig roeden land in de Zuijdermeer onder Berckhout en een huijs met twintig morgen land leggen de in de Cogge onder Spanbroek voorts in
een aanmerkelijke constante penningen en nog eenige ___ pretensien van lasten van de comparantelijke derdeen vijfde zijde en voorts inde natemeldene aanmerkelijke preten sie ten lasten van den comparant ter vierder zijde welke alle in collatie ___a men
Dat sij comparanten al verder hebben overwoogen dat aan den comparant ter tweede zijde in deesen Cornelis Pietersz Schilder aan de tweede comparante ter vierder zijde jannetje Jans en aan de gesamentlijke comparanten ter vijfder zijde partient___ s___ deelen waaren toe gelegt bij het voorschreven testament |
| Het welk door alle de comparanten bij deesen word geapprobeert en dat mits dien het gemeen aftrek van die deelen over schoot moeste blijven aan de tweede com parante ter eerster zijde Grietje Pietersz Schilder en den comparant ter derder zijde Lourens Pietersz Schilder dat sij comparanten al verder hebben over woogen
eerstelijk met betrekking tot het aan den comparant ter tweede zijde Cornelis Pietersz Schilder toegeweezene huijs en ____ veertien morgen land dat het selve waaren een huijs en landerijen l[e\ven door hem be woond en begruijckt en mits dien de in tentie van de testateuren verder zoude worden gevolgt ij alden aan den com parant der tweeder zijde werde aan bedeelt dat huijs met twintig morgen land t welk hij thans bewoont en gebruijkt en het welke door dat het laatstgemelde land slegtes is in waarde soo sterk over een komt dat de ge samentlijke comparanten tot deese schikking die waarlijk ook sonder iemands nadeel geschied seer wel hebben willen overgaan zijnde het nog een waarheijd die de schikking om
trent het aan den comparant ter twee der zijde toegeweezene te fanelder[?} maakt dat het verband soo als uijt het voorsz[egde] testament consteert al leenlijk is ingerigt ten eijnde de huijs vrouw van den comparant ter tweeder zijde aan de goederen den comparant ter tweede zijde toegewezen niet koomen zoude waar van de onverga lijkheijd reets daar gestelt is om dat de comparant ter tweeder zijde bij |
| deselve sijne voorn[oemde] vrouw Trijntje Cornelisz Schrob geen kinderen heeft verwekt in volgens contract op den 19e maart 1777 voor twee heeren scheepenen van Spanbroek geslooten en ten selve daage met willige condem natie van den edelen achtbaaren geregte van Spanbroek bekragtigt de comparant
ter tweeder zijde in die sijne vrouw Trijn tje Cornelisz Schrob van den anderen zijn gesepareert tussen tafel bed bijwooning en goederen onder anderen op conditie dat geduurende deselve separatie welke nog sonder hoop van weederverzoening continueert de een op des anderens nalatenschap erffe niss of besterffenisse geen het minste regt op actie zoude kunnen of moogen pretendeeren reedenen waarom de comp parant ter tweeder zijde mogelijk wel ontslag van t voorsz[egde] bezwaar althans onder cautie zoude kunnen verkoopen dan dat hij die sijne goederen aan sijne naaste vrienden dent te laaten sulks niet verkiesende en de verdere comparanten te minder aangeleegen legt of het aan hem comparant ter tweeder zijde bij testament toegeweezene dan de nader
bij deese acte aan hem toebedeelde goe deren aan hem comparant ter tweeder zijde aankoomen datdoor de comparanten wijders met betrek kint tot de veertien morgen gras land aan de tweede comparante ter vierder zijde Jannetje Jans bij het voorschreve testa ment toegerekent bevonden is dat de comparanten ter vierder zijde naa het maaken van dat testament volgens drie huurcedullen en twee onderhandse obligatien respectivelijk van 1 januarij |
| 1779, 1 januarij en 10 december 1783 mits gaders 1 maij 1784 schuldig waargen ge raakt aan den voorschreeven boedel een somma van veertien honderd een en see ventig gulden en dat het aan hen com
