gelegen inde heerlijck heijt van Opdam in de Woghmeer |
gebruijck groot omtrijnt 4 1/2 morgen # waar op den selven motrijnt 1 /12 morgen heeft besuijt gehadt midden in t selven stuck lant en[de] alsoo gemelde saat Oliff Jacobsz thiender over 't selve distrijckt, op 't lant hadde doen arresteren, en[de] omtrijnt vier weken ofte een maant in arrest gehouden, waardoor den req[uiran]t soo aen gras als saat groote schade heeft geleden, ter oorsake den gemelden Langedijck sijne beesten daar niet niet op conde brengen ofte souden het saat hebben vernielt, soodat het gras is comen te verwasten en[de] aen t saat, dat het selve van de regen verscheijden malen is door nat en van duijven muijsen ende andere ongedierten groote schade geleden. Allegeren sij deposanten voor reden[en] van wetenschap, dat se naeste lendens sijn
van den voorsz[egd]e Langedijck ende specialijcken van _____ 't selve lant, en[de] dagelijcks gesien te hebben het gras verwassen, en 't saat leggend[e] en[de] staende alsofte het niemant toe en behoorde. Eijndende hier mede hier mede hare ware ende oprechte vercla ringe, dien ^dein sij presenteren sij des noot ende de ___de ___ij __ daar toe versocht sijnde nader te affirmeren. verte |