sterckmaeckende voorde verdere erffgen[amen] van wijlen gemelte Adriaentje Loijmans ende verclaerde den comparant dat aen hen in die qualiteijt sijn gerestitueert de somme van driehondert g[u]l[den] cappit[aa]l in dese obligatie vermelt met vijfftien g[u]l[den] voor een jaer interest van dien sulx dese obligatie hier mede voldaen doot ende gecasseert is 't oirconden etc[etra] Breda 24 Octob[er] 1687 Ferdenande Cappuijs Mij present P[ete]r Beeris not[aris] 1687 acte van t 1/2 st[ui]f[er] segel |
Compareerde voor mij Peeter Beeris openbaer notaris bij den ed[ele] rade van Brabandt in s'Gravenhage geadmitteert tot Breda residerende ende de getuijgen ondergenoempt h[ee]r Hendrick van Laer meester van de bancke van leeninge alhier den welcken verclaert ende bekendt bij desen deuchdelijcke schuldich te sijn aen eerbaere Adriaentje Loijmans wed[uw]e van Huijbrecht Limburgh woonende tot Gilse de somme van drijehondert V g[u]l[den] het stuck tot veertich grooten vlaems eens spruijtende ter saecke van goeden geleenden gelde hem debiteur alsnu den lesten peninck metten i[nter]esten deuchdelijcke ondergedaen en overgetelt sijnde belovende de voors[zegde] cappitaele somme van drijehondert V g[u]l[den] te restitueren aen voorn[oemde] creditrice ofte haere actie hebbende den
wettigen thoinder deses van heden date ondergeschreven over een jaer metten interest alsdan daer bij tegens den peninck twintich ende in gevalle van langer onderhoudinge des nochtans sonder expres consent van creditrice niet en sal mogen geschieden soo sal daer van voorts interest loopen als voor totte volle betaelinge ende restitutie der capitaele somme toe incluijs verbinden den debiteur voorgenoempt voor het gene voorsz[chreven] staet sijnen persoon ende alle sijne goederen stellende de selve onder het bedwanck als naer recht met Namp[..]tie ende vold[oen] voor alle contradictien ende oppositien voorgaende sonder archgelist 't oirconden dese bij den debiteur onderteeckent binnen de voors[zegde] stadt Breda den veertienden junij XVJe en tachtentich ter presentie
van h[ee]r Aelbert Henkius borger alhier ende Willem van Campen jongman beijde als getuijgen van geloove hiertoe versocht ende gebeden Hendrich van Laer handtmerck AHH gestelt bij den vers[zegde] Aelbert Henkius Willem van Campen
Quod attestor P[ete]r Beeris not[ari]s pub[liek] 1680 |