paranten ter vierder zijde niet convenieerende die somme op te brengen het daar door onmoogelijk is gweorden aan hen de voorsz[egde] veertien morgen land te doen genieten waar om dan de comparanten ter vierder zijde die booven dien eenig contant geld be hoefden sig liever met een reekening der voorsz[egde] schuld en eenig contant geld hebben willen laaten betaalen met de landerijen aan hun hier naa toe te voegen t geen sonder eenige zwarig heijd konde geschieden als zijnde het aan de tweede comparante ter vierder zijde toegevogede met geen het minste bezwaar bezet dat het met betrekking tot de gesament lijk ecomparanten ter vijfder zijde wel een waarheijd is dat aan hen bij het voor schreeve testament veertien morgen
land waaren toegevoegt maar dat behalven het ongemak om die veertien morgen geschikt onder de vijf straaten van de comparanten ter vijfder zijde te verdeelen di comparanten ter vijfder zijde ( behalven de eerste comparant ter vijfder zijde die heeft land had) verkoosen hun aandeelen in contant geld te genieten t geen dan heeft veroor saakt dat naa onderling gedaane taxatie der voorschreeve veertien morgen |
| land de waarde van dien aan de compa ranten der vijfder zijde op de naa te meldene wijze zoude worden uijtgekeert het geen sonder eenig nadeel konde geschieden om reede dat het bij het testament vermeldeverband ten opsigte van die alle getroudt zijn en de nog minderjaarige Adriaantje Adri
aansz die bereijds de bruijd is op houd en alle de comparanten ter vijfder zijde die bij het verband omtrent de minder jaarige Jacob Adriaansz in de eerste plaats belang hebben met die schik king genoegen neemen dat die drie staaken aldus het hunne hebbende het resteerende des boedels dan notoir blijft compareeren kan de comparanten ter eerste en ter derder zijde aan welke het selve dan ook word overgelaaten De gesamentlijke comparante op den gelegden grond dan overreedende om aan ieder sijn deel in de voorschreeve boedel van hunne ouders en grootouders te spec teere Pieter Jacobsz Schilder en Lijsabeth Jansz Huijbertsz te doen genieten soo
verklaarden sij comparanten ter eerster derder vierder en vijfder zijde aan den comparant ter tweeder zijde Cornelis Pietersz Schilder die ook verklaat het selve alsoo te accepteeren onder het verband bij het gezegde testament gelegt in voldoening van het geene hem in den boedel van sijn voor |
| noemde ouders competeert overtegeeven een huijs met twintig morgen land leggen gende in de cogge onder Spanbroek en thans door hem wordende bewoond en gebruijkt dan verklaaren sij comparanten ter eerster tweeder derder en vijfder zijde aan de comparant__ tweede compa rante ter vierder zijde ( Jannetje Jans in volle en vrijen eijgendom overtegeeven meede in voldoening van het geen
haar in de voorsz[egde] boedel van haare ouders Pieter Jacobsz Schilder en Lijsbeth Jans Huijberts compareert soo als het ook door de comparanten ter vierder zijde word geaccepteert eerstelijk het geene sij com paranten aan den voorsz[egde] vaderlijken bodel schuldig waaren en welken schuld daar meede is vernietigt namentlijk een somma |
| van een huijs in het resteerent deel onder Berckhout een stuk land daar aan genaamt het voornmnder groot een morgen drie honderd roeden een stuk land genaamt het agtermenders groot een morgen vier honderd en vijf roeden
een stuk land genaamt het Ijserrad groot twee morgen een stuk land genaamt bij de Kooltuijn groot twee mor | f 1471: - | |
| gen drie honderd vijf en veertig roeden en eijndelijk nog een werfje genaamt de Kooltuijn groot vijftig roeden voorts nog het geen de com paranten ter vierder zijde uijt den boedel genooten volgens schulderkentenis in dato 28 januarij 1785 geteekend intche hier meede woord vernietigd dan nog uijt de contante penningen des boedels mits gaders het geen door de com
paranten ter eerster en derder zijde en dan eersten comparant ten vijfden zijde in geld word gerestitueert een somma van | f 110:-:- 440:-:- | |
