Oud Notarieel 2094 / 209 Hoorn | 12-01-2018 pag. 1 |
Inventaris van de goederen |
15 Maart | Eerstelijck een trecktafel |
| Oostindieswerck drie halve lampetschotelen Tinwerck een groot boutbetiel |
Koper 1 groote roode vleijschketel een ijzeren braetspith |
| een musquet een wijnkan met een silveren lit |
3 | vier bedden Op de hangcamer |
212 |
Opde solder 1 swart grofgreijne pack cleeren |
een groene spreed 4 laeckens |
213 | een grofgreijnen mantel |
2 witte schorteldoecken Op het schrijfcamertjen alle een bijbel in folio |
| Int spijntjen beneden 7 servetten |
Int voorscheven oostindische coffertje een silveren vergulden kelk op een kokes |
| Linnen int selve coffertje 3 laeckens Inde voorschreven trecktafel
een root fluwele buijl met silveren cnopen |
in een van de middelste laetjes | f 119-14-8
|
verders twee wateremmers met een vierkant oostindisch lanck doosjen een doosjen daerin bevonden ringen een doornde croon |
| specie bevonden in een sack |
35 1/2 a 50 stuyv[ers] - - | 88-15-0 |
Inde andere sack |
aen dubbelde stuij[ver]s - - | 140- 0-0 |
Aldus geinventarieert ten overstaen |
Lobberich IJsbrans Bontekoes | Elbert Fransz IJsbrandt Jacobsz Mij present |
|
| Inventaris Willem Ijsbrantsz |
Extract uit de poorter rolle |
3 | Claes Pietersz de Boer eij[se]rs conth[ralen] Pieter |
|
Schepenen appoincteren parthijen te compareren Actum den 12e Martij a[nn]o 1657 |
de seve eij[se]r contra de selve ged[aagde] |
Schepenen appoincteren ut supra
Accordt |
f f | Achtervolgende den voorsz[egde] twee appouncte- [!!! NAKIJKEN WAAR ZIJN BLADEN 218 EN 219] | |
220 | hadden bij forme van accoort minnelijcke | |
sullen genoten werden ende dat de | ||
221 | Bontekoe uijtgereijckt ende voldaen sal worden | |
van de versz[egde] Bontekoe mede alleen ende | ||
222 | in eeniger maniere ofte eenige naeder |
Lobberich Ijsbrants Bontekoes P.d.Overwater R Sampson | Volckert Jacobsz |