Op huijden den 24 ^e octo[ber] 1676 comp[areer]^de voor mij Claesz
Mazier not[ari]s pub[iek] bij den hove van Hollandt geadmitteert
binnen de stadt Hoorn residerende in presentie van de
nagenoemde getuijgen Griet Aerjaens wed[uw]^e van wijlen Claesz
Cornelis Rat wonende tot Woggenum ter eenre
ende Theunis Adriaensz Mettes soo voor hem selven ende
van wegen sijn suster Marij Adriaens van Sandwerven
ter andere sijde de welcke verclaerden en bekende
met malkanderen overeengecomen ende geaccordeert te
sijn nopende de gerechte helfte van een stuck
landt groot in dijck en schot int geheel drie mergen
mien een vierendeel gelegen in Benningbroeck
belten Claes Pietersz Taets bewesetn ende d erffgen[amen]
van Dirck Maertsz beoosten genaemt de Ketelboeter
waerin d versz[egde] haerluijder suster Marij Adriaens
voornoemt de wederhelft in eijgendom is toebehoorende
te weeten dat d versz[egde] Griet Aerjens d versz[egde] portie
ofte helfte int versz[egde] landt aende gemelde Theunis
Adriaansz ende Marij Adriaens haer broeder ende suster
heeft overgegeven als zij doet mitsdesen op conditien
als hier naer volcht namentlijck dat d selve
Theunis ende Marij Adriaens daervoor sullen gehouden
sijn sjaerlijcx te betalen gelijck sij aennemen ende
beloven bij desen elcx een somme van vijff ende
twintich car[oli] gulden aende selve haerluijder suster
Griet Adriaens ende sulcx t samen vijftich gulden sjaers
soo lange zij Griet Adriaens in levende lijve
 

daer en boven d selve Griet Aerjans noch sal genieten
de vruchten van t selve landt die boven de oncosten sullen

comen over te schieten
als voren haer leven
lanck

sal sijn ende langer niet # onder vordere
conditie soo wanneer d selve Marij Adriaens
met haer kinderen mede sullen wesen overleden
dat alsdan d selve helfte uitj voorsz[egde] landt in
vollen ende vrijen eijgendoom sal zijn ende blijven aen
ende ten behoeve van de gemelde Theunis Adriaens

"beneffens haer
Griet Aerjaens
huijsraet ende imboel
bij haer na te laten
ende voor soo veel het
nodiih mocht sijn
hem t selve alsoo
legateren ende
gespreecken bij desen

Mettes ofte bij sijn voor overlijden aen sijne kinderen
ende descendenten ofte sijne erffgenamen onver
mindert ende sonder prejuditie nochtans de
wederhelft die de gemelde Marij Adriaens
in t selve landt ofte desselffs erffgenamen daer__
als vorn sijn heriderende welck versz[egde] accoort
ende verdeelinge zij comparanten in manieren vooren
verhaelt belooffden getrouwelijck te sullen naecomen
ende achtervolgen sonder daer tegen te doen ofte
gedogen gedaen te werden in rechten nochte daer
buijten onder verbant van hare respective personen
ende goederen sonder bedroch aldus gedaen ende
gepasseert tot Hoorn ten comptoire mijns notarij
ten dage ende jare versz[egd] ter presentie van Pieter
Pietersz Schoenmaker ende Sijmon Jansz van Exter
mijn clercq burgers alhier als getuijgen hier toe
versocht ende gebeden
                                  dit merck + gestelt
                                  bij Griet Aerjaens
                            dese twee TM letters gestelt
                           bij Theunis    Adriaensz Mettes
                               Pieter Pietersz

                               S J Exter mij present
                                                Corn[elis] Masier not[ari]s
                                               publ[iek]
                                                1676