| dan verklaarden sij comparanten ter eer ster tweeder derder en vierder zijde van de gezamtlijke comparantne ter vijfder zijde] op den voet van het voorsz[egde] testament in voldoening van |
# competeert ( be halven ene somma van ses honderd en ses gulden die sij van den boedel schul dig zijn en hier door mee de is verree kent en also
vernietigt) | het geen haar in voldoening van haare voorstaande grootouders Pieter Jacobsz Shcilder en Lijsbeth Jansz Huijbertsz # overtegeeven soo als het ook door hen werd geaccepteert en wel aan de tweede comparanten test vijfder zijde Sijtje Adriaansz geheel vrij en sonder verband een stuk land geleegen onder Berckhout in het Jaap Germits Zeevendeel groot in onkosten drie morgen |
| drie honderd en vijftig roeden genaamt de twee zeeven honderd en agt t half honderd roeden waar in teegen door de eerste comparanten ter vijfder zijde in geld word gerestitueert een somma van
dan aan den tweeden com parant ter vijder zijde Jan Adriaans uijt de contante penningen des boederls en het geen door de verdere comparan ten word gerestitueert al mee de geheel vrij en sonder varband een somma van voorts aan ____ een de derde comparante ter vijfder zijde Grietje Adri aansz uijt de voorsz[egde] con tante penningen meede geheel vrij en sonder eenig verband een somma van dan aan de laatste com parant ter vijfder zijde Jacob | f 250:=- 775:-:-
| |
+ en Jan Adriaansz | Groot + voor hun pupil a Adri aantje Adriaansz om de rect naa haar nu voor aan staande huwelijk meede geheel vrij en sonder berband te genieten een somma van en eijndelijk aan den laas ten comparanten ter vijfder | 775:-:- | |
# en Jan Adriaansz | zijde Jacob Groot voor hun pupil Jacob Adriaansz onder een last bij het tes tament gemelt meede een
|
| somma van | f 775.-:- | |
| dan verklaaren sij comparanten ter twee der vierder en vijfder zijde het verdere van den boedel van voornoemde Pieter Jacobsz Schilder en Liijsabeth Jans Huij berts in vollen en vrijen eijgendom overte laaten aan de tweede comparante ter eerster zijde Grietje Pietersz Schilder en den comparant ter derder zijde Lourens Pietersz Schilder en sullen met alle de baaten en lasten des boedels onder afstand van al het regt dat sij daar op mogten hebben gehad of nog zouden kunnen sustimeeren te hebben ten behoeve van de comparanten ter eerste en derder zijde die daar op meeder
hebben verdeelt het geen over hun over bleef waar door aan de comparanten ter eerster zijde is aangekoomen gelijk ook door den comparant ter derder zijde aan hen worden overgegeeven de navolgende landerijen ge_____ onder Berckhout te weeten in Jaap Germits Zeevendeel een stuk land] genaamt de Paardekamp groot vijf morgen vier honderd en tien roeden een stuk naast en be oosten het selve land ge naamt Hoogerdam groot wee en een halve morgen een stuk land meede |
| groot twee en een half morgen genaamt Tijman Aarjesz en een stuk groot vier mer gen genaamt het Hooger
voorts in het Sas Seevendeel een huijs met de naatemelde ne landerijen te weeten een stuk genaamt de Broek groot in onkosten drie morgen twee honderd drie en dertig roeden een akkertje groot vijff en veertig roede leggende ten westen van het selve land de Broek en ten oost |
ten | vanen stuk land genaamt de Broekhoek hoorende aan den comparant ter derder zijde Louris Pietersz Schil der een stukje land leggende ag
ter het huijs groot een morgen drie stukjes land om de oost waar van een groot een en een half morgen het tweede agthonderd roeden in het dere een morgen en laastelijk nog een tuijntje of akker leggende in de natte gans aan den Bob beldijk onder Spanbroek belent den Bobeldijk ten noorden een Sijmen Jansz ten zuijden waar en teegen door de |
| compranten ter eerster zijde in geld is gerestitueert een somma van duijsend gulden zijnde het beloop van het geen sij in vaste goederen meer als als hun deel genooten
