Oud Notarieel 1459 / 349 Montfoort pdf 24-01-2017 pag. 1

2 guldens

349

Op huijden compareerden voor
mij Nicolaas Foreest notaris
etc[etr]a
Cornelis Hermansz Mulders wedu
wenaar boedelharder ende
lijftogtenaar van Jannigje Basti
aanse Fuijk woonende binnen
deese stad ter eenre mitsgaders
Bastiaans Dirksz Compeer wonende
in Lopik ende Jacob Willemsz
van Bemmel in Blokland woon
agtig dog sig binnen deese stad
beveindende in qualite als voogden
over des eersten comparants min
derjaarige dogter Cornelia Cornelis
Mulders in egte geporcreert bij
de voornoemde Jannigje Basti
aanse Fuijk ter andere zijde
te kennnen gevende dat des eerste
comparants voornoemde huijsvrouw
Jannigje Basitiaanse Fuijk op
den 10den maart van desen jaare
1729 binnen deese stad was ko
men te overlijden dat den eersten
comparant nie tlanger genegen
was de boedel van hem en
sijneoverledene vrouw onverdeelt
te besitten dan was hij tot voor
kominge van alle sispuuten
ende oneenigheden die in tijd en

350

 

wijlen zouden konnen ontstaan
ter oorsaake hij eerste comparant
geen uijtcoop met de laatste compa
ranten ten behoeve van de voorn[oem]de
zijn minderjarige dogtertje Cornelia
Cornelis Mulders oud twaalf jaren
had gemaakt maar dat hij eerste
comparant den boedel onverdeelt
was besittende en daaromme ook
de laatste comparanten als bloed
voogden over t genoemde minderja
rige kind door den eersten compa
rant was versogt daar over te
willen accordeeren dog dat sij
laatste comparanten alvoorens
daar toe te treden den inventaris
en boedel cedulle door den eersten
comparant van hem en zijne voorn[oem]de
overledene vrouws boedel gemaakt
pertinentelijk ende naauwkeurig
hadden geexamineerd ende opgenomen
ende alle de effecten des boedels con
tante penningen ende inschulden
vervat bij t eerste tweede derde agste
negende tiende en elfde capittulen
van den inventaris te sammen geesti
meerd op eene somma van drie duij
sent vijf hondert seven guldens
tegens welke effecten wederom afge
trokken werd alle de schulden ende

351

lasten van den voorsz[egde] boedel gemen
tioneerd int twaalfde capittel van den
inventaris te samen manterende
drie hondert vijftig guldens tien stuij
vers dien volgens blijkt den boedel
nog te bedragen een somma van drie
duijsent een hondert ses en vijftig gul
dens tien stuijvers waar van de helft
voor den eersten comparant zoude ko
men te belopen eene somme van een
duijsent vijfhondert agte en seventig
guldens en vijf stuijvers ende de we
derhelfte voor den eerste comparant
en desselfs minderjarige dogter gelijke
somme van een dijsent vijfhondert
agt en seventig guldens vijf stuijvers
uijt makende te samen de voorsz[egde] somme
van drie duijsent een hondert ses en
vijftig guldens en tien stuijvers dat
de laatste comparanten t geene voors[zegd]
verrigt hebbende van de voorszp[egde] helfte
waar inne t gen[oemde] minderjarige kind
hare erfportie competeerd hebben
afgetrokken eene somma van twee
hondert guldens wegens de doodschul
den begrepen in dertiende capittel
van den inventaris en eene somma
van een hondert guldens voor't voordeel
den eersten comparant competerende
en als doen moet den eersten comparant
over de moederlijke goederen ofte erf
portie van t voorn[oem]de minderjarige kind
waren geaccordeert ende over een gecomen
gelijk zij comp[aran]ten als nog verclaarden

