Beuckendorff Op condite de voorwaarde hier na genoemt heeft Marie Catharina Mijners wed[uwe] de heer en m[eeste]r J: Rendorp verhuurd en
Floris Spanjersberg gehuurd gelijk sulks bij desselfs onderteekeningh blijkt een stuk hooijland leggende in desen banne aen de Noord Maadweg genaamt de Hofkamp groot 2 morgens en waar van hem huurder de groote en lendens bekend zijn voor de tijt van vijf eerstkoomende ende agter een volgende jaaren waar van t eerste jaar ingegaan is met Cerstijt 1734 en t laatste jaer sal koomen te eijndigen met Kerstijt 1739 ende dat voor de somma van vijfentwintig guldens 's jaalijks eens en vrij geldt neemende den verhuurder op zig om te betalen alle ordinaire ende extraordinaire lasten t verhuurde eenigsints rakende egter sal den huurder ten sijnen laste moete neemen en onderhouden alle banwerken hoe die genaamt zijn als wegen slooten etc[etr]a
bedagt of onbedagt ende houde die uijt alle keurs ende schouwen den huurder neemt ook meede aen en tot zijns lasts en onderhoud dam of brugge etc[etr]a en t land behoorlik te onderhouden van doorn biese liesen etc[etr]a en behoolik op zijn tijt te laaten maaijen |