s[ege]l | Op huijden den 27en aprilis a[nn]o 1658 compareerden voor mij Henrick Schaeff not[ari]setc[etra] ende den onderge[schreven] getuijgen Marritgen Theunis d[ochte]r oudt inde XL Jaren, huijsvrou van Crijn Crijnsz terger schuijtvoerder Marritgen Jacobs oudt ontrent XXX jaren huijsvrou van Barent Jansz Scheeps timmerman ende Neeltien Reijers oudt ontrent XXIIIJ jaren jaoge dochter. alle wonende aende Sandthouck, bij de Soutkeeten binnen deser stede. Ende hebben bij ware woorden in plaetse van eede, ten versoucke van Claes Jansz van desen gewoont hebbende op Sparendam ende nu wonende opt eerste Eijlandt ten huijse van sijn schoonsoon n Cornelis
Adriaensz Hogeboom getuijght verclaert ende geattesteert Ende eerst sij getuijgen Marritgen Theunis ende Marritgen Jacobs hoe waer is dat op voorleeden woensdach
ontren sij getuijgen Perijntien Dircx huijsvrou van Maes Sijmonsz. wittwercker mede wonende opde Santhouck boven haer getuijge Marritgen Theunis ende in een hun met Marritgen Jacobs voors[zegd], opentlijck overluijdt ende over de straet hebben hooren seggen, dat spreecende van den requirant, haer huijsheer, dat h als men he soo langh komenij houdende, een halff pondt olij weeght voor een heel. een virndeel voor een halff ende eenh een vierrdeel boter voor een halff pondt, dat het dat het dan geen wonder was rijck te worden, gelijck den requirant
Item dat sij sulcx van geen vreemdten in hadde, maer dat de luijden die sulcke waren die ten huijse vanden req[uiran]t gehaelt hadden, deselve t haren huijse v hadden komen nae weegen, het selve verscheiijden malen her haelende de voors[zegde] Neeltien Reijers verclaert dat sij inde voorleeden weeck, sonder den juijsten dach onthouden te hebben, de voors[zged] Perijntien Dircx opent op haer stoep staende, opentlijjck ende overluijde heeft hooren seggen ende over de straedt roepen dat den requirant een dieff was presenteerende sij getuijjgen tgunt voors[zegd] des nooth sijn[de] naerder te verifieerennaer hare professie _____ aen sij getuijgen eehu ___ -___ ind ___ ___ vereist gedaen t Amst[erda]m ter presentie van Jan Theunisz schoemaker
ende Benjamin Albertsz clercq als getuijgen hier toe versocht Marritien + Theunis eijgen gestelde merck Marritgen V Jacobs eijgen teecken Neeltien + Reijers eijgen teecken Jan Beunissen H. Schaef n[otaris] p[ubliek] Benjamin Albertsz |