352

 


geaccordeert ende over een gecomen te zijn
in desen voegen te weeten dat den
eersten comparant voor hem zijne
erven ende naarcomelingen in vollen
vrijen eijgendom sal hebben ende blijven
gehouden alle de goederen ende effecte
van de voorsz[egde] boedel soo roerende als
onroerende actien ende crediten niets
uijtgesondert en breder gespecificeerd in
t eerste twede derde vierde sesde agste
negende tiende en elfde capitulen van
den voorszegede inventaris omme daar
mede te mogen doen ende handelen
naa zijn goed dunken ende wel gevallen
des dat hij daar en tegens tot zijnen par
ticulieren laste sal moeten neemen
ende ook voldoen alle de schulden ende
lasten van den selven boedel tot dato
deses ten agtern en dat t voldaen ofte
te betalen staande breder gementio
neerd in t twaalfde capittel van den
inventaris ende de laatste comparan
ten wegens t voorn[oem]de minderjarige
kind daar van t eenemaal indemnee
ren ontheffen en bevrijden mitsga
ders nog daar en boven t voorn[oem]de
kind behoorlijk te alimenteeren soo
in kost als kledinge soo wel in
siekte als gesondheijd ter tijd en wij
len toe t selve kind gecomen sal
zijn ter ouderdom van vijff en
twintig jaaren huwlijksen ofte
anderen geapprobeerden staate en
middelerwijle t genoemde kind te

353


laten leeren leesen ende schrijven
en ene behoorlijk handwerk om
de kost met eeren te konnen winnen
als mede dat hij eersten comparant
gehouden ende verpligt zal zijn aan
t voornoemde kind wanneer het tot
zijn mundige dage huwelijke
ofte andere geapprobeerden staate
sal zijn gecoomen uijt te keeren in
ende te voldoen eene somma van
vijff hondert guldens mitsgaders
all het goud silver en klederen
van linnen wollen als anders ten
lijven van de voornoemde haare over
ledene moeder behoord hebbende
en in het vijfde ende sevende capit
tulen van den inventaris breder
gespecificeerd boven een bed met
zijn toe behooren dog soo van
neer het mogte komen te gebeuren
dat de wolle goderen ofte klederen
ten lijve van de voornoemde over
ledene behoord hebbende in
het seevende capittel van dne in
ventaris gemeld mogten komen
te bederven is geconditioneerd dat
den eersten comparant deselve wolle
goederen ofte klederne door des com
parants voornoemde minderjarige
dogter ofte iemand anders sal mogen
laaten afgebruijken mits daar voor
wanneer sijne voorn[oem]de minderjaarige
dogter gecomen zal zijn ten voorsz[egde]
ouderdom van vijf en twintig jaaren

354

 


huwelijken ofte anderne geapprobeer
de staate als dan aan haar doende
een behoorlijke uijseth ter disertie
van der comparant ende dat voor
ofte in plaatse van haarer moedelij
ke erfportie dog alles sonder gehou
den te zijn daar van eenige interesse
te voldoen tot securiteijt van welk
capitaal goederen goud ende silver
der eersten comparant speciaal verclaarde te
verbinden de helfte in een hofstede
en in twintig mergen lands leggende
in Lopik ontrent den uijtweg in huur
gebruijkt wordende bij den voorn[oem]de
Bastiaan Compeer en zijne moeder
breder in t eerste capittel van den
inventaris gemeld consenteerdende hij
eerste comparant vervolgens dat dese
ter secretarije van Lopik mag werden
geregistreerd verclarende den eersten
comparant ende de twee laatste compa
ranten met rijp overleg en naar exa
minatie van alles t geene ter materie
dienende was alsoo met den anderen
in minnen en vriendschap geaccordeert
ende over ene gecomen te zijn belovende
malkanderen den effecte van dien te
sullen doen en laten genieten ende alle t geene
voorsz[egd] staat getrouwelijk te zullen pres
teren ende naacomen onder verband van
haar comparanten personen ende goederen
deselve submitteerende ten bedwang
van alle heeren hooven rechter
ren enda gerechten ende versogten

355


zij comparanten hier van acte
die aldus passeerde binnen dese
stad ten comptoire mijns notaris
ter presentie van Gijsbert Stevensz
van IJsselsteijn ende Jacob van
Rietveld clercq deser stads borgers
als getuijgen op den 27 en decem
ber 1729

Cornelius Mulders

IJacob van Bemmel

Bastiijaen Compeer

Gijsbert Stevens van Ijsselsteijn

J:V:Rietvelt

NsForeest
1729


Homepage | E-mail