dan verklaaren de comparanten ter eerster zijde aan den comparant ter derder zijde Louris Pietersz Schilder in voldoeninge] van het geen hen comparanten het geen aan hem benevens de comparanten ter eerster zijde uijt den boedel van sijne voornoemde ouders Pieter Jacobsz Schilder en Lijsbeth Jansz Huijbertsz was overgebleeven behalven een klijne pretensie die de boedel van sijnen laste had en welke hier meede is ge mortificeert ) in vollen en vrijen eijgen dom veertig zeven onder anderen de naatemeldene effecten als leggende meede onder Berckhout in het sas Sas Sevendeel te weten een huijs met twee morgen land waar op het selve huijs stat een stuk land genaamt he tland
noordens groot twee morgen twee honderd en dertien roeden een stuk land genaamt het bostukje groot twee honderd roeden een dito genaamt de Blankert groot een morgenn vier hon derd twee en veertig roeden een dito genaamt het lange landje groot een morgen vijf honderd roeden een dito genaamt de laan groot drie morgen een dito grnaamt de Hornjes groot vier honderd roeden een dito genaamt de Haler groot een mrogen een hon[d] |
|
dert vijff en twintig roeden eijndelijk een stuk genaamt dit kerkeland groot een morgen drie honderd twee en twintig roeden zijnde het een waarheijd dat de nette grootte der landerijen in deese geheel nete vermelt aan de gezamentlijke comparanten onbekent is en de ogave daar van te meer daar te eenig abuis in de verponding briefjes ontdekt is niet anders dan naa het beste gemeeten van de gesamentlijke comparanten is gedaan egter soo dat weegens over of ondermaat voor niemand der comparanten eenig regt zal over blijven t geen geconditioneert word bij deesen gelijk meede dat soo er eenige kosten aan dat abuis in de verpondingbriefjes gereevisseert
te krijgen door den eersten comparant ter eerste zijde Jacob Jansz Boots die daar toe des noods bij deesen woerd gequalificeert met |
f de sch__ voor een vijfde ___
| belofte van ratifcatie gemaakt werden die tusschen zouden worden betaalt door de
gezamentlijke comparanten ter eerster tweede |
en | derder vierde en vijfde zijde die sig ook eens |
F verbindende sig ook | _-nder __ ___ __ de comparanten ter eerster zijde in de eerste comparant het vijfde
|
P om het geen | zijde P den lande zal moeten worden betaalen voor de veertigste penning van het geen sij |
F uijt hune prive beursen te zullen betaalen | te veel in onroerend goed genieten F ongelijk vijde parten zullen ___ en sijnde laastelijk nog geeconditioneert dat met betreking tot de pupollen van den laste comparant ter vijfde zijde Jacob Groot en T |
T Jan Adriaansz met naamen | Adriaantje en Jacob Adriaansz op deese acte zal worden geraagt approbatie van
den edelen acthb[are] geregte van Spanbroek en de kosten daar van meede door __ deselve
___tlijk comaranten en weegen als
____ zullwen worden gedraagen met welke voorenstaande acte van schikking en verdeeling sij gesamentlijke comparanten veklaarden te neemen volkoomen contentement en genoegen dat ook ieders sijn toegeweezene met de papieren daar toe bekoomende heeft ontfangen en naar sig genoomen beloovende elkanderen alles toe en aangedeelde gerust en vredelijk te zullen laaten besitten en elkan |
| deren en elkanderens erfgenaamen en successeuren te zullen caveeren indemneeren en bevrijden voor alle namaaning mitsgaders op en
aanspraak welke weegens ieders toebedeelde uit ijder wijle zoude mogen worden gemoveert alles meede nog met belofte van de compa ranten ter eerster en derder zijde die de schulden en lasten des boedels voor hun reckening hebben om ieder voor de helft de verdere comparanten desweegens te zullen indemneeren en bevrijden voor alle namaaning tot prestatie en nakominge deesen renuncieeren sij gesamentlijken comparanten van relief reductie herreekening en alle andere hulpmiddelen en gratien van regten en verbinden sij hunne persoonen en goederen als naa regten Aldus gepasseert nestoir voornoemt in presentie van den heer Ar[iaa]n Jacob de Vries advocaat alhier en Johan Adam Holze als getuijgen
|